Overeenkomst ontbonden vanwege gebreken aan vloer

De Geschillencommissie




Commissie: Afbouw    Categorie: (non)conformiteit    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 20177/24454

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De klacht gaat over scheuren en vocht in een vloer. De ondernemer heeft het gebrek al meerdere keren proberen te verhelpen, maar zonder succes. Het probleem zit volgens de consument in de egalisatielaag. Die is niet overal even dik. De ondernemer heeft geen schriftelijk verweer gevoerd, maar was wel bij de zitting en het deskundigenonderzoek aanwezig. De ondernemer heeft ter zitting aangevoerd dat de vochtproblemen eerst moeten worden opgelost, voordat herstel kan worden uitgevoerd. De deskundige heeft vastgesteld dat de omvang van de schade ernstig is. Herstel is volgens de deskundige niet mogelijk. De commissie stelt vast dat de ondernemer is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst. De commissie ontbindt de overeenkomst tussen partijen integraal en wijst verdere schadevergoeding af.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 4 april 2019 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren en aanbrengen van een meerkleurige (betonlook) polyurethaangietvloer tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van
€ 4.787,21.

De overeenkomst is uitgevoerd in of omstreeks de maand mei 2019.

De consument heeft op 11 september 2019 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

Nadat in deze zaak in juni 2020 een minnelijke regeling was bereikt, zijn in de loop van de tijd nieuwe, meerdere en veel ernstiger klachten aan de vloer ontstaan. Op verschillende plekken zijn er nieuwe scheuren in de vloer gekomen en is op één plaats ter grootte van iets minder dan 1 m2 hoorbaar dat de aangebrachte vloer (egalisaltielaag + afwerkingslaag) niet meer hecht aan de ondergrond. Op die plaats is ook de meeste schade waar te nemen en is (zie hieronder) door de ondernemer ook een stuk vloer verwijderd i.v.m. onderzoek. De ondernemer is bij mij thuis de zaak komen bekijken, waarbij een stuk van de gietvloer (in de orde van 45 x 30 cm) is weg gebikt en een vochtmeting is gedaan. Eerste conclusie is dat mogelijk de hele vloer opnieuw moet. Daarbij is afgesproken dat partijen bij hun verzekeraars zouden nagaan of die dekking bieden. Mijn opstalverzekeraar biedt geen dekking. De ondernemer is er niet duidelijk over of hun verzekeraar dekking biedt. Van belang te vermelden is dat de scheur die oorspronkelijk aanleiding tot indiening van de klacht bij u gaf, destijds in het kader van de minnelijke regeling in een tijdsbestek van hooguit 10 minuten door de ondernemer is gerepareerd. Deze überhaupt lelijk herstelde scheur is overigens weer gaan scheuren en onderhand ook groter geworden. Een en ander is mijn inziens illustratief voor hoe de ondernemer met deze zaak is omgegaan en thans ook omgaat. Reden dat ik niet eerder aan de bel heb getrokken is dat de nieuwe schade ten eerste niet van de ene dag op de andere is ontstaan. Ik was er eigenlijk wel klaar mee en wilde niet nog weer knokken tegen een kennelijk onwillige tegenpartij. Ik was zogezegd murw en bereid wat schade voor lief te nemen. Maar de schade is thans dusdanig dat dat eigenlijk geen optie meer is. Vandaar dat ik mij toch weer tot de geschillencommissie richt in de hoop dat via u wel een redelijke oplossing valt te bewerkstelligen

In reactie op het in het deskundigenrapport heb ik een aantal aanvullingen, verbeteringen en opmerkingen.

T.a.v. de gebruikte materialen: mij is niet bekend of de genoemde voorstrijklaag “Uzin PE 360 hecht voorstrijk” werkelijk is aangebracht. In mijn herinnering hebben de werklui meteen op de aanwezige vloeren in het hoofd- en achterhuis de egalinelaag aangebracht.

Beschrijving pand: het huis dateert niet van 1735, maar van 1635. De later in het rapport genoemde steeg is een inpandige steeg die onder de beletages (dat zijn etages gelegen op ca 150 cm boven het maaiveld) van de huisnummers 211 (mijn huis) en 213 (huis van de buren) doorloopt. Deze overdekte en op zich droge steeg ligt ongeveer gelijkvloers (eerder lager) met de vloeren waar de in het geding zijnde gietvloer op is aangebracht.

