Partijen hadden afgesproken frequenter contact te hebben. De ondernemer hield zich daar later niet meer aan, maar dat rechtvaardigt nog niet het zonder laatste waarschuwing beëindigen van de opdracht.

  • Home >>
  • Makelaardij >>
De Geschillencommissie




Commissie: Makelaardij    Categorie: Ontbinding    Jaartal: 2012
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 61758

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de vraag of de consument de in rekening gebrachte courtage verschuldigd is aan de ondernemer.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

In mei 2009 is de opdracht mondeling aan de ondernemer gegeven en daarna schriftelijk vastgelegd.
In het najaar van 2010 hebben we, omdat ons tot dan toe niet was gebleken dat de ondernemer onze belangen behartigde, de afspraak gemaakt dat de ondernemer elke maand contact zou opnemen. Dat heeft hij niet gedaan op 4 juli 2011 hebben we aangegeven dat we afscheid wilden nemen omdat er gedurende meer dan een half jaar op geen enkele manier contact was gezocht.
Wij zijn misleid voor wat betreft de advertentiekosten. Wij zouden volgens de ondernemer maar de helft van de werkelijke kosten betalen. Er zijn meer advertenties geplaatst dan noodzakelijk was. Van de 16 geplaatste en betaalde advertenties a € 125,– waren er 9 onnodig.
Er is zonder dat daarover afspraken zijn gemaakt, een bedrag van € 79,83 gefactureerd voor het plaatsen op Funda van een promotiefilmpje dat de vriend van onze dochter had gemaakt.
De reden voor toezending aan de ondernemer was een eigen belang van onze schoonzoon die zijn capaciteiten wilde tonen en hoopte daarmee opdrachten te verwerven van de ondernemer.
De afspraak over de kosten van een door ons gegeven taxatieopdracht is geschonden. Ik zou een factuur krijgen van € 1.000,– voor de verrichte taxatie en op de later toe te sturen eindfactuur zou ik dan een korting van € 650,– krijgen. Mijn voordeel was dat ik dan het hogere bedrag kon aftrekken van de belasting. De ondernemer gaf aan hierover niets vast te leggen.
 
Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Ik kan mij de gestelde afspraak over de verhoogde nota voor de taxatie niet berinneren. Het betrof een dubbele taxatie van de waarden voor en na verbouwing, vandaar dit tarief.
Voor wat betreft de advertenties, geldt dat in de overeenkomst duidelijk is vastgelegd hoe dit geregeld is. De consument woont al 15 jaar in de regio en heeft al die jaren het blad dat wij in een oplage van 50.000 stuks verspreiden, ervaren. Hij wist dus precies wat hij ging krijgen en als hij advertenties niet langer wilde laten plaatsen, dan waren we ermee gestopt. Hij heeft tussentijds nota’s gekregen en deze ook betaald. Van misleiding is geen sprake.
Een van mijn medewerkers heeft met de schoonzoon de kosten van het op Funda plaatsen van het promotiefilmpje doorgenomen. Er is daarover inderdaad geen rechtsreeks contact met de consument geweest maar dit is op basis van vertrouwen uitgevoerd.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Vast staat dat er in het najaar van 2010 door de consument is geklaagd over de gebrekkige communicatie en dat hij toen heeft aangedrongen op maandelijks contact op initiatief van de ondernemer. Dat is in zoverre erkend door de ondernemer, dat hij heeft toegegeven dat er een afspraak was gemaakt voor frequenter contact. Vast staat ook dat de ondernemer – nadat hij aanvankelijk enkele malen gebeld had – meerdere maanden geen contact op heeft genomen.
De commissie acht dat een toerekenbare tekortkoming maar is daarbij van oordeel dat het beëindigen zonder nadere waarschuwing, niet gerechtvaardigd werd door deze tekortkoming. De commissie is van oordeel dat het op de weg van de consument had gelegen de ondernemer nog eenmaal aan te sporen tot nakoming en een ontbinding van de overeenkomst in het vooruitzicht te stellen om hem zo nog een kans te geven zijn verplichtingen na te komen.

De klacht over de hoogte van de taxatienota is ongegrond.
De door de consument gestelde bijzondere afspraak over restitutie van een deel van het bedrag is ongebruikelijk en wordt betwist. De gestelde afspraak heeft bovendien onmiskenbaar de strekking de fiscus te benadelen en is daarmee, indien die is gemaakt, in strijd met de wet en daarmee nietig. Van een nietige overeenkomst kan geen nakoming worden gevraagd. Ook langs die redenering dient de klacht ongegrond te worden verklaard. Het aanbod de vertrokken medewerker te horen over de afspraak is daarmee niet relevant.

Ook de klacht met betrekking tot de advertenties en daarvoor gerekende kosten is ongegrond.
De overeenkomst is helder in de frequentie van verschijnen van de krant, de oplage en het verspreidingsgebied en ook over de kosten per plaatsing. Of de ondernemer een hoger bedrag aan werkelijke kosten betaalt is geen omstandigheid die objectief gesproken als relevant voor de beslissing van de consument kan gelden.

De klacht over de plaatsing van het promotiefilmpje is ook ongegrond.
De commissie is van mening dat hier wel degelijk sprake is van een nadere opdracht van de consument aan de ondernemer tot plaatsing op Funda.
De consument heeft ingestemd met het feit dat de vriend van zijn dochter een promotiefilmpje maakte van de woning en dit vervolgens presenteerde aan de ondernemer en de wens besprak dat het filmpje op Funda zou worden geplaatst. Daarmee heeft de consument een schijn van volmacht aan de vriend gegeven tot vertegenwoordiging. De uitingen van de vriend zijn door de ondernemer – in elk geval mede – opgevat als een wens (en daarmee een opdracht) tot plaatsing van het filmpje bij de woning op Funda. Die wens tot plaatsing was immers niet nodig voor het andere doel waarvoor de vriend contact opnam, te weten het promoten van zijn eigen vaardigheden als maker van dit soort filmpjes. De slotsom is dat de ondernemer aanspraak heeft op vergoeding van de gemaakte kosten.

Alle klachten zijn daarmee ongegrond.

Beslissing

De commissie wijst het door de consument verlangde af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij, op 23 maart 2012.