Commissie: Wonen
Categorie: Klacht
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
WON-D02-2034
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 1 september 2001 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van 9 vitrinekasten tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 1.610,01 in totaal. De levering vond plaats op of omstreeks 2 oktober 2001. De consument heeft op 23 september 2002 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De bestelde goederen komen niet overeen met de geleverde goederen. Er zijn slechts vier kasten compleet volgens de bestelbon. Daar wij de 9 kasten als een complete set wilden opbouwen, zijn de vier kasten zonder de rest voor ons niet bruikbaar. Bij de aankoop hebben wij de ondernemer laten weten dat wij de kasten naar Ghana zouden verschepen, waar wij een huis gekocht hebben. De goederen zouden daarom afgeleverd moeten worden bij een transportbedrijf. Bij aankomst van de container met goederen uit Nederland hebben wij de meeste goederen opgeslagen omdat ons huis nog niet gereed was. Op 22 september 2002 hebben wij de goederen uit de opslag gehaald. Wij hebben daarbij de pakketnummers gecontroleerd en gezien dat de nummers niet overeenkwamen met de bestellijst. Wij hebben hierop direct de ondernemer geïnformeerd. Op 21 november ontvingen wij een reactie van de ondernemer. Hij liet ons weten dat onze klacht niet gehonoreerd kon worden vanwege de verstreken termijn van 14 dagen, waarbinnen gereclameerd kan worden. De ondernemer heeft ons de verkeerde artikelen bezorgd en hij is daar verantwoordelijk voor. Volgens artikel 14 van de algemene voorwaarden moet een klacht worden gemeld binnen 14 dagen na aflevering of binnen 14 dagen vanaf het moment waarop het gebrek geconstateerd is of had kunnen zijn. Vanwege de opslag van de goederen konden wij de aflevering niet eerder controleren dan op 22 september 2002, waarop wij dit direct gemeld hebben aan de ondernemer. Aangezien de ondernemer wist dat de goederen verscheept zouden worden, hadden wij op zijn minst verwacht dat er een extra controle zou plaatsvinden op de levering van de juiste artikelnummers. De consument verlangt restitutie van de volledige aankoopsom + bijkomende kosten. Indien de ondernemer dit niet wenst, retourzending van de goederen op kosten van de ondernemer of omruiling van de verkeerd geleverde goederen. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Wij kunnen een jaar na de leveringsdatum niets meer doen aan “verkeerd” geleverde artikelen. Volgens art. 14 van de algemene voorwaarden kunnen klachten wegens de hoedanigheid van de geleverde goederen slechts bij de ondernemer geldend gemaakt worden door indiening binnen 14 dagen na aflevering van de goederen. Indien indiening binnen deze termijn redelijkerwijs niet mogelijk is, geldt de termijn van 14 dagen vanaf het moment waarop het gebrek geconstateerd is of geconstateerd had kunnen zijn. Wij zijn van mening dat de consument de goederen bij aflevering aan het transportbedrijf had moeten en kunnen controleren. De consument heeft dit verzuimd en verscheping heeft voor zijn risico plaats gevonden. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Zoals reeds in het tussenadvies overwogen is het de vraag of de persoonlijke omstandigheden van de consument – een verhuizing naar het buitenland en een langdurige opslag van de goederen – een uitzondering op de termijn van 14 dagen waarbinnen een klacht omtrent zichtbare gebreken ingediend moet zijn, rechtvaardigen. De commissie onderschrijft het standpunt van de ondernemer ter zake van de gestelde termijnoverschrijding. De artikelnummers staan op de buitenzijde van de verpakkingen aangegeven, hetgeen het gebrek in casu onder de zichtbare gebreken als bedoeld in art. 14 van de algemene voorwaarden brengt en reeds bij aflevering had op eenvoudige wijze geconstateerd kunnen worden dat de geleverde artikelen niet (volledig) overeenstemden met de op de bestelbon vermelde goederen. De consument heeft kennelijk geen opdracht aan het transportbedrijf of aan een zaakwaarnemer gegeven om de levering te controleren en daarmee de zaak op zijn beloop gelaten hetgeen niet op de ondernemer afgewenteld kan worden. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen, op 4 augustus 2003.