De onder de slaapkamer reeds aanwezige ‘steenachtige’ ondervloer is een in 1976 bij gelegenheid van een restauratie van het pand aangebrachte betonnen (cement?) ‘werkvloer’.

De in de slaapkamer aangebrachte elektrische vloerverwarming rond het bed betreft een matje dat op die oude vloer is gelegd en dat door de ondernemer in de door hen aangebrachte egalinelaag is ‘verwerkt’. Deze vloerverwarming is derhalve niet in de oude werkvloer verwerkt.

De egalinelaag (egalisatielaag) is zeker niet overal even dik. In de badkamer is zij dun en in de slaapkamer varieert die van circa 25 mm tot op sommige plekken naar schatting 50 mm. Bovendien is deze egalisatielaag door een inschattingsfout van de ondernemer niet in 2 lagen, maar in 2 fasen aangebracht. Het gaat dus om 1 laag. Ter verduidelijking: Ongeveer ter hoogte van waar zich nu de meeste problemen voordoen bleek bij het aanbrengen van de egalisatielaag dat men door de (egalisatie) grondstoffen heen was. Er was kennelijk niet goed gerekend en/of rekening gehouden met hoogteverschillen in de oude vloer. Daardoor moest – volgens de ondernemer – eerst gewacht worden tot de tot dan toe aangebrachte egalinelaag was uitgehard (ca 2 weken tijd voor nodig, kan ook 1 week zijn geweest, dat weet ik niet meer), voordat de rest van de nog ontbrekende egalisatielaag kon worden aangebracht. Na deze wachttijd is de egalisatie afgerond.

Het na eerdere interventie van de Geschillencommissie uitgevoerde herstel aan de toen voor het eerst aan het licht gekomen scheur is door de ondernemer inderdaad hersteld, maar die scheur is nu weer geheel terug en ook groter geworden. Het herstel heeft de ondernemer destijds in circa 10 minuten uitgevoerd, hetgeen zeer opmerkelijk was gezien de offerte voor een bedrag van € 731,39 die daarvoor eerder door de ondernemer was uitgebracht. De kleur was ook niet helemaal hetzelfde, maar ik was er wel klaar mee en had geen zin in nog meer strijd.

Ten tijde van het verwijderen van een deel van de vloer in mei 2022 was van blaasvorming geen sprake meer. Die was overigens enige tijd daarvoor wel te zien geweest en is ook door de ondernemer waargenomen. De blaasvorming heeft zich overigens vanaf dat de vloer is aangebracht slechts 1 keer gedurende enkele weken voorgedaan.

De hoogte van de bad- en slaapkamervloer is niet zo laag dat die zich op het niveau van het grondwater bevindt. Uit een onlangs uitgevoerd geohydrologisch onderzoek aan een pand 3 huizen verderop blijkt dat het grondwaterpeil varieert tussen 02 en 0,5 m – NAP. Mijn woning ligt aan de voorkant op 0,6 meter boven NAP. Vanwege de privacy van mijn buurman kunnen niet de algehele rapporten van de desbetreffende onderzoeken in de procedure worden gebracht. Uit hetgeen ik upload zou echter voldoende aannemelijk moeten zijn dat het klopt wat ik hierboven schrijf. Overigens is niet uit te sluiten dat in mijn geval sprake is van optrekkend vocht door niet waterdichte eeuwenoude muren, hetgeen bij oude huizen zoals het mijne eerder gewoon dan afwijkend is.

Dat tussen de vloerafwerking en de niet door de ondernemer aangebrachte wandafwerking van gestucte voorzetwanden in bad- en slaapkamer geen kitnaad is aangebracht, is juist. Of dat iets is waar ik of de ondernemer moest zorgen is niet helemaal duidelijk, maar kan als zijnde van ondergeschikt belang in het midden blijven. Het ontbreken van een kitnaad geeft in de slaapkamer geen enkel probleem en in de badkamer ook nauwelijks, omdat op die plaatsen geen nattigheid komt. Waar de gietvloer overgaat in door de ondernemer verzorgde wandafwerking (over bestaande betegeling bij het bad, de wc en wastafel) is echter op behoorlijk wat plekken sprake van niet goed gesealde wanden, waardoor bij nat worden van die wanden sprake is van verkleuring door vochtinwerking.

