Commissie: Makelaardij
Categorie: Kosten
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
39723
De uitspraak:
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Aan de ondernemer is op 31 januari 2009 opdracht verstrekt tot dienstverlening bij de verkoop van de woning van consument. Omdat de consument niet tevreden was over de wijze van dienstverlening is de opdracht ingetrokken op 15 februari 2010. Naar aanleiding daarvan is door de ondernemer op 6 april 2010 een intrekkingsnota verstuurd. Met de op deze nota opgevoerde posten kan de consument zich niet verenigen. De consument is niet bereid tot betaling van de opgevoerde intrekkingskosten ad € 500,– vanwege de gebrekkige dienstverlening. Bovendien wordt over deze kosten ten onrechte BTW berekend. De advertentiekosten zijn niet verschuldigd omdat geen opdracht is gegeven tot het plaatsen van deze advertentie. Ten slotte is ten onrechte BTW berekend over de kosten voor de waardeverklaring. De consument verlangt dat de intrekkingsnota wordt gecrediteerd met de ten onrechte in rekening gebrachte kosten. Voorst is door de consument nog aangevoerd dat de ondernemer ten onrechte een opzegtermijn van drie maanden hanteert, ten gevolge waarvan hij zijn woning gedurende die tijd niet via een andere makelaar heeft kunnen aanbieden en er vertraging is opgelopen bij de verkoop. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De ondernemer betwist dat zij bij de uitvoering van de opdracht toerekenbaar is tekortgeschoten jegens de consument. Voor zover er fouten zijn gemaakt zijn deze van ondergeschikte aard en bovendien hersteld. De intrekkingsnota is geheel conform de afspraken. Overal in de opdracht tot dienstverlening staat dat alle bedragen exclusief BTW zijn. Daar waar dit niet is vermeld, ligt het in de rede er vanuit te gaan dat dit ook voor deze posten geldt. De advertentiekosten zouden bij intrekking van de opdracht voor rekening komen van de consument en aangezien de opdracht daadwerkelijk is ingetrokken zijn de kosten ook op de intrekkingsnota opgevoerd. Omdat het vertrouwen over en weer is geschaad, wordt geen beroep gedaan op de opzegtermijn. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Nu de ondernemer zich niet beroept op de opzegtermijn en overigens de consument zich niet aan de opzegtermijn heeft gehouden door de woning voor het verstrijken van die termijn via een andere makelaar aan te bieden, behoeft dit onderdeel geen bespreking meer. Voor zover door de consument is betoogd dat de ondernemer toerekenbaar is tekortgeschoten in de uitvoering van de overeenkomst wordt het volgende overwogen. Volgens de consument zijn door de ondernemer diverse afspraken niet nagekomen. De advertentie in februari 2009 voor de woning op Funda was compleet verkeerd omdat gegevens van een andere woning werden vermeld. Een woningmagazine van de ondernemer kwam te laat uit wegens interne problemen, waardoor het juiste moment was gepasseerd. Daarnaast was verzuimd om een prijswijziging door te voeren op Funda. Naar het oordeel van de commissie leiden deze fouten, die overigens door de ondernemer niet worden weersproken, gelet op de aard en de omvang daarvan niet tot de conclusie dat de ondernemer jegens de consument toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen jegens de consument. Temeer niet nu de ondernemer de advertentie in februari 2009 op Funda heeft gecorrigeerd direct na kennisneming van fouten in de tekst en de verzuimde prijsverlaging op Funda heeft willen compenseren door het plaatsen van een gratis advertentie. De klacht is in zoverre dan ook ongegrond. In het licht van het voorgaande is de consument de intrekkingskosten van € 500,– verschuldigd aan de ondernemer. De vraag of over dit bedrag nog BTW berekend mag worden, conform de intrekkingsnota, beantwoordt de commissie ontkennend. In de tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst is niet vermeld dat het bedrag van € 500,– excl. BTW is. In dat geval mag de consument er, gelet op artikel 7 van de toepasselijke NVM voorwaarden, vanuit gaan dat bedoeld bedrag inclusief BTW is. Dat bij sommige andere bedragen in de overeenkomst wel uitdrukkelijk is vermeld dat deze bedragen excl. BTW zijn, doet hieraan niet af. Dezelfde conclusie geldt voor de op de intrekkingsnota opgevoerde kosten voor het opmaken van een waardeverklaring. Ook deze kosten worden geacht inclusief BTW te zijn, nu daarover in de overeenkomst niets nader is bepaald, zodat daarover niet nogmaals BTW berekend kan worden. Met betrekking tot de op de intrekkingsnota opgevoerde advertentiekosten is als onbetwist komen vast te staan dat door de onderliggende advertentie door de consument geen opdracht is gegeven. Het aanbod tot het plaatsen van deze advertentie is door de consument niet aanvaard. Indien de ondernemer desondanks tot plaatsing daarvan over gaat, komen de kosten daarvan voor diens eigen rekening. Resumerend is de consument aan de ondernemer verschuldigd: Websites € 50,– Fotografiekosten € 95,– + Subtotaal € 145,– 19% BTW over € 145,– € 27,55 Intrekkingskosten € 500,– (incl. BTW) Kosten opmaken waardeverklaring € 150,– (incl. BTW) Totaal € 822,55 (incl. BTW) Gezien de intrekkingsnota d.d. 6 april 2010 ten bedrage van totaal € 1.082,90 (incl. BTW) is door de ondernemer een bedrag van € 260,35 teveel in rekening gebracht. Voor dit bedrag dient ondernemer een creditnota toe te zenden aan de consument. Het resterende bedrag ad. € 822,55 dient door de consument aan de ondernemer te worden voldaan. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt deels toegewezen. De ondernemer dient binnen vier weken na de verzenddatum van dit bindend advies een creditnota aan de consument toe te sturen, waarbij een bedrag van € 260,35 (incl. BTW) op de oorspronkelijke factuur van € 1.082,90 (incl. BTW) wordt gecrediteerd. De consument dient het resterende bedrag van € 822,55 (incl. BTW) aan de ondernemer te voldoen binnen de op de toe te zenden creditnota gestelde betalingstermijn. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 75,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtgeld. Het meer of anders verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij, op 22 september 2010.