Commissie: Elektro
Categorie: (non)conformiteit / Ontbinding overeenkomst
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: ten dele gegrond
Referentiecode:
146603/160022
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument heeft een stereo-set in de winkel bij de ondernemer ter reparatie gebracht in verband met leesproblemen van de cd-speler. De winkel gaf op het product twee jaar garantie en de consument heeft geen garantie bijgekocht. De consument heeft zich in de winkel beroepen op de wettelijke garantie nu andere vormen van garantie niet meer van toepassing zijn en aangegeven dat zij recht heeft op kosteloze reparatie. De verkoper in de winkel verklaarde dat de consument voor de reparatie moest betalen. Daarom heeft de consument aangegeven dat zij de koop ontbindt en geld terug wil. De ondernemer geeft aan dat de garantietermijn van twee jaar verstreken was. De ondernemer heeft aangegeven dat hij is overgegaan tot het gratis verhelpen van het gebrek. De consument heeft aangegeven dat zij geen herstel meer wil, maar ontbinding van de koopovereenkomst. De commissie kan niet vaststellen dat door de ondernemer kosteloos reparatie is aangeboden. Geconstateerd moet daarom worden dat de ondernemer jegens de consument blijvend in gebreke is gebleven in zijn – in dit geval kosteloze – herstelplicht. De koopovereenkomst tussen partijen wordt ontbonden. De klacht is gegrond.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft (non-)conformiteit van een stereoset en de gevolgen daarvan.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt
het standpunt op het volgende neer.
Op 9 maart 2019 heeft de consument bij de ondernemer een stereoset, merk Pioneer X-HM26-B ad
€ 249,– gekocht.
Op 1 december 2021 heeft de consument de stereoset in de winkel bij de ondernemer ter reparatie
gebracht in verband met leesproblemen van de cd-speler. Deze problemen zijn niet haar schuld. De winkel
gaf op het product twee jaar garantie en de consument heeft geen garantie bijgekocht. De consument heeft
zich in de winkel beroepen op de wettelijke garantie nu andere vormen van garantie niet meer van
toepassing zijn en aangegeven dat zij recht heeft op kosteloze reparatie.
De verkoper in de winkel verklaarde en bleef bij zijn standpunt dat de consument voor de reparatie moest
betalen. Daarom heeft de consument aangegeven dat zij de koop ontbindt en geld terug wil. De consument
heeft via whatsapp de koopovereenkomst ontbonden en meegedeeld dat zij € 210,– terug wil ontvangen en
de reparatie niet meer doorgaat. De stereoset heeft de consument achtergelaten in de winkel.
Bij het terugbrengen van de afstandsbediening in de winkel gaf een andere verkoper aan dat het setje al
opgestuurd was voor reparatie. De consument vond dat vreemd, omdat zij al na een paar uur terug was en
andere goederen naast de toonbank stonden om terug gestuurd te worden. De consument wil alleen
ontbinding van de koopovereenkomst en geen reparatie meer, zij wil daar ook niet voor betalen en ook niet
voor onderzoekskosten omdat zij de koopovereenkomst al ontbonden had.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern
komt het standpunt op het volgende neer.
Op 1 december 2021 heeft de consument de stereoset in de winkel bij de ondernemer gebracht ter
reparatie. De garantietermijn van twee jaar was verstreken.
De ondernemer bespreekt dan meteen met de klant dat hij een prijsopgave doet. De ondernemer doet
automatisch een prijsopgave, omdat de kosten niet op voorhand zijn aan te geven. De monteur moet eerst
naar het product kijken. Dit staat ook op de afgifte reparatiebon die de consument heeft meegekregen. De
consument gaf meteen aan dat zij niets ging betalen en ontbinding van de koopovereenkomst wilde. De
consument is gezegd dat de ondernemer voor een passende oplossing mag zorgen en dat als er kosten
zijn dit met haar wordt besproken. De consument gaf aan dat zij ontbinding van de koopovereenkomst
wilde, het setje niet terug wilde en haar geld terug wilde. Het setje is meteen ter reparatie naar de monteur
opgestuurd.
Na veertien dagen is de consument gebeld met de mededeling dat het setje gratis is gerepareerd en door
haar kon worden opgehaald. De consument gaf aan dat ze een brief naar de geschillencommissie ging
sturen. Na veertien dagen is opnieuw gezegd dat de reparatie gratis is gedaan en is gevraagd wanneer de
consument de set komt ophalen. De consument gaf aan dat de brief onderweg was naar de
geschillencommissie.
De reparatie was al gratis gedaan nog voor indiening van deze klacht.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Het geschil betreft (non-)conformiteit van een stereoset en de gevolgen daarvan.
Artikel 7:17 BW luidt, voor zover van belang, dat de afgeleverde zaak aan de overeenkomst moet
beantwoorden en dat daarvan geen sprake is indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de
mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op
grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen
bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te
betwijfelen.
Artikel 7:21 BW luidt, voor zover hier van belang:
1. Beantwoordt het afgeleverde niet aan de overeenkomst, dan kan de koper eisen:
(…)
b. herstel van de afgeleverde zaak (…)
(…)
3. De verkoper is verplicht om (…) binnen een redelijke termijn en zonder ernstige overlast voor de koper,
zijn in lid 1 bedoelde verplichtingen na te komen. (…)”
Artikel 7:22 BW bepaalt:
1. Beantwoordt het afgeleverde niet aan de overeenkomst, dan heeft bij een consumentenkoop de koper
voorts de bevoegdheid om:
a. de overeenkomst te ontbinden (…);
2. De in lid 1 bedoelde bevoegdheden ontstaan pas wanneer herstel en (…) onmogelijk zijn of van de
verkoper niet gevergd kunnen worden dan wel de verkoper tekort is geschoten in een verplichting als
bedoeld in artikel 21 lid 3 (…)”
Tussen partijen bestaat geen discussie over de aanwezigheid van een gebrek aan de stereoset. Evenmin is
in geschil dat ten tijde van het melden van het gebrek door de consument de voor de stereoset geldende
(fabrieks)garantieduur van twee jaar was overschreden.