In de rapportage van de deskundige wordt ook aandacht gegeven aan de scheuren die in verband worden gebracht met verschillende mate van zakken van voor- en achterhuis. Deze scheuren moeten derhalve worden geacht te zijn ontstaan los van mogelijke scheurvorming ten gevolge van vochtinwerking op de vloer. Ik merk hierover op dat ik destijds, voordat er een offerte door de ondernemer werd uitgebracht, de ondernemer heb gewezen op verschillen tussen de fundering tussen hoofd- en achterhuis, waardoor volgens mij vermoedelijk een dilatatievoeg of iets dergelijks noodzakelijk zou zijn. De ondernemer gaf toen aan dat dat echt niet nodig zou zijn, omdat hun vloer zo flexibel zou zijn dat een verschil van enkele millimeters probleemloos door de gietvloer opgevangen zou worden. Het heeft er alle schijn van dat dat niet klopt gelet op een aantal scheuren bij welke er geen enkele reden is om aan te nemen dat die door vochtinwerking zouden zijn ontstaan.

Naast de gietvloer is door de ondernemer in een deel van de badkamer een ongeveer gelijk kleurende afwerklaag op de reeds aanwezige betegeling aangebracht. Die afwerklaag heeft geen goede sealing, hetgeen hij wel zou moeten hebben. Zodra er water op komt, is op diverse plekken sprake van verkleuring door intrekkend vocht. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen, maken wij meteen na het gebruik van het bad of de douche de desbetreffende muren droog. Dat is niet wat van deze afwerklaag verwacht mag worden. Een deel van deze problemen is op specifieke plekken toe te schijven aan een niet voldoende afkitlaag tussen bad en de door de ondernemer aangebrachte muurafwerking. De ondernemer heeft desgevraagd meermaals aangegeven hiervoor niet verantwoordelijk te zijn. Gelet op dat de muurafwerking op een bestaande betegeling bij een reeds aanwezig bad is aangebracht, is dit m.i. een niet houdbaar standpunt. Het product moet zodanig zijn (aangebracht) dat het niet bij het eerste beste water er tegenaan verkleurt. Ook heeft de ondernemer nagelaten mij erop te wijzen dat de oude kitlaag bij het bad moest worden vervangen. Dat is pas aan mij gemeld, toen ik een paar keer over de verkleuringen van de muren door onvoldoende waterdichtheid had geklaagd. Op de andere plekken, waar geen sprake was en is van een voorheen aanwezige kit, is op sommige plekken ook sprake is van een onvoldoende sealing. De niet voldoende sealing van een en ander is m.i. een geval van niet product conformiteit.

Het deel van de scheurvorming dat niet aan dilatatie tussen voor- en achterhuis is toe te rekenen en dat evenals de onthechting door vocht lijkt te worden veroorzaakt had m.i. net zoals de onthechting door de ondernemer voorzien moeten worden. Althans had de ondernemer er op zijn minst op moeten wijzen dat bij oude huizen, zoals bij het mijne, dit soort problemen kunnen ontstaan. Ik beschikte en beschik niet over de kennis over dit soort vloeren en de factoren waar dit soort vloeren gevoelig voor zijn, zoals een gespecialiseerd bedrijf als de ondernemer dat wel heeft of behoort te hebben. Ik had zelfs in de verste verte geen idee dat vocht een dergelijke (badkamer)vloer om zeep kon helpen. De ondernemer had die kennis wel en had, toen zij voor het uitbrengen van de offerte de toestand ter plaatse kwamen opnemen (waarbij zij zonder meer ook hebben kunnen zien dat het om verblijfsruimtes gaat die iets onder het maaiveld gelegen zijn), moeten beseffen dat vanwege de monumentale staat van het huis er wel eens problemen (met (optrekkend) vocht konden ontstaan.

