Commissie: Garantiewoningen
Categorie: Ontvankelijkheid
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
58605
De uitspraak:
De beoordeling van de ontvankelijkheid van de consument
Naar aanleiding van het over en weer door partijen gestelde overwegen de arbiters het volgende. De bevoegdheid van de arbiters is dus beperkt tot de geschillen zoals omschreven op pagina 1 van dit vonnis. Arbiters kunnen derhalve alleen een arbitrale beslissing geven voor zover komt vast te staan dat op grond van de garantieregeling een verplichting op de ondernemer rust. De arbiters stellen vast dat op grond van de inhoud van de koop-/aannemingsovereenkomst de kopers die zowel een woning als een parkeerplaats hebben gekocht, 2 appartementsrechten geleverd hebben gekregen en op deze beide appartementsrechten, de Garantie-/Waarborgregeling Appartementsrechten A 1992 van toepassing is. De hier aan de orde zijnde garantieregeling is (dus) ook onlosmakelijk verbonden aan de aldus verkregen appartementsrechten voor het gebruik van een of meer plaatsen in deze parkeergarages. Het verweer van de ondernemer dat de garantieregeling niet van toepassing zou zijn op de parkeerplaatsen moet gelet op het vorenstaande worden verworpen. Op grond van artikel 15.5 van de dus ook op deze parkeervoorzieningen van toepassing zijnde garantieregeling geldt een algemene garantietermijn van 6 jaar. Indien er sprake is van een ernstig gebrek, zoals omschreven in artikel 7A:1645 van het Burgerlijk Wetboek, geldt ingevolge artikel 15.6 van de garantieregeling een garantietermijn van 10 jaar. Vaststaat dat deze parkeergarages zijn opgeleverd op 15 maart 2001. De algemene garantietermijn is verstreken op 15 juni 2007, dat wil zeggen 6 jaar en drie maanden na oplevering. Indien er sprake is van een ernstig gebrek in de zin van artikel 15.6 eindigt de garantietermijn op 15 juni 2011. Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting zijn de arbiters vooralsnog van oordeel dat sprake kan zijn van een ernstig gebrek in de zin van artikel 7A: 1645 BW. Daarbij nemen zij het volgende in aanmerking. Het zich boven deze parkeerruimtes bevindende dak is van aanvang af bedoeld en ingericht als openbaar toegankelijke ruimte, namelijk als een daktuin toegankelijk voor het publiek. De VVE heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat thans deze tuin niet meer kan worden betreden in verband met het gevaar dat men door de houten delen van het dak c.q. de dakconstructie zakt als gevolg van houtrot in de dakdelen en dat de daktuin om die reden ook niet meer kan worden onderhouden. De VVE heeft inmiddels al weer geruime tijd de daktuinen moeten afsluiten wegens – kort gezegd – de kans op levensgevaar. Nu de VVE binnen de gestelde garantietermijn van tien jaren, die eindigde op 15 juni 2011, (herhaald) de klacht aan de ondernemer heeft voorgelegd, is de garantieregeling van toepassing en dient de VVE in de klacht, voor zover deze ziet op een ernstig constructief gebrek aan de dakconstructie van beide parkeergarages, te worden ontvangen. De ondernemer heeft weliswaar aangevoerd dat er ten aanzien van de kleine parkeergarage geen klachten zijn ontvangen na 2004 en dat er dus geen gebreken bestaan ten aanzien van deze garage. Echter, gelet op het beperkte kader van de beoordeling van de bevoegdheid en ontvankelijkheid, is voor de arbiters voldoende vast komen te staan dat de dakconstructies op beide garages identiek zijn en dat mag worden verwacht dat ook de problemen met deze constructies identiek zullen zijn. Gelet hierop kunnen de overige verweren onbesproken blijven en wordt als volgt beslist. Beslissing Arbiters zijn niet bevoegd om kennis te nemen van de geschillen van partijen die uitsluitend betrekking hebben op de wijze van totstandkoming, inhoud en/of uitvoering van de door hen gesloten GIW koop- en/of aannemingsovereenkomst(en); Arbiters zijn wel bevoegd kennis te nemen van de geschillen van partijen die uitsluitend betrekking hebben op de nakoming van de garantie- en waarborgregeling en de verplichtingen die die regeling op de ondernemer heeft gelegd, en alleen in zoverre oordelend: Arbiters, rechtdoende naar de regelen des rechts, verklaren de VVE ontvankelijk inzake diens klachten op basis van artikel 15.6 van de garantieregeling. Dit arbitraal vonnis is gewezen te Den Haag op 15 maart 2012 door de Geschillencommissie Garantiewoningen.