Ongewenst resultaat laserbehandeling niet het gevolg van tekortschieten door de behandelend oogarts

  • Home >>
  • Ziekenhuizen >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Ziekenhuizen    Categorie: inspanningsverplichting en informatieverstrekking    Jaartal: 2019
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 120736

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

Cliënt houdt de zorgaanbieder aansprakelijk voor het ongewenste resultaat van een laserbehandeling. Hij is vooraf niet gewezen op complicaties die kunnen ontstaan bij het gebruik van floaters. Visuele klachten zijn ontkend, er is een verkeerde diagnose gesteld en de behandeling is uitgevoerd door een niet-BIG geregistreerde arts. De zorgaanbieder geeft aan dat de laserbehandeling is uitgevoerd onder regie van een BIG geregistreerde arts. Voorafgaande aan de ingreep is cliënt zowel mondeling als schriftelijk gewezen op de bekende complicaties die kunnen ontstaan bij deze ingreep. Naar het oordeel van de commissie is de laserbehandeling uitgevoerd, zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend arts in dezelfde omstandigheden zou hebben gehandeld. Verder heeft cliënt door ondertekening van het instemmingsformulier (consentformulier) bevestigd op de hoogte te zijn van de bekende bijwerkingen.

Volledige uitspraak

In het geschil tussen
[Client] wonende te [woonplaats] en Visus Oogkliniek, gevestigd te Rotterdam,
verweerder, (verder te noemen: de zorgaanbieder).

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Zelfstandige Klinieken (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

Het geschil is ter zitting behandeld op 15 augustus 2019 te Den Haag.

Beide partijen hebben ter zitting hun standpunten naar voren gebracht. De cliënt werd vergezeld van [naam] en [naam].

De zorgaanbieder werd ter zitting vertegenwoordigd door [naam], directeur, en [naam], optometrist.

Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de kwaliteit van een ooglaserbehandeling.

Standpunt van de cliënt
Het standpunt van de cliënt, zoals vermeld in het vragenformulier dat de commissie op 20 oktober 2018 heeft ontvangen, luidt in hoofdzaak als volgt.

Cliënt houdt de zorgaanbieder aansprakelijk voor het ongewenste resultaat van een laserbehandeling. 

1. Hij is van oordeel dat hij voorafgaande aan de behandeling niet is gewezen op de complicatie dat de behandeling floaters in het glasvocht kan veroorzaken die het zicht beperken. 

Cliënt is door de zorgaanbieder overgehaald de operatie te ondergaan omdat de risico’s minimaal zouden zijn. Als cliënt vooraf van deze complicaties op de hoogte was gesteld had hij de operatie niet ondergaan.

2. De zorgaanbieder heeft de verkeerde diagnose gesteld en zijn visuele klachten altijd ontkend. Cliënt heeft na de laseroperatie last van toegenomen lichtverstrooiing en regulair astigmatisme als gevolg van deze behandeling. Cliënt heeft met name last van verslechterd nachtzicht. Cliënt heeft namelijk in het donker grotere pupillen dan de optische zone van de Smile behandeling van 6,7 mm. Hierdoor valt de lens niet geheel over de pupil.

3. De kliniek stelt in haar advertentie dat de behandeling wordt uitgevoerd door een ervaren arts. Cliënt is echter behandeld door een niet-BIG geregistreerde arts.

Cliënt heeft het aanbod van de zorgaanbieder om de floaters te laten verwijderen in het OMC Amstelland niet aanvaard vanwege de risico’s van een dergelijke behandeling die de oogarts die hij voor dit probleem heeft gezien hem heeft voorgehouden.

De cliënt vordert van de zorgaanbieder een schadevergoeding van € 25.000,–. De behandeling heeft niet alleen fysiek maar ook mentaal zijn sporen nagelaten en heeft een grote impact op zijn dagelijks functioneren en toekomstperspectief.

Daarnaast eist hij een excuusbrief van de zorgaanbieder.

Standpunt van de zorgaanbieder
De zorgaanbieder heeft bij brief van 20 december 2018 verweer gevoerd tegen de klacht van cliënt. De commissie verwijst kortheidshalve naar de inhoud van deze brief.

De zorgaanbieder heeft op 23 augustus 2017 een ongecompliceerde Relex Smile behandeling ODS uitgevoerd.

Naar aanleiding van de klachten is cliënt voor een second opinion doorverwezen naar oogkliniek Heuvelrug. Uit de second opinion is niet naar voren gekomen dat de cliënt een slecht zicht heeft. Daarna is cliënt voor een tweede second opinion gezien op de polikliniek oogheelkunde in het Erasmus MC. Uit dit onderzoek is naar voren gekomen dat sprake is van hogere orde aberraties. In overleg met cliënt is een verwijzing en behandelplan opgesteld bij [naam arts 1] in het OMC Diemen. De behandeling zal door de zorgaanbieder worden vergoed.

Ter zitting heeft de zorgaanbieder aangegeven dat er sprake was van een mondeling en schriftelijk consent. Cliënt is niet gewezen op het ontstaan van floaters omdat deze geen bekende bijwerking zijn. De zorgaanbieder heeft een film van de operatie toegestuurd naar de fabrikant Zeiss. Deze heeft aangegeven dat de behandeling lege artis is uitgevoerd. De klachten van cliënt zijn niet objectief vast te stellen. Bij de behandeling wordt er altijd rekening gehouden met de grootte van de pupillen in het donker. 

Het klopt dat de behandeling niet door een BIG geregistreerde arts is uitgevoerd. Hij heeft de operatie uitgevoerd onder toezicht van [naam arts 2], die BIG geregistreerd is. De BIG registratieprocedure voor [naam arts 3] is nog gaande en neemt tijd in beslag omdat hij zijn specialisatie heeft gedaan in Turkije.