Naar ik thans weet, schijnt hetgeen zich bij mij voordoet zeker niet uniek te zijn en vaker bij erg oude huizen te spelen. Op de ondernemer rustte derhalve de plicht mij voor eventuele vochtproblemen te waarschuwen, en/of bij twijfel voor te stellen daar onderzoek naar te doen dan wel aanvullende maatregelen te treffen om ellende zoals bij mij te voorkomen. De ondernemer heeft dat uitdrukkelijk niet gedaan, en heeft in die zin ook niet aan de op hem rustende informatieplicht voldaan.

Conclusie: het algehele niveau van de door de ondernemer geleverde vloer voldoet niet aan de daaraan te stellen eisen. Voor zover de gebreken aan die vloer moeten worden toegerekend aan van buiten komend vocht, heeft de ondernemer niet de voorzorgen genomen die daarvoor genomen hadden kunnen worden, of in ieder geval de op hen rustende informatieplicht geschonden. En voor zover sprake is van scheurvorming door verschillen in fundering tussen hoofden achterhuis, heeft de ondernemer ten onrechte nagelaten een dilatatievoeg of vergelijkbare voorziening te treffen, zulks ondanks dat ik daar voorafgaand aan de offerte nadrukkelijk aandacht voor had gevraagd.

Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

Nadenkend over wat ik heb gevorderd, wil ik eigenlijk betaling van de kosten van herstel. Ook wil ik restitutie van wat ik heb betaald, want ik heb een kat in de zak gekocht.

Ik blijf bij wat door mij is aangevoerd. Ik weet niet of de ondernemer aan vochtmeting heeft gedaan voordat hij is begonnen aan deze klus. De ondernemer heeft mij vooraf niet goed geïnformeerd. Dat kan ik zeggen met de kennis van nu. De scheuren staan los van het vochtprobleem. Ik heb de ondernemer er destijds op gewezen dat het een vloer onder het maaiveld betreft. Ook heb ik de ondernemer toen gewezen op het risico van hoogteverschil tussen het voor- en achterhuis. De ondernemer heeft mij desgevraagd meegedeeld dat een dilatatievoeg niet nodig was omdat de vloer dit zou kunnen opvangen.

Het werk is in alle stadia van uitvoering gebrekkig geweest. Ik heb dat uitgelegd bij de verwoording van mijn klacht.

Verder kan ik zeggen dat weer een blaasje zichtbaar is geworden op 30 cm van waar de vloer is opengebroken. Ook is er vocht waar geen vocht bij kan komen; er is geen sprake van plotseling optredend vocht. Het is en blijft allemaal een raar verhaal. Ik was totaal onwetend van al deze problemen; de ondernemer had mij daarvoor moeten waarschuwen.

Standpunt van de ondernemer
De ondernemer heeft geen op schrift gesteld standpunt in het geding gebracht. Wel blijkt het standpunt van de ondernemer uit wat de deskundige daarover heeft opgenomen in diens rapport.

Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

Van herstel kan eerst sprake zijn als de vochtproblemen zijn opgelost. Tijdens het deels weghalen van de vloer bleek het echt nat te zijn op meer plaatsen en niet alleen in de hoek. Voorafgaand aan dit werk zijn diverse vochtmetingen gedaan. Die waren in orde, anders was de ondernemer niet begonnen met de werkzaamheden. Bij twijfel brengen we de vloer niet aan. De ondernemer heeft redelijk wat ervaring in het leggen van gietvloeren in souterrains als deze in [stad]. Een vochtprobleem als hier aan de orde, is gewoon niet uit te sluiten. De ondernemer wil meedenken in het uitvoerend herstellen. Maar er zal wel eerst een vochtscherm aangelegd moeten worden. Vocht is niet seizoen gebonden. Er is geen afbakening.

Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft volgens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.

Partijen waren aanwezig bij mijn onderzoek ter plaatse.

