Commissie: Zorg Algemeen
Categorie: Beëindiging behandelingsovereenkomst
Jaartal: 2019
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Schikking ter zitting
Referentiecode:
4275-9501
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
Partijen hebben tijdens de mondelinge behandeling alsnog een schikking bereikt.
Volledige uitspraak
In het geschil tussen
[Cliënte], wonende te [plaats] en Stichting Buurtzorg Nederland gevestigd te Almelo, gemachtigde [naam] (hierna te noemen: de zorgaanbieder).
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Verpleging Verzorging en Geboortezorg (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten. De mondelinge behandeling van het geschil heeft plaatsgevonden op 28 november 2019 te Arnhem. Bij deze behandeling zijn verschenen: klager, vergezeld van zijn zoon de heer [naam]; de zorgaanbieder vertegenwoordigd door mevrouw [naam] wijkverpleegkundige, mevrouw [naam] wijkverpleegkundige, mevrouw [naam] klachtenfunctionaris, en mevrouw [naam] gemachtigde.
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de wijze waarop de zorgaanbieder de zorgovereenkomst heeft beëindigd en de wijze waarop de zorgaanbieder de interne klachtenprocedure heeft afgewikkeld.
Beoordeling van het geschil
Tijdens de mondelinge behandeling zijn partijen tot een schikking gekomen. Dit betekent dat de commissie niet toekomt aan een inhoudelijke beoordeling van het geschil. De commissie zal overeenkomstig het bepaalde in artikel 18 van haar reglement volstaan met het hierna vastleggen van de tussen partijen tot stand gekomen schikking. Mevrouw [naam] voornoemd heeft verklaard dat zij bevoegd is namens de zorgaanbieder deze schikking te treffen. De door partijen getroffen schikking houdt het volgende in.
1. Klager verklaart dat hij en cliënte zeer tevreden zijn over de zorg zoals deze door de (medewerkers van de) zorgaanbieder is verleend gedurende de periode dat zorgovereenkomst liep.
2. De beëindiging van de zorgovereenkomst vond plaats op een tijdstip waarop klager en cliënte de vervangende zorg nog niet volledig hadden geregeld. De zorgaanbieder betreurt dit.
3. De interne klachtafhandeling is niet goed verlopen en verdient een betere uitvoering.
De hiervoor vermelde schikking is tot stand gekomen op 28 november 2019,
tegenover de Geschillencommissie Verpleging Verzorging en Geboortezorg, bestaande uit
de heer mr. J.M.P. Drijkoningen, voorzitter, mevrouw mr. M.B. van Leusden-Donker en
mevrouw S.R. de Moor-Bullinga, leden, in aanwezigheid van de heer mr. L.G.H. Cox, secretaris.