De commissie heeft reeds eerder overwogen dat specifiek voor de problematiek van de non-conformiteit,
dus de aansprakelijkheid van een ondernemer voor gebreken na afloop van de garantieperiode onderzoek is gedaan en naar aanleiding van dat onderzoek een tabel heeft opgesteld, waarin de verwachte levens-/gebruiksduur vermeld is. Voor het apparaat dat de consument
gekocht heeft, tegen de door de consument betaalde prijs, is de gemiddelde gebruiksduurverwachting
volgens de betreffende tabel drie jaar.
Voor de bepaling van de gemiddelde gebruiksduurverwachting knoopt de commissie bij deze oorspronkelijk
door Uneto-VNI ontwikkelde richtlijnen aan.
Dit betekent dat sprake is van een gebrek aan de stereoset dat is opgetreden voor de behaalde
levensduurverwachting. Daarmee staat vast dat het apparaat niet beantwoordt aan de overeenkomst als
bedoeld in hiervoor vermeld artikel 7:17 BW.
Vervolgens is aan de orde of herstel van het gebrek dan wel ontbinding van de koopovereenkomst moe(s)t
volgen. De ondernemer heeft aangegeven dat hij is overgegaan tot het gratis verhelpen van het gebrek. De
consument heeft aangegeven dat zij geen herstel meer wil, maar ontbinding van de koopovereenkomst.
Partijen staan lijnrecht tegenover elkaar over wat in de winkel van de ondernemer met elkaar is besproken.
De consument verklaart dat de verkoper in de winkel meteen zei dat de consument moest betalen voor de
reparatie, terwijl zij recht heeft op kosteloos herstel, zodat zij wel moest overgaan tot ontbinding van de
koopovereenkomst. De ondernemer heeft verklaard dat de consument meteen de ontbinding van de
koopovereenkomst inriep en haar geld terug eiste, terwijl hij juist aangaf dat de stereoset eerst moest
worden onderzocht door een monteur en daarna een prijsopgave zou volgen en dat na 14 dagen
telefonisch is meegedeeld dat de set gratis gerepareerd was en voor haar klaar stond. De consument heeft
dit alles (ter zitting) gemotiveerd weersproken. Volgens de consument heeft de ondernemer haar pas
achteraf, na indiening van de onderhavige klacht, telefonisch meegedeeld dat de reparatie gratis is verricht.
De ondernemer heeft deze (nadere) stellingen van de consument niet weersproken nu hij niet ter zitting is
verschenen. Uit de door partijen overgelegde stukken blijkt evenmin dat, voor indiening van de klacht,
kosteloos herstel door de ondernemer is aangeboden of verricht. Zo is bijvoorbeeld geen notitie van een
telefoongesprek aangetroffen.
Gelet hierop kan de commissie niet vaststellen dat door de ondernemer kosteloos reparatie is aangeboden.
Geconstateerd moet daarom worden dat de ondernemer jegens de consument blijvend in gebreke is
gebleven in zijn – in dit geval kosteloze – herstelplicht. Dat de ondernemer hiertoe alsnog is overgegaan
doet hieraan niet af. Daar komt bij dat thans onduidelijk is waar de stereoset zich bevindt, nu deze
maximaal veertien dagen door de ondernemer zou worden bewaard.
Gelet op de hierboven vermelde omstandigheden zal de commissie bepalen dat in dit geval de
koopovereenkomst zal worden ontbonden, zoals voorzien in artikel 7:22 BW.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht in zoverre gegrond is.
De klacht is voor het overige ongegrond.
Als gevolg van de uit te spreken ontbinding treedt een ongedaanmakingsverplichting in voor beide partijen.
Hoewel bij herstel of vervanging van een product in beginsel geen vergoeding van een consument
gevraagd mag worden is dat anders bij ontbinding van de overeenkomst, met name als een consument
geruime tijd onbelemmerd gebruik heeft kunnen maken van het product. In dat geval is het naar het oordeel
van de commissie redelijk om een gebruiksvergoeding toe te passen. De commissie ziet in dit geval
aanleiding hiertoe over te gaan. De consument heeft de stereoset immers ruim 32 ½ maand van de – in
voornoemde tabel genoemde levensverwachting van – drie jaren (36 maanden), onbelemmerd, kunnen
gebruiken. Dit betekent dat de ondernemer in redelijkheid een bedrag van € 25,- aan de consument dient
terug te storten. Vast staat dat de stereoset op 1 december 2021 bij de ondernemer is ingeleverd. De
consument heeft onweersproken aangevoerd dat zij de set niet heeft opgehaald, zodat hiervan wordt
uitgegaan. Gelet hierop zal niet worden bepaald dat de consument de set moet terugleveren.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is. Gelet hierop
dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 62,50 aan de
consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten
verschuldigd.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie bepaalt dat de koopovereenkomst tussen partijen betreffende de stereoset ontbonden wordt.
De ondernemer dient een bedrag van € 25,– aan de consument terug te storten. Betaling van dit bedrag
dient plaats te vinden binnen één maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 62,50
aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten
verschuldigd.
Wijst af het meer of anders verzochte.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Elektro, bestaande uit mevrouw mr. I.K. Rapmund, voorzitter, de
heer drs. H.H.F.M. van den Oever, de heer mr. P.B. Vos, leden, op 2 mei 2022.
mevrouw mr. I.K. Rapmund