Het betreft een bestaand benedenhuis (appartement) met twee woonlagen gelegen in een pand aan de [straat + nummer] te [stad]. Het bouwjaar van dit pand is ca. 1735. Aan de achterzijde van het pand (appartement) is het zogenaamde achterhuis gesitueerd. Ondernemer heeft het souterrain van de woning in mei 2019 voorzien van een meerkleurige (betonlook) pu-gietvloer. In het souterrain bevindt zich de slaapkamer (ca. 15m²) en de badkamer (ca. 6m²). De slaapkamer bevindt zich in het oorspronkelijke deel van het pand (het ‘voorhuis’) en de badkamer bevindt zich in het achterhuis. In de badkamer heeft ondernemer de vloerafwerking aangebracht over een bestaande tegel- of marmervloer. De badkamervloer was al voorzien van een bestaande vloerverwarming. In de slaapkamer heeft de ondernemer de pu-gietvloer aangebracht over een bestaande cementgebonden ‘steenachtige’ dekvloer zonder vloerafwerking. Vooraf heeft een derde partij, in opdracht van consument, deze ondervloer plaatselijk (alleen rondom het bed) voorzien van een elektronische vloerverwarming. Vervolgens heeft ondernemer de slaapkamervloer voorzien van een 25 tot 30 mm dikke egalisatie laag om een gelijk vloerveld te creëren tussen bad- en slaapkamer. De 25 tot 30 mm dikke egaline laag is door ondernemer in twee lagen aangebracht en heeft meer dan twee weken kunnen drogen voordat deze in mei 2019 is voorzien van een betonlook (meerkleurige) pu-gietvloer. Voordat de ondernemer zijn werkzaamheden heeft aangevangen wordt de ondergrond op restvocht gecontroleerd. Deze was voldoende droog om de vloerafwerking (egalisatie en pu-gietvloer) aan te brengen.

In oktober 2019 heeft consument melding gemaakt van een ca. 12 cm lange scheur in de pu-gietvloer, deze bevindt zich op de overgang van slaapkamer naar badkamer (tussen voor- en achterhuis). Deze scheur is door ondernemer hersteld.

Vervolgens heeft consument op 11 maart 2022 per mail wederom melding gedaan bij ondernemer van ernstige scheur- en blaasvorming zichtbaar in de pu-gietvloer. Begin mei 2022 heeft ondernemer de vloer geïnspecteerd en heeft in de slaapkamer een stuk van de vloerafwerking verwijderd. Hierbij is komen vast te staan dat er zeer veel vocht aanwezig was. Partijen hebben afgesproken te kijken of hun verzekeraars de ontstane schade mogelijk dekken. Dit blijkt niet het geval te zijn, waarop consument heeft besloten De Geschillencommissie in te schakelen. Op dit moment ervaart consument de volgende klachten t.a.v. de vloerafwerking:
1. de PU-gietvloer toont, in de slaapkamer en op de overgang slaap- naar badkamer, scheuren;
2. in de slaapkamer vertoont de vloerafwerking onthechting;
3. tussen vloerafwerking en wandafwerking is geen kitnaad aangebracht waardoor, met name in de badkamer, vocht in de wand kan trekken.

Mijn vaktechnisch oordeel luidt als volgt:

Ter plaatse is door deskundige een witte, meerkleurige (betonlook), pu-gietvloer aangetroffen. In deze pu-gietvloer is op meerdere plekken (alleen in de slaapkamer) en op de overgang naar de bad- kamer scheurvorming zichtbaar. In de badkamer vertoont de pu-gietvloer geen scheurvorming of onthechting. De blazen (osmose) zichtbaar in de pu-gietvloer op de foto’s aanwezig in het dossier zijn tijdens de inspectie niet meer waar te nemen. Beide partijen geven aan dat bij het verwijderen van een stuk van de vloerafwerking op 4 mei 2022 er duidelijk vocht was waar te nemen. Door beklopping van het vloeroppervlak met een hamer heeft deskundige vastgesteld (holle klank) dat de vloerafwerking in de slaapkamer op zeer veel plekken onthechting vertoont. Zeker op de plekken waar de pu-gietvloer scheurvorming vertoont is er sprake van ernstige onthechting. Dat de oorzaak van de gebreken (onthechting en scheurvorming) door vocht is veroorzaakt staat voor deskundige vast. De calciumsulfaatgebonden egaline laag (Uzin NC 115) met de ondergelegen acrylaat primer (Uzin PE 360) vereist een blijvend droge ondervloer. Wanneer dit niet het geval is zal er onthechting en zwelling (gips) met scheurvorming ontstaan. Dit is wat deskundige in de slaapkamer vloer heeft vastgesteld.

