Onvolledige informatie bij aangaan overeenkomst

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Energie Zakelijk    Categorie: Informatieverstrekking    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ten dele gegrond   Referentiecode: 186323/190662

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De klager klaagt erover dat zij is overgestapt naar een nieuwe energieleverancier (de ondernemer) op basis van informatie die later niet bleek te kloppen. De klager wilde daarom de overeenkomst ontbinden, maar dat kon volgende de ondernemer niet. De ondernemer heeft geen verweer gevoerd. De commissie stelt vast dat er sprake is geweest van onvolledige informatie van de kant van de ondernemer. De klacht is gegrond.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
De verbruiker/aangeslotene heeft de klacht voorgelegd aan het bedrijf.

Het geschil betreft de totstandkoming van de overeenkomst tot de levering van energie.

De verbruiker/aangeslotene heeft een bedrag van € 1.230,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.

Standpunt van de verbruiker/aangeslotene
Voor het standpunt van de verbruiker/aangeslotene verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De verbruiker/aangeslotene is telefonisch benaderd door het bedrijf. Haar is gezegd dat zij bij haar oude leverancier veel meer zou moeten betalen dan wanneer zij zou overstappen naar het bedrijf. De verbruiker/aangeslotene is afgegaan op die informatie en is overgestapt naar het bedrijf.
Vervolgens kwam zij erachter dat de informatie niet juist was. Vrijwel direct na het afsluiten van de overeenkomst heeft zij laten weten dat zij terug wilde komen op haar besluit en toen pas bleek dat zij volgens het bedrijf geen wettelijke bedenktijd had.
Het gaat om een contract van vijf jaar en de verbruiker/aangeslotene wil terug naar haar oude leverancier, maar kan de boete voor een vroegtijdige opzegging niet betalen.
Volgens de verbruiker/aangeslotene is er sprake van dwaling.

Standpunt van het bedrijf
Het bedrijf heeft geen standpunt bekend gemaakt.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Uit de overgelegde stukken maakt de commissie op dat de verbruiker/aangeslotene tweemaal telefonisch is benaderd door het bedrijf over een nieuw af te sluiten leveringsovereenkomst.
De verbruiker/aangeslotene is afgegaan op de informatie die haar telefonisch is gegeven; de op schrift gestelde overeenkomst is haar daarna toegezonden.
De commissie gaat ervan uit dat de consument snel en naar de commissie aanneemt voor ontvangst van het op schrift gestelde stuk heeft laten weten van de overeenkomst af te willen zien.

Anders dan de verbruiker/aangeslotene kennelijk meent is naar het oordeel van de commissie van dwaling geen sprake. De verbruiker/aangeslotene is tot twee keer toe benaderd en is ingegaan op het aanbod van het bedrijf. Dat van onjuiste informatie sprake is geweest wordt wel aangevoerd, maar verder niet onderbouwd.
Tussen partijen is dan ook een leveringsovereenkomst tot stand gekomen en het bedrijf heeft ook daadwerkelijk energie geleverd van 30 juni 2022 tot 15 september 2022.

Wel is er naar het oordeel van de commissie sprake geweest van onvolledige informatie van de kant van het bedrijf. Dat de verbruiker/aangeslotene een overeenkomst afsloot voor vijf jaar, dat er sprake was van een opzegvergoeding en dat de verbruiker/aangeslotene geen wettelijke bedenktijd toekwam, is – naar de commissie moet aannemen – haar niet gezegd.
Bij het aanbieden van zakelijke energie voor de MKB en ZZP waarvan in deze sprake is, kan een aanbieder vrij kiezen of hij wel of niet een bedenktijd hanteert. Juist ook daarom had het naar het oordeel van de commissie op de weg van het bedrijf gelegen om de verbruiker/aangeslotene er voor het aangaan van de overeenkomst uitdrukkelijk op te wijzen dat de verbruiker/aangeslotene geen bedenktijd toe kwam.

De commissie hanteert als uitgangspunt in zaken als deze dat verbruik moet worden betaald en dat betekent dat de verbruiker/aangeslotene de rekening voor haar geleverde energie moet betalen.

Anders is dat naar het oordeel van de commissie wat de in rekening gebrachte opzegvergoeding betreft.
Uit de overgelegde stukken blijkt dat door het bedrijf een opzegvergoeding van € 11.382,– in rekening is gebracht.
De verbruiker/aangeslotene zegt dat niet te hebben geweten toen zij de overeenkomst aanging en nu het bedrijf dat niet heeft weersproken houdt de commissie het ervoor dat het bestaan en de hoogte van de gehanteerde opzegvergoeding niet met de verbruiker/aangeslotene is besproken voor het aangaan van de overeenkomst.
De commissie heeft overigens moeten constateren dat op de schriftelijke overeenkomst, die kennelijk pas na de telefonische contacten tussen partijen in handen van de aangeslotene/verbruiker is gekomen, niet anders staat dan dat van een dergelijke vergoeding sprake is bij tussentijdse opzegging van de overeenkomst en dat voor de hoogte ervan wordt verwezen naar een ander stuk.
Onder de gegeven omstandigheden is het bedrijf naar het oordeel van de commissie niet gerechtigd de in rekening gebrachte vergoeding te vorderen en is de verbruiker/aangeslotene niet gehouden die vergoeding te betalen.

De verbruiker/aangeslotene vraagt de commissie haar weer terug te zetten naar haar vorige leverancier. Afgezien van het feit dat de commissie daartoe niet de mogelijkheden heeft, maakt de commissie uit de stukken op dat de overeenkomst met de ondernemer inmiddels is beëindigd.

Uit de eindfactuur van het bedrijf dat door de verbruiker/aangeslotene is ingebracht, maakt de commissie op dat het bedrijf voor de geleverde energie een bedrag van € 2.251,20 in rekening heeft gebracht en dat door de verbruiker/aangeslotene in totaal aan voorschotten € 3.260,– is betaald.
Nu de verbruiker/aangeslotene de gevorderde opzegvergoeding niet hoeft te betalen, heeft de verbruiker/aangeslotene € 1.008,80 te veel betaald.
Het bedrijf is gehouden dat bedrag aan de verbruiker/aangeslotene terug te betalen.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht deels gegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het bedrijf betaalt aan de verbruiker/aangeslotene een bedrag van € 1.008,80.

Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindende advies.

Het bedrijf dient overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 181,50 aan de verbruiker/aangeslotene te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Wijst af het meer of andere gevorderde.

Met inachtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag aan de verbruiker/aangeslotene terugbetaald.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is het bedrijf aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie Zakelijk, bestaande uit mevrouw mr. I.E. de Vries, voorzitter, de heer ing. C. Verloop, de heer J.H.L. den Otter, leden, op 31 januari 2023.