Oorzaak stilstaan horloge onduidelijk. Nu klachten direct na aankoop ontstonden, is de ondernemer verantwoordelijk voor het verhelpen daarvan

  • Home >>
  • Sieraden en Uurwerken >>
De Geschillencommissie




Commissie: Sieraden en Uurwerken    Categorie: Non conformiteit    Jaartal: 2019
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 118173

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 16 december 2016 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een horloge [type en merk]

De levering vond plaats op of omstreeks 16 december 2016.

Het geschil gaat over de vraag of het horloge voldoet aan de eisen, die de consument er aan mag stellen.

De consument heeft op 10 februari 2017 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

De consument heeft het horloge waar het over gaat uitgezocht ter vervanging van een ter reparatie aangeboden horloge, die verloren is gegaan.

Het horloge functioneert niet naar behoren. Het staat telkens snel stil. Het horloge is verschillende malen ter reparatie aangeboden en onderzocht, maar dat heeft geen afdoende resultaat gehad. Volgens de ondernemer is er verschillende malen een nieuw uurwerk in gezet door de fabrikant.

Volgens de ondernemer is de consument zelf verantwoordelijk voor het niet goed lopen. Het niet goed lopen van het horloge zou het gevolg zijn van invloeden van buitenaf.

De consument mag verwachten dat het horloge niet zo gevoelig is voor externe invloeden dat het niet goed gebruikt kan worden.

Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De consument behandelt het uurwerk niet anders dan het eerste uurwerk. Er is geen sprake van vreemde objecten of bijzondere omgevingsfactoren. De consument heeft de ondernemer telkens het uurwerk laten zien, waarbij het voor de consument en ook voor de ondernemer niet duidelijk was waarom het uurwerk weer stil stond.

De consument is er overigens van overtuigd dat de ondernemer alles heeft gedaan wat binnen zijn macht ligt om een deugdelijk product te leveren. Dat blijkt echter niet te lukken. De consument verlangt een vervangend horloge van een ander merk of ontbinding van de koopovereenkomst.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

De ondernemer heeft naar aanleiding van de klachten van de consument meerdere malen het uurwerk vervangen en zelfs het volledige horloge vervangen door een geheel nieuw horloge.
Het horloge is ook door de ondernemer zelf en een medewerker langdurig gedragen, waarbij nooit problemen zijn geconstateerd.

Volgens de ondernemer worden de problemen veroorzaakt doordat de consument af en toe in een elektromagnetisch veld komt, waardoor het horloge elektronisch geblokkeerd wordt.

Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De ondernemer heeft alles in het werk gesteld om een deugdelijk horloge te leveren. Telkens is het horloge gecontroleerd door de fabrikant en er is nooit een gebrek ontdekt. Er is een aantal malen een vervangend uurwerk in gezet. De ondernemer heeft zelfs nog eens een controleteken aangebracht om te kunnen zien of werkelijk het uurwerk vervangen is. Dat bleek inderdaad het geval.

De ondernemer heeft ook zelf gezien dat het horloge stil stond. Door een stroomstootje te geven was het uurwerk weer aan de gang te krijgen. De ondernemer acht voorstelbaar dat er iets in de omgeving is, waardoor het horloge stil komt te staan. Daarvoor is de ondernemer echter niet verantwoordelijk.

Deskundigenrapport

De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld.

Het horloge is in het atelier van de deskundige onderzocht.

Het horloge is voorzien van een [merk] kwartsuurwerk [type] Het horloge is getest op  1) stroomverbruik
      2) onderste spanningfunctiegrens
   3) gangnauwkeurigheid
   4) duurcontrole

1) Het stroomverbruik moet lager zijn of gelijk aan 1,20 microampere. Het stroomverbruik bedraagt bij dit uurwerk 1,11 microampere en voldoet daarmee aan de norm.

2) De onderste functiespanningsgrens is een lagere voedingsspanning dan die van de batterij die een spanning heeft van 1,55 Volt. Volgens de fabrieksspecificatie moet het horloge nog lopen bij een spanning van 1,30 Volt. Dit horloge loopt nog bij een spanning van 0,95 Volt hetgeen aangeeft dat het mechanische gedeelte van het uurwerk in uitstekende staat verkeert.
Ook de “”end of live indicatie”” geeft bij een voedingsspanning van 1,30 Volt aan dat de batterij ver-vangen moet worden.

