Plaats brievenbus niet aan openbare weg; weg dat langs de woning van de consument loopt is onverhard en tevens door een hek is afgesloten

  • Home >>
  • Post >>
De Geschillencommissie




Commissie: Post    Categorie: Brievenbusgeschil    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 62858

De uitspraak:

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   PostNL heeft geklaagd over de afstand van de brievenbus van de consument tot de openbare weg. De consument heeft een medewerker van PostNL uitgelegd waar de perceelsgrens ligt en dat hij vanaf dat punt moet meten. Volgens PostNL is het pad dat naast de woning loopt geen openbare weg. Op 25 oktober 2010 is dezelfde afstand door een medewerker van PostNL gemeten. Die heeft aangegeven dat de afstand juist is. De poststukken worden al 45 jaren op dezelfde wijze bezorgd. De melding over de afstand is na de meting in 2010 uit het systeem gehaald bij PostNL omdat de afstand goed was. De rayonmanager van [het regiokantoor] is ook in 2010 naar de situatie ter plaatse gaan kijken en kon zich vinden in de gemeten afstand naar de brievenbus. Nadien is iemand anders van PostNL de afstand tot de brievenbus gaan meten en die medewerker heeft tegen de consument gezegd dat de afstand 20 meter is. Volgens de consument is die afstand onjuist. Die opvatting heeft de consument ook aan PostNL medegedeeld.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Ter zitting heeft de consument een tekening van de situatie ter plaatse gemaakt. De asfaltweg die langs de voorzijde van de woning van de consument loopt is in onderhoud bij de gemeente. Die weg is een openbare weg. De consument woont aan die weg en zijn woning heeft [huisnummer 1]. Achter zijn woning is een perceel gelegen dat [huisnummer 2] heeft. Vanaf de asfalt weg loopt een pad langs het huis van de consument dat naar het perceel met [huisnummer 2] leidt. Op de foto die PostNL in het geding heeft gebracht is dit pad te zien. Het pad is voorzien van een hek en aan het begin van dit pad staat een bordje “eigen weg”. Het pad wordt ten behoeve van het perceel met [huisnummer 2] niet meer dagelijks gebruikt vanwege het feit dat voor het betreffende perceel een andere uitweg is gemaakt. Het pad is eigendom van de buurman die eigenaar is van het perceel met [huisnummer 3]. Op het pad rust de erfdienstbaarheid van overpad ten behoeve van de aanliggende percelen. Het klinkerplateau dat naar de inrit van het betreffende pad leidt is door de gemeente aangelegd. De post wordt al jaren via het pad in de huisbrievenbus van de consument afgeleverd. Omdat de post al jaren langs dezelfde route wordt besteld en in 2010 werd gezegd dat er geen beletselen waren, beroept de consument zich op een verworven recht.   De consument verlangt dat afstandsmeting van 2010 als maat wordt aangehouden en dat de post als voorheen, wordt afgeleverd in de woningbrievenbus.   Standpunt van PostNL   Het standpunt van PostNL luidt in hoofdzaak als volgt.   De woningbrievenbus van de consument bevindt zich op een afstand van circa 20 meter van de openbare weg. De wettelijke afstand is 10 meter van de openbare weg. Het pad dat naar het perceel met [huisnummer 1] leidt is onverhard en loopt tussen de weg waaraan de consument woont en [de laan]. Aan de zijde van [de laan] staat echter het bord “doodlopende weg”. Het pad dat langs de woning van de consument loopt is geen openbare weg en loopt dood bij het klaphek. Volgens PostNL gaat het dan ook om een inrit.   Ter zitting heeft PostNL verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Het is de vertegenwoordiger van PostNL niet bekend wat de meting in 2010 heeft uitgewezen en wat op grond van de gestelde metingen is beslist en/of toegezegd. Daarbij komt dat het pad onverhard is en wordt afgesloten door een hek. Volgens PostNL voldoet de huidige plaats van de brievenbus niet aan de wettelijke voorwaarden.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Vaststaat dat de brievenbus van de consument een woningbrievenbus is. De afstand van de woningbrievenbus naar het langs de woning gelegen pad bedraagt 6 meter. De eerste vraag die moet worden beantwoord is, of het pad dat langs de woning van de consument loopt een openbare weg is. Naar het oordeel van de commissie moet het antwoord op die vraag negatief zijn. Immers, niet is gesteld en ook niet anderszins gebleken dat het pad voorkomt in de wegenlegger van de gemeente of op andere gronden voldoet aan de eisen die in de Wegen Wet worden gesteld. Daarbij komt dat het bordje met het opschrift “eigen weg” ook al in een andere richting wijst dan van het voldoen aan de kwalificatie “openbare weg”.   De tweede vraag die moet worden beantwoord is of de weg wellicht voldoet aan het bepaalde in artikel 5 van de Postregeling 2009. Met PostNL is de commissie van oordeel dat onbetwist is dat het pad dat langs de woning van de consument loopt onverhard is en tevens door een hek is afgesloten. Het pad voldoet daarom niet aan de voorwaarden die artikel 5 lid 2 van de Postregeling stelt.   De derde vraag die de commissie moet beantwoorden is of het beroep dat de consument doet op een door hem verworven recht slaagt. Ook het antwoord op die vraag moet negatief luiden. Immers, in de eerste plaats overweegt de commissie dat de consument omtrent de gestelde meting in 2010 en toezegging hij geen enkel begin van bewijs levert. In de tweede plaats levert een jarenlange aflevering van poststukken in de woningbrievenbus geen verworven recht op omdat, kort gezegd, PostNL zich aan de in het recente verleden aangepaste en verscherpte regelgeving dient te houden.   Ten overvloede merkt de commissie het volgende op.   Op 15 december 2011 heeft de commissie een brief van de consument gedateerd 14 december 2011 ontvangen. Aangezien die brief na de behandeling van de zaak ter zitting is ontvangen zal de commissie de brief ongelezen terzijde leggen. Immers, het is in strijd met de beginselen van hoor en wederhoor indien de commissie de inhoud van de brief in haar overwegingen en beslissing zou betrekken.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   Het door de consument verlangde wordt afgewezen.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Post op 14 december 2011.