Ontvangst van aanmaningen aannemelijk

De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: Betaling    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 20255

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil   Het geschil betreft het al dan niet aangaan en annuleren van een overeenkomst voor de levering van energie (gas en elektriciteit) tussen partijen in de maand mei 2008.   De consument stelt de klacht op 16 mei 2008 schriftelijk te hebben voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Ik ben door de ondernemer op 13 mei 2008 telefonisch benaderd. Ik heb toen verzocht om nadere informatie, maar in plaats daarvan ben ik aangemeld als nieuwe klant. Bij aangetekende brief van 16 mei 2008 heb ik kenbaar gemaakt niet op de aanbieding in te willen gaan. Desalniettemin heeft de ondernemer mij gewoon als klant aangemeld en ontkennen zij mijn brief van 16 mei 2008 te hebben ontvangen.   De consument verlangt te worden teruggebracht in zijn oude situatie zonder kosten en problemen.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt – op basis van zijn correspondentie met de consument – als volgt.   De consument is met de ondernemer een rechtsgeldige overeenkomst voor de levering van gas en elektriciteit aangegaan voor een periode van drie jaar. De consument is op 10 mei 2008 telefonisch benaderd waarbij er een geluidsopname is gemaakt van de aanmelding van de consument. Uit die geluidsopname blijkt dat er sprake is van wilsovereenstemming van de zijde van de consument. Ook is in dit telefoongesprek expliciet vermeld dat de consument de mogelijkheid heeft om binnen zeven werkdagen schriftelijk te annuleren. De door de consument beweerdelijk verstuurde brief van 16 mei 2008 is nooit door de ondernemer ontvangen. Desgevraagd heeft de consument het bewijs van het aangetekend versturen van die brief niet aan de ondernemer kunnen verstrekken.   Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Ter zitting is het voicelog van het op 10 mei 2008 tussen partijen gevoerde telefoongesprek afgespeeld. Daaruit volgt dat er een overeenkomst is gesloten voor drie jaar voor de levering van gas en elektriciteit en tevens is in dat gesprek aan de consument de mededeling gedaan dat hij de overeenkomst kosteloos binnen zeven dagen kon annuleren. De annuleringsmogelijkheid is tevens vermeld op de productvoorwaarden bij de aanmeldingsbrief van de ondernemer aan de consument van 15 mei 2008. De ondernemer heeft de brief van de consument van 16 mei 2008 niet verkregen. Pas bij brief van de gemachtigde van de consument van 8 september 2008 is die brief bij de ondernemer bekend geworden. De consument heeft alles bij de ondernemer betaald en is inmiddels klant bij een andere energieleverancier.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De commissie heeft de band van het telefoongesprek ter zitting afgeluisterd. Daaruit blijkt genoegzaam dat de consument onvoorwaardelijk heeft ingestemd met een overstap, akkoord is gegaan met een driejarig contract voor de levering van energie (gas en elektriciteit) en dat hij eveneens is gewezen op de mogelijkheid om binnen zeven werkdagen na ontvangst van het welkomstpakket schriftelijk te annuleren. Die annuleringsmogelijkheid is tevens vermeld in de productvoorwaarden behorende bij de bevestiging aanmelding van de ondernemer aan de consument bij brief van 15 mei 2008. Aldus is sprake van een rechtsgeldige overeenkomst tussen partijen.   De vraag die voorligt is of de consument binnen 7 werkdagen na ontvangst van het welkomstpakket (de verzending van het contract op 15 mei 2008) de overeenkomst heeft geannuleerd. De consument stelt dat hij bij brief van 16 mei 2008 aan de ondernemer de overeenkomst heeft geannuleerd. Overeenkomstig artikel 3:37 lid 3 BW rust de bewijslast op de consument, nu hij zich beroept op de gevolgen van de door hem gestelde annulering. Voor aangetekende brieven geldt dat bij betwisting van ontvangst de afzender, in dit geval de consument, dient te bewijzen dat hij de brief aangetekend en naar het juiste adres heeft verzonden en verder aannemelijk dient te maken dat de brief (tijdig) aan de ondernemer is aangeboden. Dat bewijs heeft de consument niet kunnen leveren. Het bewijs van het aangetekend verzenden van die brief heeft de consument niet ingebracht. De klacht van de consument dient dan ook ongegrond te worden verklaard.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De commissie verklaart de klacht ongegrond.   Het door de consument verlangde wordt afgewezen.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 7 augustus 2009.