Partijen zijn nader overeengekomen om van de oorspronkelijke afspraak af te wijken. De consument kan niet achteraf alsnog een beroep op de oorspronkelijke overeenkomst doen.

  • Home >>
  • Verbouwingen en nieuwbouw >>
De Geschillencommissie




Commissie: Verbouwingen en nieuwbouw    Categorie: Afwijkingen tussen hetgeen is overeengekomen en geleverd    Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 91420

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 12 februari 2014 ondertekende offerte voor een verbouwing. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het verrichten van overeengekomen werkzaamheden tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 76.660,– inclusief BTW.

De consument heeft een bedrag van € 7.293,68 onbetaald gelaten en dit bedrag bij de commissie in depot gestort.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt de klacht van de consument op het volgende neer.

De kosten voor installatie- en electra werkzaamheden zijn significant hoger dan de ondernemer in eerste instantie heeft geoffreerd en de ondernemer heeft ten onrechte een bedrag van € 578,– als meerwerk in rekening gebracht.

De consument verlangt een schadevergoeding ter hoogte van het verschil tussen de geoffreerde bedragen en de daadwerkelijke kosten en creditering van een van de meerwerkposten.

Ter zitting is door of namens de consument nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De consument is bekend met het gebruik van de termen ‘vaste posten’ en ‘stelposten’ in een offerte maar van verrekenposten had de consument niet eerder gehoord. De ondernemer heeft een verrekenpost opgenomen en die te laag vastgesteld. De ondernemer wist vantevoren dat de installatie- en electra werkzaamheden nooit voor het geoffreerde bedrag konden worden uitgevoerd. Omdat de offerte is gebaseerd op de eigen opgave van de consument, ging de consument ervan uit dat alle door hem opgegeven posten waren verwerkt in de offerte. Dat detailposten nog kunnen veranderen is voor de consument begrijpelijk. De basis ligt echter vast in de offerte die is afgegeven. Toen de consument met de ondernemer de klacht besprak, kon de ondernemer niet uitleggen waarom de offertes aanzienlijk hoger uitvielen. De ondernemer kwam enkel met het argument dat er enkele stopcontacten niet geaard waren. Dit levert echter geen verschil van circa € 7.000,– op.

In de berekening van de schade heeft de consument zich niet gebaseerd op de berekening van [Naam], maar op de offertes van [Naam technisch installatiebedrijf] waarmee de ondernemer zelf is gekomen. De consument verwijst voor zijn berekening naar zijn mailbericht van 15 juli 2014 dat zich in het dossier bevindt. In overleg met de ondernemer heeft de consument offertes opgevraagd bij derden, die aanzienlijk lager uitkwamen dan de offertes van [Naam technisch installatiebedrijf]. Op het moment dat de consument de beslissing moest nemen ten aanzien van de installatie- en electra werkzaamheden, lag zijn huis helemaal open en was haast geboden. Het proces moest doorlopen. De consument heeft toen na overleg met de ondernemer besloten de werkzaamheden door derden te laten uitvoeren.

De consument heeft [Naam] verzocht om aan te geven welke prijs realistisch is op basis van de offerte van de ondernemer (onderdeel A) en de extra werkzaamheden (onderdeel B).

Desgevraagd door de commissie deelt de consument mede dat de zinssnede die staat opgenomen in de bijlage bij de offerte “installaties nader te bepalen na ontvangst tekeningen keuken en badkamers” niet aangeeft dat het geheel nog onduidelijk was. Er lag immers een duidelijke omschrijving van de consument zelf ten grondslag aan de offerte.

De consument heeft tegenover de ondernemer geen voorbehoud gemaakt ten aanzien van de hogere kosten voor de installatie- en electra werkzaamheden toen de opdracht aan derden werd gegeven. Als hij de geoffreerde prijs had afgedwongen bij de ondernemer, dan zouden de werkzaamheden daaronder hebben geleden, omdat de werknemers dan gefrustreerd hun werk zouden moeten doen.

Het verhogen van het raam zat in de aanvraag maar heeft de ondernemer in de offerte vergeten op te nemen. Dat komt voor risico van de ondernemer. De optie ‘serre sparing verlagen’ betreft een muur die lager moest worden en daarmee wordt niet hetzelfde bedoeld.

Standpunt van de ondernemer

Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt de reactie van de ondernemer op het volgende neer.

De offerte bevat enkele verrekenposten die uitsluitend te zien zijn als verrekenbare posten en geen aangenomen posten. De betreffende posten zijn volledig verrekend met de consument. De consument heeft geen schade geleden.

