Commissie: Wonen
Categorie: Ontbinding
Jaartal: 2009
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
WON06-0839
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil vloeit voort uit een op 10 februari 2006 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een keuken met inbouwapparatuur en het verrichten van overeengekomen werkzaamheden tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 11.000,– exclusief montage en bouwkundige voorzieningen. Tussen partijen is een voorwaarde opgenomen, betreffende de hoogte van de kosten van de te treffen bouwkundige voorzieningen. Deze voorwaarde is – letterlijk weergegeven – als volgt geformuleerd. § “Maximale kosten voor onderstaande € 2.500,– excl. Montage keuken.
- Verleggen van waterleiding, aan + afvoer, elektra voor keukenapparatuur verleggen + verlichting realiseren van extra stopkontakten voor onder andere koffiezet-apparatuur etcetera.
- Plaatsen van muurtje met gipsblokken van + (245 x 270 hoog) (70 x 270 hoog) (zie tekening) plus afwerking daarvan afstuccen daarvan
- Exclusief evt. randverschijnselen als extra groepen of vernieuwen groepenkast.”
en verderop “Onder voorbehoud van kunnen realiseren van keukenopstelling voor € 2.500,– meerprijs verleggen van leidingen etc. Mocht plaatsing hierdoor niet mogelijk zijn is kosteloze annulering mogelijk van de hele keuken. Schriftelijk aantoonbaar door monteur.” De consument heeft vervolgens de overeenkomst geannuleerd. Het geschil tussen partijen gaat over de vraag of de annulering op grond van de overeengekomen voorwaarde kosteloos kan geschieden of dat annuleringskosten verschuldigd zijn. De consument heeft een bedrag van € 2.700,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd. De consument heeft op 8 mei 2006 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Nadat de ondernemer kenbaar had gemaakt dat de kosten aanzienlijk veel hoger zouden uitvallen dan het afgesproken bedrag van € 2.500,– heeft de ondernemer aangeboden te bezien of er nog andere opties mogelijk waren. De consument heeft meegedeeld daarover te willen nadenken. Vervolgens heeft hij bij brief van 23 maart 2006 kenbaar gemaakt gebruik te willen maken van de ontbindende voorwaarde. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De consument heeft niet aan de ondernemer verzocht de overeenkomst te annuleren, maar hij heeft gebruik gemaakt van zijn recht de overeenkomst te ontbinden. Daarna is namens de ondernemer nog telefonisch contact met hem opgenomen, waarbij hem nadere voorstellen gedaan zijn en is voorgesteld alsnog een nadere overeenkomst te treffen. Daarbij zijn echter geen concrete bedragen genoemd. De consument verlangt een uitspraak van de commissie dat geen annuleringskosten verschuldigd zijn en bovendien vergoeding van door hem gemaakte uren met betrekking tot het geschil. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. In de overeenkomst is een ontbindende voorwaarde opgenomen. Namens de ondernemer is aan de consument meegedeeld dat niet voor het in die voorwaarde genoemde bedrag de betreffende voorzieningen te treffen zijn. De consument heeft vervolgens een schriftelijk verzoek gedaan om de overeenkomst te annuleren. Daarop is vanuit de ondernemer getracht een voor beide partijen passende oplossing te vinden, hetgeen niet is gelukt. Vervolgens is door de ondernemer meegedeeld dat een vrijblijvende offerte uitgebracht kon worden door een door de ondernemer genoemd montagebedrijf. De consument wilde daaraan niet meewerken, hetgeen voor zijn risico komt. Daarom is de consument annuleringskosten verschuldigd. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Tussen partijen is op ondubbelzinnige wijze een ontbindende voorwaarde overeengekomen, betreffende de hoogte van de kosten van te treffen bouwkundige voorzieningen. De consument kon kosteloos annuleren als de in de voorwaarde geformuleerde situatie zich zou voordoen. Aan de consument is vervolgens door de ondernemer meegedeeld dat de betreffende situatie zich inderdaad voordeed, de kosten van de bouwkundige voorzieningen zouden het door partijen in de betreffende voorwaarde opgenomen maximumbedrag overtreffen. De consument heeft daarop, gebruik makend van zijn recht, meegedeeld dat hij de overeenkomst annuleerde. Met die mededeling is de tussen partijen bestaand hebbende overeenkomst geëindigd. Verdere aanbiedingen van de ondernemer doen dan niet meer ter zake. Tussen partijen is uitdrukkelijk overeengekomen dat de annulering kosteloos kon geschieden, zodat de ondernemer geen aanspraak kan maken op vergoeding van annuleringskosten. De commissie is tot het oordeel gekomen dat de tussen partijen bestaand hebbende overeenkomst tot een einde is gekomen, terwijl de ondernemer geen aanspraak heeft op annuleringskosten. De consument klaagt dan ook terecht, dat de ondernemer ten onrechte annuleringskosten in rekening brengt. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De commissie verklaart voor recht dat de tussen de consument en de ondernemer gesloten overeenkomst door de annulering door de consument geëindigd is en dat de ondernemer geen recht heeft op vergoeding van annuleringskosten. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 115,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 500,–. Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Het in depot gestorte bedrag ad € 2.700,– zal worden terugbetaald aan de consument. Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen, op 2 november 2006.