Persoonlijke gegevens van cliënt lagen op straat maar dat leidt nog niet tot schadevergoeding.

  • Home >>
  • Ziekenhuizen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Ziekenhuizen    Categorie: Schade immaterieel    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 162558/179210

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Een medewerker van de zorgaanbieder heeft in 2019 een USB-stick verloren met daarop gegevens van de cliënt. Als gevolg daarvan vordert de cliënt schadevergoeding van de zorgaanbieder. Het datalek is door de zorgaanbieder gemeldt bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Dat leidt nog niet direct tot een schadevergoeding. Klacht ongegrond.

De uitspraak

in het geschil tussen

[Naam], wonende te [woonplaats]

(hierna te noemen: de cliënt)

en

Stichting Flevoziekenhuis, gevestigd te Almere
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Ziekenhuizen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 10 november 2022 te Utrecht. Cliënt was hierbij aanwezig. De zorgaanbieder werd vertegenwoordigd door [naam], [naam] en [naam].

Onderwerp van het geschil
Een medewerker van de zorgaanbieder heeft in 2019 een USB-stick verloren met daarop gegevens van de cliënt. Als gevolg daarvan vordert de cliënt schadevergoeding van de zorgaanbieder.

Standpunt van de cliënt
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De cliënt heeft van de zorgaanbieder een brief ontvangen waarin hij werd geïnformeerd over een datalek dat in 2019 heeft plaatsgevonden. Een zorgverlener van het ziekenhuis heeft ongeoorloofd patiëntgegevens op een USB-stick gezet. Deze USB-stick is verloren op een parkeerterrein nabij het ziekenhuis. De vinder van de USB-stick heeft deze geopend en teruggebracht naar het ziekenhuis. De USB-stick bevatte oude gegeven van 4325 patiënten, die in de periode 2014 tot en met 2017 in behandeling waren bij de gipskamer. De cliënt was een van deze 4325 patiënten.

De cliënt acht het zeer onzorgvuldig dat zijn persoonlijke gegevens hierdoor op straat zijn komen te liggen en hij weet niet wat er met die gegevens is gebeurd. Zo heeft de cliënt een aantal vreemde telefoontjes ontvangen. De cliënt verzoekt de commissie om hem schadevergoeding toe te kennen voor een bedrag van € 5.000,–.

Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Conform de voorwaarden die de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) stelt, is het datalek gemeld bij de Autoriteit Persoonsgegevens. De betrokken patiënten, waaronder de cliënt, zijn allen door de raad van bestuur van het Flevoziekenhuis bij brief geïnformeerd. De gegevens die op de USB-stick stonden, liepen per patiënt uiteen. In alle gevallen betrof het echter aantekeningen in steekwoorden, die verband hielden met een orthopedische behandeling of –status. Vastgesteld is dat de USB-stick de volgende gegevens van de cliënt bevatte: naam en voorletters, “28.09.1988”, “trauma”, en “5dgn na schouderluxatie”. Op de USB-stick stonden dus geen contactgegevens (adres, telefoonnummer of e-mailadres) van de cliënt. De door cliënt genoemde “vreemde telefoontjes” kunnen om die reden geen verband hebben met de verloren geraakte USB-stick.

De zorgaanbieder betreurt dat de cliënt zo geraakt is door het datalek, maar uit jurisprudentie volgt dat een inbreuk op de AVG niet direct tot schade leidt. Er is namelijk geen grond voor het oordeel dat een inbreuk op de AVG zonder meer aantasting van de integriteit van een persoon impliceert en daarmee tot vergoedbare schade leidt. De cliënt heeft echter op geen enkele wijze benoemd, laat staan onderbouwd, wat de door hem geleden schade is. Het enige aangevoerde punt (de “vreemde telefoontjes”) zijn niet concreet gemaakt en hebben bovendien geen relatie met de gelekte persoonsgegevens.

De zorgaanbieder verzoekt de commissie om de klacht van cliënt ongegrond te verklaren en het verzoek om schadevergoeding af te wijzen.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Niet in geschil is dat er met het verliezen van de USB-stick is gehandeld in strijd met de AVG. De cliënt heeft de zorgaanbieder daarvoor aansprakelijk gesteld.

Op grond van artikel 82 AVG heeft iedereen die materiële of immateriële schade leidt ten gevolge van een inbreuk op de AVG, het recht om van de verwerkingsverantwoordelijke of verwerker schadevergoeding te ontvangen voor de geleden schade. De cliënt heeft immateriële schadevergoeding gevorderd. Voor vergoeding van immateriële schade bepaalt artikel 6:106, lid 1, sub b Burgerlijk Wetboek dat recht bestaat op een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding in geval van “aantasting op andere wijze in zijn persoon”. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan geestelijk letsel. Degene die zich hierop beroept, zal de betreffende aantasting in beginsel met concrete gegevens moeten onderbouwen. Voor ‘aantasting op andere wijze in persoon’ is een enkele schending van een fundamenteel recht namelijk onvoldoende. De commissie verwijst hiervoor bijvoorbeeld naar de uitspraak van de Hoge Raad van 15 maart 2019 (ECLI:NL:HR:2019:376).

De cliënt heeft daarentegen alléén een beroep gedaan op de schending van een fundamenteel recht zonder daarbij met concrete gegevens te onderbouwen waarom er in zijn geval sprake is van “aantasting op andere wijze in zijn persoon”. Het feit dat de cliënt het vervelend vindt dat zijn persoonlijke gegevens op straat hebben gelegen, is begrijpelijk. Dat is echter – gelet op het voorgaande – onvoldoende voor het toekennen van schadevergoeding. Ook de door de cliënt genoemde telefoontjes zijn daarvoor onvoldoende, temeer omdat er geen contactgegevens, zoals telefoonnummers, van cliënt op de USB-stick stonden, waardoor er ook geen sprake kan zijn van een causaal verband tussen het verliezen van de

USB-stick en de genoemde telefoontjes.

Op grond van het voorgaande zal de commissie de klacht ongegrond verklaren.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De klacht van de cliënt wordt ongegrond verklaard en het door de cliënt verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Ziekenhuizen, bestaande uit de heer mr. H.A. van Gameren, voorzitter, de heer dr. F.J.M. Disch, de heer mr. P.O.H. Gevaerts, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. N. Sewradj, secretaris, op 10 november 2022.