Duidelijk is dat een flexibele pu-gietvloer niet uit zichzelf scheurvorming kan vertonen (materiaaleigenschap), dit moet uit de ondergelegen 25 tot 30 mm dikke egaline laag komen. De blaasvorming zichtbaar op de foto’s in het dossier (zie bijgevoegde foto’s 5 & 6 onderaan deze rapportage) wordt door osmose veroorzaakt. Om osmose te kunnen laten ontstaan is de aanwezigheid van de volgende 4 zaken essentieel:
1. in water oplosbare stoffen, bijvoorbeeld: a. immer aanwezige zouten aanwezig in een minerale ondervloer b. overmaat van niet gebonden stoffen in de epoxy primer (A & B comp.) c. vervuiling aanwezig in bestaande oude ondervloeren;
2. een semipermeabel membraam, de epoxy primerlaag;
3. een dampdichte vloerafwerking, de pu-gietvloer;
4. water Water zal altijd in de vorm van restvocht in een minerale ondervloer aanwezig zijn. Wanneer dit restvochtpercentage < 4,0% spreekt men van een droge ondervloer die geschikt is voor het aanbrengen van een vloeistofdichte vloerafwerking zoals een pu-gietvloer. Van belang is dat er geen aanvoer van vocht van buiten de constructie mogelijk is, er dient een blijvend droge ondervloer aanwezig te zijn. Blijkbaar is er hier sprake van een aanvoer van vocht wat zich na applicatie van de vloeistofdichte vloerafwerking in de ondervloer heeft kunnen ophopen (verborgen gebrek). Omdat de slaapkamer voorheen niet was voorzien van een vloeistofdichte vloerafwerking heeft de dekvloer hier blijkbaar aan de lucht kunnen drogen. Blijkbaar was de aanvoer van vocht kleiner dan de afvoer waardoor de ondervloer door de ondernemer droog is gemeten voor aanvang werkzaamheden. Gezien het trage schadeverloop lijkt dit de meest logische verklaring waardoor de vloerafwerking, aangebracht in mei 2019, pas na verloop van tijd (3 jaar na applicatie) de hierboven genoemde gebreken is gaan vertonen.

Momenteel kan de ondervloer, door het verwijderen van de vloerafwerking, weer gemakkelijk aan de lucht drogen waardoor de blazen inmiddels zijn weggetrokken. Verder wordt aangegeven dat er achter de wand van de slaapkamer een steegje zit die toegang gaf tot het voormalige [plek]. Omdat er voor de constructieve wanden voorzet wanden zijn geplaatst, is niet zichtbaar of er mogelijk via deze weg vocht naar binnen kan komen. Een andere mogelijkheid is dat de draagvloer (constructievloer) in het souterrain min of meer in het grondwater staat, de draagvloer ligt immers ook onder het maaiveld en het betreft een pand gelegen aan de [straat], waardoor er vocht (grondwater) van buiten de constructie naar binnen komt. Of en op welke wijze er vocht van buiten de constructie naar binnen komt is voor deskundige niet vast te stellen. De scheurvorming op de overgang tussen slaapkamer en badkamer bevindt zich exact op de overgang van voorhuis naar achterhuis. Mogelijk dat deze twee bouwdelen afzonderlijk van elkaar een lichte beweging hebben. Door de toepassing van een bouwkundige dilatatievoeg die in de vloerafwerking dient te worden doorgezet had dit voorkomen kunnen worden. Deze bouwkundige dilatatie is niet aangebracht of was aan het zicht onttrokken tijdens het aanbrengen van de pu-gietvloer door ondernemer. Het aanbrengen van een dilatatievoeg alleen in de vloerafwerking (pu-gietvloer en egaline laag) heeft geen zin, eventuele beweging op de overgang tussen voor- en achterhuis zal spanning in de ondervloer geven waardoor er alsnog scheurvorming kan optreden. Hiervoor dient er een bouwkundige dilatatievoeg tussen voor- en achterhuis te zijn, deze moet in de vloerafwerking worden doorgezet. Alleen dan kan eventuele bewegingsspanning in deze voeg ontladen zonder scheurvorming te veroorzaken. Dat ondernemer de aansluiting vloerafwerking met wandafwerking niet heeft voorzien van een kitnaad staat ook duidelijk in de overeenkomst tussen partijen aangegeven. Op bladzijde 2 van de overeenkomst/offerte staat duidelijk aangegeven dat de prijsopgave exclusief kitwerk is.