Beoordeling van het geschil
De commissie overweegt op grond van het over en weer gestelde en de door partijen overgelegde stukken het volgende. 

Cliënt houdt de zorgaanbieder aansprakelijk voor het onvoldoende resultaat met betrekking tot het zicht na een laseroperatie.

Voor aansprakelijkheid van de zorgaanbieder is vereist dat voldoende aannemelijk is dat de zorgaanbieder, dan wel ieder die werd ingeschakeld bij de uitvoering van de voor de zorgaanbieder uit de behandelingsovereenkomst voortvloeiende verplichting, is tekortgeschoten in de uitvoering van die verplichting. De tekortkoming moet aan de zorgaanbieder kunnen worden verweten (toerekenbare tekortkoming) en cliënt moet daarvan nadeel hebben ondervonden. 

Op grond van de geneeskundige behandelingsovereenkomst moet de zorgaanbieder bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht nemen en daarbij handelen in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor hulpverleners geldende professionele standaard (artikel 7:453 BW). Deze zorgplicht houdt in dat de zorgaanbieder die zorg moet betrachten die een redelijk bekwaam en redelijk handelend hulpverlener in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht. 

De verplichting die voor een hulpverlener (in dit geval de zorgaanbieder) voortvloeit uit een geneeskundige behandelingsovereenkomst, wordt in beginsel niet aangemerkt als een resultaatsverplichting, waarbij de hulpverlener moet instaan voor het bereiken van een bepaald resultaat, maar als een inspanningsverplichting, waarbij de hulpverlener zich verplicht zich voor het bereiken van een bepaald resultaat in te spannen. De reden hiervoor is dat het bij een geneeskundige behandeling meestal niet mogelijk is een bepaald resultaat te garanderen, omdat het menselijk lichaam in het (genezings-)proces een ongewisse factor vormt; zelfs bij onberispelijk medisch handelen, kan het beoogde resultaat uitblijven. Van een tekortkoming kan dan ook pas worden gesproken indien komt vast te staan dat de hulpverlener zich onvoldoende heeft ingespannen of bij de inspanning een fout heeft gemaakt.

De commissie is van oordeel dat de klacht van de cliënt niet gegrond is. Daarbij overweegt zij als volgt.

Naar het oordeel van de commissie is de laserbehandeling lege artis uitgevoerd. De behandeling is uitgevoerd onder regie van een BIG-geregistreerde arts. Dit is een op zichzelf door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd toegelaten werkwijze. 

De commissie kan op basis van het overgelegde medisch dossier niet vaststellen dat er voorafgaande aan de laseroperatie verkeerde metingen zijn verricht dan wel dat tijdens de behandeling de lenzen verkeerd zijn geplaatst. 

Cliënt heeft aangevoerd dat hij door de zorgaanbieder zou zijn overgehaald de operatie te ondergaan omdat de risico’s minimaal zouden zijn. De commissie acht dit niet waarschijnlijk. Uit de overgelegde stukken blijkt duidelijk dat cliënt voorafgaande aan de behandeling zowel mondeling als schriftelijk is gewezen op de bekende complicaties die na een dergelijke behandeling kunnen optreden. Cliënt heeft daartoe een consentformulier op 23 augustus 2017 ondertekend. In deze verklaring staat onder andere vermeld dat schittering, halo’s rondom lampen in het donker, lichtgevoeligheid of schaduwbeelden een neveneffect van de behandeling kunnen zijn. Cliënt heeft door het ondertekenen van deze verklaring bevestigd dat hij van deze bijwerkingen op de hoogte was.

De zorgaanbieder kan naar het oordeel van de commissie niet worden verweten dat zij niet heeft gewezen op het ontstaan van floaters, nu deze, zoals de commissie ambtshalve is bekend, geen bekende bijwerkingen zijn. Cliënt heeft weliswaar gesteld dat op internet melding wordt gemaakt van deze bijwerking maar heeft dit op geen enkele wijze onderbouwd. Daarenboven heeft de zorgaanbieder aan cliënt aangeboden om deze floaters, waarvan door de geconsulteerde artsen overigens is vastgesteld dat het om milde afwijkingen gaat, op haar kosten door [naam arts 1] te laten verwijderen. Ter zitting heeft de zorgaanbieder gesteld dat zij dit aanbod ook in de toekomst gestand zal doen.

Concluderend kan niet worden gesteld dat de arts niet heeft gehandeld zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend arts in dezelfde omstandigheden zou hebben gehandeld.

Vordering tot schadevergoeding:

De commissie is van oordeel dat de laserbehandeling lege artis is uitgevoerd en de betrokken oogarts geen onzorgvuldig handelen kan worden verweten. Van een toerekenbare tekortkoming ter zake van de informatieverstrekking door de zorgaanbieder is, zoals hiervoor is overwogen, evenmin sprake, zodat aan cliënt geen aanspraak op schadevergoeding toekomt. De door hem verlangde vergoeding zal worden afgewezen.

Op grond van het voorgaande dient als volgt te worden beslist.

Beslissing
De commissie verklaart de klacht van cliënt ongegrond en wijst zijn vordering af.

Aldus beslist op 15 augustus 2019 door de Geschillencommissie Ziekenhuizen, bestaande uit mevrouw mr. P.W.M. de Wolf MSM, voorzitter, de heer dr. H.M.A. Brink en mevrouw S.R. de Moor-Bullinga, leden, waarbij mevrouw mr. W. Hartong van Ark als plaatsvervangend secretaris fungeerde.