Op basis van de stukken is er sprake van een zakelijke transactie, commissie onbevoegd

De Geschillencommissie




Commissie: Thuiswinkel    Categorie: Bevoegdheid    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: onbevoegd   Referentiecode: 178213/180786

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Klager kocht een rubberboot en een boothoes van de ondernemer. De klager verlangt terugbetaling van het reeds betaalde. Hoewel de partijdiscussie de (non-)conformiteit van de boot betreft, dient de commissie eerst te controleren of de commissie bevoegd is om dit geschil te behandelen. De commissie is van oordeel dat de klager niet als consument kan worden aangemerkt. De commissie is daarom niet bevoegd om het geschil inhoudelijk te behandelen.

De uitspraak

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Thuiswinkel (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden met een digitale videoverbinding via het programma Zoom op
20 januari 2023.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

De klager heeft ter zitting het standpunt toegelicht en werd daarbij bijgestaan door mr. [vertegenwoordiger]. Door de ondernemer is geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid ter zitting het standpunt toe te lichten.

Onderwerp van het geschil
De klager heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft de (non-)conformiteit van een rubberboot.

Standpunt van de klager
Voor het standpunt van de klager verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De klager heeft bij de ondernemer op 12 april 2019 een rubberboot en een boothoes gekocht voor € 1.609,–. Dit bedrag is door de klager aan de ondernemer betaald.

Begin 2020 is osmose aan de boot geconstateerd. De klager stuurde op 2 maart 2020 naar de ondernemer een e-mail met foto’s van osmose aan de boot en gaf hierbij aan dat hij al enkele weken eerder deze osmose bij de ondernemer had gemeld. Op 10 maart 2020 heeft de ondernemer de klager per mail meegedeeld dat het geen osmose kan betreffen, omdat de boot nog geen jaar oud is, dat het waarschijnlijk om gasvorming gaat die is ontstaan tussen het polyester en de gelcoat.

Ook gaf de ondernemer aan dat wanneer een boot veelal op de wal ligt het gas vaak nog kan ontsnappen en dat wanneer de boot langere tijd in het water ligt er oneffenheden kunnen ontstaan en dat dit een bekende product eigenschap van polyester is. De ondernemer stelt zich ten onrechte op het standpunt dat het verder geen afbreuk doet aan de kwaliteit of deugdelijkheid van het polyester. De door de klager ingeschakelde expert [naam] heeft anders geoordeeld.

Door de ondernemer wordt geen oplossing geboden. De klager wil terugbetaling van het bedrag van
€ 1.609,– door de ondernemer.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De klager heeft op 12 april 2019 via de website van de ondernemer een rubberboot gekocht. Naar aanleiding van de melding van de klager in maart 2020 dat sprake is van osmose aan de boot heeft de ondernemer met zijn polyester expert/reparateur geconstateerd dat geen sprake is van osmose maar waarschijnlijk van gasvorming tussen het polyester en de gelcoat. Het is een eigenschap van polyester die geen afbreuk doet aan de deugdelijkheid of kwaliteit van de boot.

Ondanks hiertoe in de gelegenheid te zijn gesteld heeft de klager de boot niet beschikbaar gesteld. De klager is meermaals aangeboden om de boot langs te brengen. Hierdoor heeft hij de ondernemer de kans ontnomen op onderzoek én om eventuele tekortkomingen recht te zetten.

Verzocht wordt de klacht ongegrond te verklaren.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Het geschil betreft de (non-)conformiteit van een rubberboot waarin sprake is van blaas en blaasvorming in de gelcoat. Uit de stukken blijkt dat eerst de vraag aan de orde is of de klager als een consument valt aan te merken dan wel dat het hier om een zakelijke transactie gaat.

Ingevolge artikel 3 van het reglement van de geschillencommissie thuiswinkel (hierna: reglement) heeft de commissie tot taak: “geschillen tussen consument en ondernemer te beslechten.”

Daarbij wordt volgens artikel 1 van het reglement onder consument verstaan: “de natuurlijke persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf (…).”

De klager stelt dat hij de overeenkomst als consument heeft gesloten. Hieruit blijkt dat de klager zich erop beroept dat hij hier als natuurlijk persoon heeft gehandeld. Blijkens de stukken betwist de ondernemer dat dit het geval is. Partijen hebben blijkens de door hen overgelegde onderlinge mailwisseling hierover gecorrespondeerd.

In de e-mail van 8 juni 2020 van de klager aan de ondernemer staat:
“Ik ben zelfstandig ondernemer en de boot is onderdeel van mijn bedrijf. De boot wordt door mij persoonlijk gebruikt wanneer ik schouwingen langs het water maak. Vanwege deze inzet kan ik de boot dan ook niet agendaloos bij u brengen.”

In de mail van 10 juli 2020 van de ondernemer aan de klager staat:
“U geeft nu aan dat u de boot bedrijfsmatig gebruikt. Dit heeft u nog niet eerder gemeld.”

In de e-mail van 14 juli 2020 van de klager aan de ondernemer staat:
“Ik heb aangegeven de boot ’niet agendaloos’ ‘te kunnen brengen. Dit omdat de mogelijkheid zich kan voordoen dat ik een opdracht krijg een schouwing te doen en de boot dan mogelijk nodig kan hebben”.

Hoewel dat gezien die stukken en de gemotiveerde betwisting wel op zijn weg had gelegen, onderbouwt en verduidelijkt de klager zijn aankoop als consument echter onvoldoende met daarvoor relevante nadere feiten of gegevens, bijvoorbeeld over de (voorgenomen) schouw en het daadwerkelijk gebruik van de aangekochte boot. De enkele mededeling ter zitting dat de klager de boot heeft gekocht voor gebruik door zijn kinderen en hij de boot slechts een paar keer voor het doen van een schouw gebruikt is onvoldoende om het voorgaande te weerleggen. Gelet hierop heeft de klager onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij ter zake de overeenkomst uitsluitend als natuurlijk persoon heeft gehandeld.

Op grond hiervan luidt de conclusie dat de klager niet kan worden aangemerkt als consument in de zin van voormeld artikel 1 van het reglement, zodat de commissie niet bevoegd is om het geschil te behandelen.

Dit betekent dat de commissie niet toekomt aan een inhoudelijke beoordeling van de klacht. Voor de consument staat de weg open naar de gewone rechter. De commissie geeft partijen in overweging met elkaar in overleg te treden teneinde alsnog tot een minnelijke oplossing te komen.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie verklaart zich onbevoegd het geschil te behandelen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Thuiswinkel, bestaande uit mevrouw mr. I.K. Rapmund, voorzitter, de heer mr. S.L.R. van Nuijs, mevrouw J.M.A. van Haren, leden, op 20 januari 2023.