De omvang van de klacht is ernstig.

Herstel is niet mogelijk. De vloerafwerking (egalisatie laag met pu-gietvloer) vertoont dermate grote gebreken (scheuren en onthechting in de slaapkamer) dat herstel niet meer aan de orde kan zijn. Het in z’n geheel vervangen van de vloerafwerking is momenteel ook niet mogelijk, hiervoor dient de oorzaak (aanvoer van vocht) eerst weggenomen te worden. Herstel kan pas worden uitgevoerd wanneer er een blijvend droge ondervloer aanwezig is met een restvochtpercentage van ruim onder de 4,0%. Ook zal er op de overgang van de slaapkamer naar de badkamer (voorhuis-achterhuis) een bouwkundige dilatatievoeg constructief moeten worden aangebracht. Deze bouwkundige dilatatievoeg zal in de vloerafwerking moeten worden doorgezet.

Nadat de oorzaak van de gebreken zijn weggenomen (aanvoer van vocht en aanbrengen bouwkundige dilatatievoeg) kan de vloerafwerking wederom worden aangebracht. De kosten hiervan zullen overeenkomen met de oorspronkelijke kosten, vermeerderd met de inflatie:

Slopen bestaande vloerafwerking in slaapkamer (ca. 15m²) € 375,00
Aanbrengen primer & egalinelaag (ca. 15m², 25mm dik) € 1500,00
Aanbrengen alifatische pu-gietvloer (slaap- en badkamer, 21m²) € 1800,00 +
Totaal ex BTW € 3675,00

BTW 21% € 771,75 +
Totaal incl BTW € 4446,75

In bovenstaande kostenbegroting zijn de kosten voor het onderzoek en het wegnemen van oorzaak (aanvoer van vocht) niet meegenomen. Ook het aanbrengen van een constructieve dilatatievoeg tussen voor- en achterhuis is niet meegenomen in bovenstaande begroting. Dit ligt buiten de expertise van de deskundige.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Vastgesteld moet worden dat deze zaak al in 2020 door de consument aanhangig is gemaakt bij de geschillencommissie. Door de consument is toen bericht dat de toenmalige klacht door de ondernemer is verholpen, en ook dat de ondernemer het door de consument betaalde klachtengeld aan de consument heeft vergoed. De consument heeft daarom toen verzocht “de klacht niet langer te behandelen en het dossier te sluiten”, aan welk verzoek door het secretariaat van de commissie is voldaan. Er is destijds dus geen bindend advies gegeven door de commissie.

In vervolg op de nu voorliggende (vervolg)klacht is dat dossier heropend, en heeft de consument niet opnieuw klachtengeld hoeven te betalen, zodat daarop geen beslissing van de commissie kan volgen.

Wat dan dus resteert is de beoordeling van de (vervolg)klacht.

De bevindingen en conclusies van de deskundige maakt de commissie tot de hare, dit ook nu daartegen als zodanig door partijen geen bedenkingen zijn aangevoerd.

Op basis daarvan is de commissie van oordeel dat alsnog is komen vast te staan dat de ondernemer toerekenbaar tekort is geschoten in een juiste nakoming van het door partijen overeengekomene. Dit oordeel behoeft te volgende toelichting.

