Onheuse bejegening door de chauffeur na verdenking van te vroeg uitchecken met de OV-chipkaart door de consument

  • Home >>
  • Openbaar Vervoer >>
De Geschillencommissie




Commissie: Openbaar Vervoer    Categorie: Klacht    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 39666

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de bejegening door de chauffeur na verdenking van te vroeg uitchecken met de OV-chipkaart door de consument.   De consument heeft op 3 mei 2010 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Het zit haar niet lekker dat zij “het voordeel van de twijfel” heeft gekregen terwijl ze kon en wilde aantonen dat zij juist had gehandeld.   De consument verlangt vergoeding van schade en genoegdoening.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Na onderzoek bleek de lezing van de consument juist; de handelwijze van de chauffeur was niet gelukkig.   De ondernemer heeft ter zitting aangeboden om de klachten op te lossen zoals hierna beschreven.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Van het volgende kan worden uitgegaan. Op 22 december 2009 reed de consument als passagier in bus 145 van Rotterdam naar Ridderkerk; de bus was behoorlijk vol. Op enig moment heeft de chauffeur tussen twee haltes de bus langs de weg gezet en is naar de consument gelopen met de mededeling dat zij de bus diende te verlaten. Desgevraagd heeft de chauffeur als reden aangegeven dat zij met haar OV Chipkaart al had uitgecheckt. De consument heeft dit met kracht ontkend, waarin zij werd gesteund door een mede-inzittende. Daarop heeft de chauffeur aangegeven dat zij het voordeel van de twijfel kreeg. Kort nadien kwam de consument tot de slotsom dat zij dit onbevredigend vond, zodat zij bij c.q. rond het uitstappen dit een de chauffeur heeft duidelijk gemaakt met de mededeling dat zij graag wilde laten zien dat zij uitcheckte en eventueel opnieuw zou inchecken, de extra kosten desnoods voor haar rekening nemend. Daarop is de chauffeur niet ingegaan.   Uiteindelijk heeft de ondernemer – nadat eerder was aangegeven dat er geen reden bestond voor excuses – bij brief van 20 september 2010 aangegeven dat inderdaad de chauffeur van het aanbod om uit te checken gebruik had moeten maken, waarbij excuses zijn aangeboden.   Ter zitting heeft de vertegenwoordiger van [de ondernemer] een en ander herhaald alsook zijn aanbod om klachtengeld en verdere kosten (te begroten op € 17,–) aan de consument te vergoeden.   Ook heeft hij aangeboden om als blijk van goede willen een bloemetje te willen laten bezorgen, waarmee de consument uiteindelijk heeft ingestemd. De commissie gaat ervan uit dat de ondernemer hiervoor zal zorg dragen; een vermelding in het dictum blijft dan ook achterwege. Voorzover nog van belang merkt de commissie op dat een passagier inderdaad – in een geval als het onderhavige, erop neerkomende dat ten overstaan van een volle bus een geheel onschuldig verweten wordt “grijs”te rijden – zo enigszins mogelijk de kans moet worden geboden zich van elke blaam te zuiveren.   Derhalve kan als volgt worden beslist.   Beslissing   De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 17,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.   Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Openbaar Vervoer op 9 november 2010.