Commissie: Post
Categorie: Brievenbusgeschil
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
62570
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de plaats van de buitenbrievenbus in verband met de aflevering van poststukken. De consument heeft op 8 oktober 2011 de klacht voorgelegd aan PostNL. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De consument heeft van PostNL het verzoek gekregen zijn buitenbrievenbus te verplaatsen naar een punt dat gelegen is aan de openbare weg. Naar de mening van de consument staat zijn brievenbus thans aan de openbare weg, althans aan een weg die gelijk wordt gesteld met de openbare weg. De weg waaraan de brievenbus staat kan gedurende het gehele jaar met een snelheid van meer dan 40 kilometer per uur door motorvoertuigen op meer dan twee wielen worden bereden. De weg loopt niet dood, maar komt uit op [de weg]. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De weg waaraan de consument woont, is in de jaren 50 van de vorige eeuw aangelegd. De weg behoorde bij het landgoed; echter gronden en wegen zijn verkocht. Eenieder die grond aan de weg heeft liggen is ook eigenaar van het betreffende stukje weg dat over zijn grond loopt. De eigenaren van de stukjes weg hebben de eigenaren van de naburige erven het recht van overweg verleend. Volgens de consument worden alle goederen aan huis bezorgd, wordt het huisvuil bij de betreffende woningen opgehaald en rijdt de tankauto enige malen per week over de weg om melk bij agrariërs op te halen. De weg waaraan de consument woont, loopt gewoon door en sluit zonder problemen aan bij een volgende weg. Als de postbesteller de post in de bus heeft gedaan, rijdt hij gewoon door en komt niet terug. Eigenaren hebben een deel van de weg van een nieuwe asfaltlaag laten voorzien. De consument rijdt doorgaans sneller dan 40 kilometer per uur op de weg waaraan hij woont. De consument spreekt ook namens zes andere personen, die allen belanghebbende bij deze zaak zijn. De consument verlangt dat de buitenbrievenbus blijft staan op de plek waar hij nu staat. Standpunt van PostNL Het standpunt van PostNL luidt in hoofdzaak als volgt. De consument woont aan een aftakking van de openbare weg. Zijn buitenbrievenbus staat in de berm bij zijn woning, op een afstand van 1,2 kilometer van de openbare weg. De aftakking is geen doodlopende weg, maar vormt een verbinding tussen [weg 1] en [weg 2]. PostNL heeft de stelling van de consument, dat de betreffende weg openbaar is omdat hij in de wegenlegger van de gemeente voorkomt, gecontroleerd. De verantwoordelijke ambtenaar heeft PostNL per e-mail bericht ervan verwittigd dat de betreffende weg niet in de legger voorkomt. Volgens PostNL is de weg niet openbaar. Het antwoord op de vraag of de weg voldoet aan de criteria die in artikel 5 lid 2 van de Postregeling 2009 zijn neergelegd, moet volgens PostNL negatief worden beantwoord. De betreffende weg heeft veel gaten en kuilen en is van onvoldoende kwaliteit om deze op verantwoorde wijze als oplettende en voorzichtige bestuurder met een auto te kunnen berijden met een snelheid van tenminste 40 kilometer per uur. De weg is slechts ten dele verhard en smal. Er bestaat geen passeermogelijkheid voor tegenliggers of bij stilstaande auto’s. Ter zitting heeft PostNL verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De vertegenwoordiger van PostNL verwijst naar de inhoud van het e-mailbericht d.d. 9 november 2011 en concludeert daaruit dat de bewuste aftakking geen openbare weg is. Verder stelt PostNL dat de weg niet geschikt is om daarover met een motorvoertuig op meer dan twee wielen met een snelheid van tenminste 40 kilometer per uur te rijden. De toestand en de afmeting van de weg laten dit niet toe. Verder wijst de vertegenwoordiger van PostNL naar [een soortgelijke zaak] waarin de commissie eerder een beslissing heeft genomen. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Uit de in het geding gebrachte e-mailbericht d.d. 9 november 2011 blijkt de commissie dat de betreffende weg niet op de legger van de gemeente voorkomt. Aangezien ook niet anderszins is gebleken dat de weg in de zin van de Wegen Wet een openbare weg is, is de commissie met PostNL van oordeel dat de stelling van de consument dienaangaande moet worden gepasseerd. Thans moet de vraag worden beantwoord worden of de weg voldoet aan de criteria die artikel 5 lid 2 stelt. Vaststaat dat de weg niet doodloopt en dat de weg de gelegenheid biedt de bestelroute zonder omwegen te vervolgen. PostNL heeft gesteld dat de weg niet geschikt is om, kort gezegd, als prudente chauffeur over die weg met een motorvoertuig met een snelheid van tenminste 40 kilometer per uur te rijden. Volgens PostNL is de weg te smal om elkaar te passeren, zitten er kuilen en gaten in de weg en is een deel niet verhard. Ten bewijze van haar stelling heeft Post NL enige foto’s in het geding gebracht. Dat de weg niet zo breed is dat twee voertuigen elkaar makkelijk kunnen passeren blijkt de commissie uit de foto’s. Echter, het is de commissie ook bekend dat in de buurt van de bewuste weg meerdere wegen zijn die niet breed genoeg zijn om elkaar eenvoudig met een vierwielig motorvoertuig te passeren. Dit is een landelijk gegeven en zal een prudente bestuurder van een vierwielig motorvoertuig niet ervan weerhouden om met een snelheid van tenminste 40 kilometer per uur over de weg te rijden. Uit de foto’s blijkt de commissie tevens dat de asfalt toplaag van de weg hier en daar craquelé en verdwenen is. Ook is de weg gedeeltelijk kapot gereden. De steenslagverharding die zich onder de oorspronkelijke toplaag bevond is, inclusief kuilen, nog gedeeltelijk zichtbaar. Van de stelling van PostNL dat een deel van de weg geheel niet is verhard, blijkt niet uit de in het geding gebrachte foto’s. Naar het oordeel van de commissie blijkt uit de foto’s echter dat de toestand van de weg zodanig is dat daarover niet met een motorvoertuig op meer dan twee wielen met een snelheid van tenminste 40 kilometer per uur gereden kan worden. Immers, uit de foto’s blijkt van (diepe) kuilen en ander verkeerstechnisch ongerief. De stelling van de consument dat hij met zijn auto met een snelheid van tenminste 40 kilometer per uur over de bewuste weg rijdt moge wellicht juist zijn, doch geldt, gezien de toestand van de weg, niet voor de gehele weg die loopt vanaf de afslag van [de openbare weg] tot aan [weg 2]. Ten overvloede merkt de commissie op dat bij een significante verbetering van de constructie van de weg, de toplaag daaronder begrepen, (mogelijk) een nieuwe situatie ontstaat, die thans buiten het bestek van deze zaak valt. PostNL heeft met betrekking tot deze zaak verwezen naar een beslissing van de commissie in een andere, volgens PostNL soortgelijke, zaak. Naar het oordeel van de commissie zijn er parallellen tussen deze zaak en [de andere zaak] te ontwaren, doch ook verschillen. Immers, iedere zaak moet op haar eigen merites worden beoordeeld, waarbij juist de feiten ieder afzonderlijk en in samenhang moeten worden beoordeeld. Kort gezegd: “De ene zaak is de andere niet”. De commissie zal de stelling van Post NL dan ook passeren. Met betrekking tot de stelling van de consument dat hij ook namens zes andere belanghebbenden spreekt overweegt de commissie het volgende. De consument heeft ter onderbouwing van zijn stelling een namenlijst met handtekeningen in het geding gebracht. Naar het oordeel van de commissie hebben de belanghebbenden zich niet op een reglementaire wijze in de procedure gevoegd. Het gevolg daarvan is dat de zes personen niet als procespartij kunnen worden aangemerkt en aan de beslissing in deze procedure geen formele rechten kunnen ontlenen. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht van de consument ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De commissie wijst af hetgeen de consument heeft gevorderd. Aldus beslist door de Geschillencommissie Post op 14 december 2011.