
Commissie: Post
Categorie: Schadevergoeding
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
201089/205519
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Consument heeft een pakket met de verzendservice van ondernemer verstuurd. Dit pakket is met schade aangekomen bij de derde partij. De schade is € 150,– en deze wil de consument van de ondernemer terugkrijgen. Ondernemer geeft aan dat consument het pakket zonder verzekering heeft opgestuurd en daarmee zelf het risico en ook eventuele kosten draagt. De commissie oordeelt dat consument geen aanspraak kan maken op een schadevergoeding, omdat hij het pakket niet verzekerd heeft. De klacht wordt dan ook ongegrond verklaard.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Post (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 6 april 2023 te Den Haag.
De commissie heeft de behandeling van het geschil op basis van de stukken, zonder mondelinge behandeling, afgedaan.
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft beschadiging van de inhoud van een niet-verzekerd pakket.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Op 11 januari 2023 heeft de consument schade geleden door toedoen van de ondernemer. Het door de consument in ongeschonden staat verzonden pakket met twee achterlichten is door de ondernemer beschadigd en zodanig afgeleverd. Het gaat hierbij om de volgende schade: [naam automerk] achterlichten, links en rechts. Deze set achterlichten zijn via [naam advertentiewebsite] verkocht voor € 150,–. De schade betreft ergo € 150,–.
Zowel de achterlichten als de doos zijn tevoren gefotografeerd, waaruit blijkt dat alles in ongeschonden staat en goed verpakt (in de originele [naam automerk] fabrieksdoos) is overgedragen aan de ondernemer. Uit de foto’s bij ontvangst blijkt dat zowel de verpakking als de achterlichten stuk door de ondernemer zijn afgeleverd. Deze schade is uitsluitend aan de ondernemer toe te rekenen. Hij heeft de zending moeten beschermen tegen de veroorzaakte schade. Te meer nu de doos kenbaar voorzien was van waarschuwingsstickers.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Bij aflevering van het pakket bij de geadresseerde bleek de inhoud van het pakket beschadigd te zijn. Hierop heeft de consument contact opgenomen met de ondernemer. Door de klantenservice-medewerker is de consument geïnformeerd dat het pakket zonder aanvullende dienst is verzonden. Dat betekent dat hij helaas niet in aanmerking komt voor een schadevergoeding. Desondanks is de claim wel voorgelegd aan de afdeling Schadeservice. Die heeft coulance halve besloten (onverplicht) om alsnog een schadevergoeding toe te kennen van € 100,–. Dit bedrag (en de verzendkosten ad € 6,75) zijn uitgekeerd op 26 januari 2023.
Het verweer komt er in hoofdzaak op neer dat de ondernemer slechts aansprakelijkheid aanvaardt voor schade aan of vermissing van (de inhoud van) postzendingen als die met de services “Aangetekend” of “Verzekerservice” verzonden zijn (zie artikel 9.3 van de toepasselijke Algemene Voorwaarden (AV)). Het pakket van de consument is niet met één van deze services verzonden. Bij schade ofwel vermissing die ontstaan is bij de uitvoering van een vervoersovereenkomst waarbij geen gebruik is gemaakt van deze services is de ondernemer niet aansprakelijk (artikel 9.1 AV).
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Op grond van het bepaalde in de Postwet en uitgewerkt in de AV is de ondernemer alleen aansprakelijk als het pakket aangetekend of verzekerd verzonden is. Dat is een keuze van de wetgever. Van verzekering of aangetekend versturen, is in dit geval geen sprake. Kennelijk heeft de consument de keuze gemaakt het pakket onverzekerd te laten. Dan kan hij geen aanspraak maken op een schadevergoeding.
Terzijde merkt de commissie nog op dat de wijze van verpakking (fabrieksverpakking) niet impliceert dat die verpakking voldoende is voor verzending via de ondernemer. Ook de vermelding van stickers als door de consument bedoeld, betekent niet dat het pakket een speciale behandeling krijgt.
De commissie merkt ook op dat de uitgekeerde coulance-uitkering ad € 106,75 in hoge mate tegemoetkomt aan de eis van de consument. Dat was een onverplichte toezegging die de commissie alleszins redelijk vindt.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Post, bestaande uit de heer mr. R.J. Paris, voorzitter, de heer A. Verkaik en de heer H.W. Zuur, leden, op 6 april 2023.