3) De gangnauwkeurigheid geeft aan of het horloge goed op tijd loopt. Bij kwartshorloges ligt de norm op een afwijking van + of – 5 seconden per maand. Dit horloge heeft een afwijking van minder dan 1 seconde per maand en valt daarmee ruimschoots binnen de gestelde norm.

4) De duurcontrole houdt in dat het horloge over een periode van meer dan 24 uur wordt gecontroleerd om te zien of alle onderdelen inclusief de datumverzetting goed functioneren. Het horloge is enige dagen door deskundige gedragen en heeft in verschillende draagstanden op de werktafel gelegen. Hierbij heeft het horloge nog niet één seconde afwijking vertoond.

De conclusie is dat het horloge in goede staat verkeert, er zijn geen gebreken geconstateerd.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De consument heeft aangegeven dat hij een gebrekkig product geleverd heeft gekregen, nu de aan hem geleverde horloge telkens stil komt te staan. De consument heeft het horloge regelmatig ter reparatie aan de ondernemer aangeboden.
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft het horloge onderzocht en geen gebreken  geconstateerd.
 
Ook de ondernemer heeft telkens het horloge onderzocht dan wel door de fabrikant laten onderzoeken, waarbij telkens geen gebreken gevonden zijn. De commissie is er van overtuigd dat de ondernemer daarbij alles in het werk heeft gesteld wat binnen zijn mogelijkheden ligt om een deugdelijk uurwerk te leveren dan wel de oorzaak van het stil gaan staan te achterhalen.

Gebleken is echter dat het horloge van de consument desalniettemin telkens stil staat. De ondernemer heeft erkend dat het horloge van de consument telkens stil komt te staan, hij heeft het telkens ook zelf geconstateerd.
 
Artikel 7:17 van het Burgerlijk Wetboek luidt:
1. De afgeleverde zaak moet aan de overeenkomst beantwoorden.
2. Een zaak beantwoordt niet aan de overeenkomst indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen, alsmede de eigenschappen die nodig zijn voor een bijzonder gebruik dat bij de overeenkomst is voorzien.

3. (Etc …)

De consument mag verwachten dat het horloge onder normale omstandigheden normaal loopt. Als dat niet het geval is bezit een horloge niet de eigenschappen die de consument mag verwachten. Wat dan de oorzaak van het niet functioneren is, is niet van belang voor de consument, tenzij het in diens risicosfeer ligt.

De ondernemer heeft weliswaar vermoedens geuit over van buiten komende oorzaken, die het probleemloos functioneren van het horloge zouden kunnen beïnvloeden. Dergelijke oorzaken zouden wel in de risicosfeer van de consument liggen. De ondernemer heeft voor de commissie echter niet aannemelijk gemaakt dat daadwerkelijk sprake is van een van buiten komende oorzaak die leidt tot het stoppen van het uurwerk.

Daarom voldoet het horloge naar het oordeel van de commissie niet aan hetgeen de consument mag verwachten.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.

De ondernemer heeft reeds herhaaldelijk getracht het horloge in orde te maken. Daarom ziet de commissie geen grond om de ondernemer op te dragen het horloge te herstellen.

Daarom is de commissie van oordeel dat slechts ontbinding van de overeenkomst kan volgen.

De consument heeft het (nieuwe) horloge op 16 december 2016 niet betaald, het horloge was een compensatie voor het verloren gegaan eerder gekochte horloge van de consument. De commissie zal daarom de waarde van het horloge vaststellen. De commissie stelt de waarde van het horloge vast op € 545,–, waarbij uitgangspunt is het bedrag dat is vermeld op de factuur [van bedrijf] van 21 december 2017.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De overeenkomst d.d. 16 december 2016 wordt ontbonden verklaard. Dit betekent dat de ondernemer het horloge terugneemt en aan de consument de waarde van het horloge ad € 545,–vergoedt.

Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.

Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.

De consument is eerst gehouden het horloge terug te geven indien en zodra hij voormeld bedrag van de ondernemer ontvangen heeft.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 77,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Sieraden en Uurwerken, bestaande uit
mr. F.H.C.M. van Schaijk, voorzitter, W.A. Muhring en mr. P.B. Vos, leden, op 10 oktober 2018.