Onjuiste verwachtingen over het halen van het rijbewijs is geen verwijtbaar handelen welke ontbinding rechtvaardigt

  • Home >>
  • Rijopleidingen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Rijopleidingen    Categorie: Overeenkomst    Jaartal: 2020
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 20398/30207

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De consument neemt een zogenaamd ‘platina’ lespakket af bij de ondernemer, welke bestaat uit 25 lessen en een praktijkexamen. Al snel komt de instructeur tot de conclusie dat de consument niet binnen het aangeschafte pakket zijn rijbewijs gaat halen en informeert de consument daarover. Uit de stukken blijkt dat over de tijdstippen van de lessen is gediscussieerd, maar daaruit volgt geen kritiek op en over de uitvoering van de lessen. Daarnaast niet is gebleken dat de ondernemer de uitvoering van het pakket heeft willen frustreren. Al met al is er geen reden om over te gaan tot ontbinding van het pakket en acht de commissie het raadzaam dat partijen in overleg treden over het verder vervolg. Daarnaast merkt de commissie nog op dat, als sprake is van toerekenbaar tekort schieten, de consument de verkeersschool schriftelijk in gebreke dient te stellen met een vier weken termijn om alsnog behoorlijk na te komen.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 17 oktober 2019 tussen partijen gesloten lesovereenkomst waarbij de ondernemer zich heeft verplicht tot het verzorgen van een rijopleiding tegen een door de consument te betalen prijs van € 999,99.

De overeenkomst is uitgevoerd vanaf de datum van het aangaan van de overeenkomst.

De consument heeft op 22 oktober 2019 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

De consument verlangt dat het betaalde lesgeld aan hem wordt terugbetaald.

De consument heeft een platinapakket gekocht dat voorzag in 25 lessen. De kosten van het praktijkexamen waren gratis.
Van het platinapakket zou een spoedcursus worden gemaakt zodat de consument snel zijn rijbewijs zou halen. De afspraak was dat de lessen in de ochtend zouden worden gegeven. Hieraan werd door de ondernemer geen gehoor gegeven. De lessen werden aan het begin van de avond gepland dan wel op ochtenden waarop de consument niet beschikbaar was.

Opeens liet de ondernemer weten dat er geen sprake meer was van een spoedcursus. De consument c.q. zijn moeder is telefonisch uitgescholden en bedreigd.

De ondernemer wil geen dagen meer vooruit plannen. Op het verzoek van de consument om de rijopleiding te beëindigen heeft de ondernemer gedreigd om hoge annuleringskosten in rekening te brengen, zodat de consument niets terug krijgt.

De consument heeft zich tot de BOVAG gewend met zijn klacht. De ondernemer heeft echter niet gereageerd op het verzoek van de BOVAG om een reactie. Daarop heeft de BOVAG de consument doorverwezen naar de commissie.

Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

De ondernemer betwist de juistheid van het verhaal van de consument. De consument tracht een probleem te creëren om zo het lesgeld terug te vragen. De echte reden is dat de consument helaas zijn rijbewijs in 25 lessen niet kon halen.

Leerlingen zijn er in drie categorieën: talent leerlingen, gemiddelde leerlingen en leerlingen met bagage. Bij de eerste les probeert de rijinstructeur te achterhalen met wat voor een leerling hij te maken heeft. Ook wordt aan de ouders gevraagd of er bijzondere zaken zijn waarmee rekening moet worden gehouden.

De moeder van de consument heeft aangegeven dat haar zoon geen problemen heeft, omdat hij al eerder had gereden. Om die reden stond ze erop om het platinapakket aan te schaffen.

Tijdens de eerste les bleek al dat de consument geen rijervaring had, maar het niveau van een beginner. Dat liet de ondernemer voorzichtig doorschemeren. Tijdens de tweede les constateerde de ondernemer dat bij de consument sprake was van concentratieproblemen. Dat is met de consument besproken en die bevestigde dat dit ook de reden was dat hij zijn school niet had afgemaakt. Ook bleek dat hij over minimale kennis van de theorie beschikte. Het theorie-examen had hij bij een of andere instelling gehaald. Aan het einde van deze les wees de ondernemer de consument en zijn familie erop dat de consument bij lange na zijn rijbewijs niet in 25 lessen zou kunnen halen en toen begonnen de problemen.

Aanvankelijk was de consument de hele dag beschikbaar om te lessen. Op 21 oktober 2019 werd de ondernemer voor de eerste keer gevraagd om de lessen eerder op de dag te plannen. De consument moest rond etenstijd thuis zijn. De ondernemer beloofde dat te zullen doen, maar dat lukte niet meer in die week en de volgende week wegens de al geplande afspraken met andere leerlingen. De ondernemer heeft zich met succes ingespannen om de lessen in de ochtend te plannen, maar de consument bleef ontevreden. De ondernemer heeft nooit geweigerd om de consument meerdere malen per week in te plannen, maar de voorgestelde lestijden werden vrijwel steeds afgewezen.
Op 5 november 2019 heeft de consument een les gehad, maar op de les van 12 november 2019 kwam hij niet opdagen. De ondernemer heeft een kwartier gewacht en is toen weggereden.

Beoordeling van het geschil
In de onderhavige zaak vordert de consument de kosten van het door hem betaalde lespakket ten be-drage van € 999,99 (platinapakket) terug van de ondernemer.

De consument stelt daartoe dat de ondernemer eenzijdig de aard van de rijopleiding wijzigde van een spoedpakket naar een gewoon pakket en dat de ondernemer niet dan wel onvoldoende bereid bleek zich aan de gewenste lestijden te houden. Ook zou de moeder van de consument zijn uitgescholden en zijn bedreigd.

De ondernemer voert verweer.

De commissie volgt het standpunt van de ondernemer.

De commissie stelt voorop dat ingevolge de toepasselijke BOVAG-voorwaarden, in het bijzonder artikel 6 lid 2 onder a, een leerling een pakket praktijkopleiding mag ontbinden indien de ondernemer toereken-baar tekort is geschoten in de uitvoering daarvan. Daarboven geldt dat als daarvan al sprake zou zijn, de leerling de verkeersschool schriftelijk in gebreke dient te stellen en de verkeersschool een termijn van vier weken moet geven om alsnog behoorlijk na te komen.

Uit de stukken blijkt wel dat er enig geharrewar is geweest over het tijdstip van de lessen, maar van gemotiveerde kritiek van de zijde van de consument op de uitvoering van de lessen als zodanig is de commissie niet gebleken.

Ook de omstandigheid dat de ondernemer reeds in een vroeg stadium aan de consument en familie te kennen gaf dat de consument, gelet op zijn geringe ervaring en concentratieproblemen het rijbewijs niet in 25 lessen zou kunnen halen, is naar het oordeel van de commissie in het geheel niet verwijtbaar, maar juist van belang om overtrokken verwachtingen en latere teleurstellingen te voorkomen. Daarbij is ook niet gebleken dat de ondernemer geen verdere uitvoering aan het platinapakket heeft willen geven of de uitvoering daarvan heeft willen frustreren.

Nu er naar het oordeel van de commissie geen gronden voor de ontbinding van de pakket praktijkoplei-ding aanwezig zijn lijkt het raadzaam dat partijen in overleg treden over het verder vervolgen van de opleiding.

Op grond van het bovenstaande is de klacht van de consument ongegrond.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie wijst het door de consument verzochte af.

Aldus beslist en vastgelegd door de Geschillencommissie Rijopleidingen, bestaande uit mr. F.C. Schirmeister, voorzitter, A. Belt en drs. P.C. Hoogeveen-de Klerk, leden, op 31 juli 2020.