Commissie: Recreatie
Categorie: Overlast
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
REC05-0011
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil betreft overlast door vlooienbeten. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De consument huurde met een gezelschap van 8 personen een huis in Frankrijk voor de periode 28 augustus 2004 tot 4 september 2004. Op maandag 30 augustus zijn de consument en zijn echtgenote op tientallen plaatsen gebeten door in de dekens van de ondernemer aanwezige vlooien. De consument klaagde direct de volgende morgen. De beheerster nam pas aan het einde van de middag actie. Zij plaatste een gif/rookpatroon om de vlooien te verdelgen. Aan de deken deed zij niets. Ook kreeg de consument geen andere kamer. Thuisgekomen liet de consument het gif/rookpatroon aan zijn huisarts zien. Deze vertelde hem dat een dergelijk gifpatroon gevaarlijk voor de gezondheid is en dat de consument niet in de “gifkamer” had mogen slapen. Ook bevestigde de huisarts dat het om vlooienbeten ging. De consument meent dat het niet had mogen voorkomen dat er een deken met zoveel vlooien op het bed lag. Bovendien vindt hij dat het probleem niet goed is opgelost. Zijn echtgenote en hij hebben wel twee weken veel last gehad van de vlooienbeten. De consument meent dat het doosje chocola dat hij van de ondernemer ontving onvoldoende compensatie is voor het ongemak en verlangt een restitutie van 25% van de huursom. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De ondernemer benadrukt dat hij de klacht van de consument vanaf het begin serieus heeft genomen. Het betreft hier vlooien die zich ter plekke van het gehuurde huis in gras en struiken bevinden. Dit kan op het platteland voorkomen en daar is niets aan te doen. De beheerster heeft haar best gedaan om de overlast tot een minimum te beperken. Indien de consument niet tevreden was met de geboden oplossing, had hij dit moeten melden. De ondernemer had dan een andere oplossing kunnen zoeken. Pas na zijn verblijf vernam de ondernemer dat de consument de situatie niet acceptabel vond. De ondernemer acht de klacht dan ook ongegrond. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie acht zich bevoegd dit geschil te behandelen, omdat de ondernemer lid is van de Recron. De commissie stelt vast dat de beheerster er van op de hoogte was dat zich in de maand augustus vlooien in gras en struiken bevinden en dat dit mogelijkerwijs tot overlast zou kunnen leiden. Zij had zich derhalve tijdig voor aankomst van de consument er van moeten vergewissen dat er geen vlooien in de te verhuren accommodatie bevonden en had zonodig tijdig maatregelen moeten nemen. De commissie acht de ondernemer dan ook verantwoordelijk voor de last die de consument en zijn echtgenote van de vlooienbeten hebben ondervonden. De consument vernam pas na zijn vakantie van zijn huisarts dat het door de beheerster gebruikte gifpatroon om de vlooien te verdelgen schadelijk is voor de gezondheid en dat hij niet in de kamer had mogen slapen. De commissie neemt aan dat de consument, indien hij dit direct had geweten, niet geaccepteerd zou hebben dat hij in de kamer met verdelgingsmiddel moest slapen. De commissie acht de ondernemer ook verantwoordelijk voor het door de beheerster gebruikte verdelgingsmiddel. Op grond van het bovenstaande acht de commissie de klacht van de consument gegrond. De commissie wijst de consument een vergoeding toe van 50% van de huursom van één kamer, dat wil zeggen 50% van € 943,–:4 = € 117,86 toe. Beslissing De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 117,86. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies. Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie op 9 mei 2005.