Ter zitting is namens de ondernemer nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De ondernemer heeft de offerte gebaseerd op tweemaal een rondgang door de woning en foto’s in combinatie met de door de consument toegezonden stukken. De ondernemer heeft zelf de eenheden voor de installatie- en electra werkzaamheden ingeschat en afgeprijsd. De ondernemer heeft hiervoor geen offertes opgevraagd in dat stadium. Voor de ondernemer betekent een verrekenbare post dat deze post nog niet duidelijk is en dat betekent concreet dat hiervoor offertes moeten worden opgevraagd bij onderaannemers.

Na het uitbrengen van de offerte door de ondernemer werd er meer bekend over de werkzaamheden in de keuken en badkamer en daardoor vielen de werkzaamheden duurder uit. Als voorbeeld noemt de ondernemer dat de offerte is gebaseerd op 14 eenheden electra en dat er uiteindelijk 41 eenheden zijn gerealiseerd. Ook heeft de consument bijvoorbeeld voor stortdouches gekozen en moest er gelijktijdig gedoucht kunnen worden.

De vloerverwarming van de keuken zat in het oorspronkelijke bedrag van de offerte en was niet verrekenbaar. Een deel van de offerte van Maas zat dus al in de aanneemsom. Deze werkzaamheden zijn uiteindelijk niet door de ondernemer uitgevoerd en dat bedrag is later in mindering gebracht.

In overleg met de ondernemer heeft de consument zelf opdracht aan derden gegeven. Voor het bedrag dat in de offerte staat opgenomen, hadden de installatie- en electra werkzaamheden volgens de ondernemer kunnen worden uitgevoerd.

De post ‘verhogen van raam’ zat in de aanvraag. In de offerte was dit opgenomen als
‘optie 2. Serre sparing verlagen’. Van deze optie heeft de consument geen gebruik gemaakt. Het is als meerwerk besproken met de consument en goedgekeurd. De consument kan op deze post nu niet meer terugkomen.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie is van oordeel dat de installatie- en electra werkzaamheden in het werk waren opgenomen voor de door de ondernemer geoffreerde prijs onder het kopje verrekenbare posten. De ondernemer heeft zich verplicht om de installatie- en electra werkzaamheden voor die geoffreerde prijs uit te (laten) voeren.

Dat gezegd hebbende, stelt de commissie – op basis van de stukken en de door partijen gegeven toelichting ter zitting – echter vast dat partijen nader overeengekomen zijn dat de installatie- en electra werkzaamheden uit het werk werden gehaald. Hierbij is door de consument geen voorbehoud gemaakt ten aanzien van de hogere kosten waarmee hij werd geconfronteerd en ook staat vast dat de consument geen navraag heeft gedaan bij de ondernemer of hij het kon uitvoeren voor de oorspronkelijk geoffreerde prijs of dat de consument op uitvoering van de werkzaamheden tegen de oorspronkelijk geoffreerde prijs heeft aangedrongen.

Of de verrekenbare post voor de installatie- en electra werkzaamheden – naar de stelling van de consument – voor een te laag bedrag is opgenomen in de offerte doet daarbij niet ter zake. De consument had de ondernemer aan de gemaakte afspraak kunnen houden. Door van de oorspronkelijke afspraak in overleg met de ondernemer af te wijken, heeft de consument zijn kansen verspeeld en kan hij niet achteraf alsnog een beroep op die oorspronkelijke afspraak doen.

Gelet op het bovenstaande wijst de commissie dit deel van de klacht af.

De commissie is van oordeel dat de consument terecht klaagt over de post verhogen raam ad € 578,–. De commissie kan zich vinden in het standpunt van de consument. Deze post is door de ondernemer ten onrechte niet in de offerte opgenomen. Dat komt voor rekening en risico van de ondernemer. De ondernemer kan die post niet vervolgens als meerwerk in rekening brengen bij de consument. De commissie wijst dit klachtonderdeel toe.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klachten deels gegrond zijn, zodat de ondernemer naar rato veroordeeld zal worden tot betaling van ¼ van het door de consument betaalde klachtengeld, hetgeen neerkomt op een bedrag van ¼ x € 260,– is € 65,–. Ook zal de ondernemer veroordeeld worden tot vergoeding van de helft van de behandelingskosten aan de commissie.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De klacht is deels gegrond. De ondernemer dient de consument een bedrag van € 578,– te betalen.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 65,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Een bedrag van € 7.293,68 minus € 578,– minus € 65,– is € 6.650,68 zal aan de ondernemer worden overgemaakt. Een bedrag van € 643,– komt toe aan de consument.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 500,–.

De commissie wijst het meer of anders verzochte af.

Aldus beslist op 10 april 2015 door de Geschillencommissie Verbouwingen en Nieuwbouw.