Artikel 5 lid 3 van de hier van toepassing zijnde Algemene Consumentenvoorwaarden voor het Afbouwbedrijf in Nederland, luidt voor zover hier relevant als volgt:
“3. De ondernemer is verplicht de consument te wijzen op:
– onjuistheden in de opgedragen werkzaamheden, waaronder het werken op een ondeugdelijke ondergrond;
– onjuistheden in de door de consument verlangde constructies en werkwijzen; gebreken aan de (on)roerende zaak waaraan het werk wordt verricht;
– gebreken in of ongeschiktheid van materialen of hulpmiddelen die door de consument ter beschikking zijn gesteld;
Eén en ander tenzij de ondernemer deze gebreken of onjuistheden niet kende of redelijkerwijze niet behoorde te kennen.”.
De commissie is van oordeel dat de hiervoor aangehaald bepaling, de ondernemer bij het aangaan van de overeenkomst met de consument ertoe noopte om de consument erop te wijzen dat (eerst) in de overgang van de slaapkamer naar de badkamer (voorhuis-achterhuis) een bouwkundige dilatatievoeg constructief moest worden aangebracht (door de ondernemer (meerwerk) of door een derde), alvorens de ondernemer de overeengekomen vloer kon aanbrengen. Ook had de ondernemer de consument erop moeten wijzen dat de ondernemer die dilatatievoeg in de vloerafwerking zal moeten doorzetten.

Gesteld noch gebleken is dat de ondernemer de consument hierop heeft gewezen alvorens met zijn werkzaamheden aan te vangen. Door de consument is aangevoerd dat hij het is geweest die vooraf nog aan de ondernemer heeft gevraagd of een dergelijke voeg moest worden aangebracht, en dat de ondernemer daarop ontkennend heeft geantwoord omdat de aan te brengen vloer een eventuele spanning zou aankunnen. Ter zitting is door de ondernemer weersproken dat de consument dit punt/deze vraag (vooraf) aan de ondernemer heeft voorgelegd.

Feit is dus dat de ondernemer de vloer (deels) heeft aangebracht op een onvolkomen ondergrond, die wel degelijk op de betreffende plaats eerst had moeten worden voorzien van een bouwkundige dilatatievoeg. Ook heeft de ondernemer niet eigenmatig (alleen) in de vloerafwerking zelf een dilatatievoorziening aangebracht. Iets wat de ondernemer naar eigen zeggen in de praktijk veelvuldig “uit zichzelf” pleegt te doen.

De commissie is van oordeel dat deze tekortkoming zelfstandig van voldoende gewicht is om het door partijen overeengekomene integraal te ontbinden. Van herstel door de ondernemer kan indachtig het totaal van de problematiek geen sprake zijn. De ondernemer is zich daarvan bewust, en heeft dat ook niet aangeboden.

Er is om die reden dan ook geen noodzaak meer voor de commissie om over te gaan tot de beoordeling van meer/andere gestelde tekortkomingen.

De “open” vordering van de consument om een aanvullende schadevergoeding toe te kennen, zal de commissie afwijzen omdat de consument die vordering op geen enkele wijze heeft geconcretiseerd (bijvoorbeeld met behulp een schadeberekening op basis van opgevraagde offertes of anderszins). De consument heeft hier ook geen bedrag genoemd van wat de schade in geld uitgedrukt zou kunnen zijn.

De commissie is bij gebrek aan gegevens ook niet in staat die (eventuele) schade ex aequo et bono te schatten.

De slotsom luidt dan ook dat in na te melden zin moet worden beslist.

Nu de consument (deels) terecht heeft geklaagd is de ondernemer op basis van het reglement van de commissie gehouden om de bijdrage in de behandelingskosten te betalen aan het secretariaat van de commissie. Die kosten worden de ondernemer separaat bij factuur in rekening gebracht.

Hiervoor is al overwogen dat de consument geen recht heeft op vergoeding van klachtengeld, omdat die vergoeding reeds is betaald door de ondernemer.

Daarom wordt als volgt beslist.

Beslissing
Ontbindt het door partijen overeengekomene integraal, en stelt vast dat daarom op de ondernemer de ongedaanmakingsverplichting rust om aan de consument terug te betalen het door de consument betaalde bedrag van € 4.787,21. (te weten € 3.404,– + € 1.383,21)

Betaling van dat bedrag door de ondernemer aan de consument dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.

Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan het secretariaat van de commissie de bijdrage in de behandelingskosten van het geschil verschuldigd.

Wijst af wat meer of anders is verzocht.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Afbouw, bestaande uit
mr. M.L.J. Koopmans, voorzitter, mr. A.B. van Kruistum, en mr. B.W. Weilers, leden, op 22 december 2022.