
Commissie: Telecommunicatiediensten
Categorie: Mobiel bellen
Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
42020
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft mobiel internet. De consument heeft een bedrag niet aan de ondernemer betaald. Een bedrag van € 980,06 heeft de consument bij de commissie gedeponeerd. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De consument heeft op 7 en 9 maart 2010 in [het buitenland] internetverbinding gemaakt van ongeveer drie uur. De ondernemer brengt daarvoor een bedrag van € 1.960,15 exclusief BTW in rekening. Indien de consument had geweten dat de kosten hiervan zo hoog zouden zijn, had hij dit niet gedaan. De ondernemer heeft verzuimd de consument adequaat te informeren over de kosten. Met ingang van 1 maart 2010 zijn Europese aanbieders van mobiele telefoondiensten verplicht hun klanten een kostenbeperkingsfaciliteit (instellen van een bestedingsmaximum) van € 50,– aan te bieden om hen te beschermen tegen torenhoge facturen wanneer zij in andere EU-landen reizen en op het internet surfen met hun mobiele telefoons of laptops. Een bedrag van € 50,– is te beschouwen als een standaard maximum. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De consument volhardt in zijn standpunt en verwijst naar zijn reactie op het schikkingsvoorstel van de ondernemer van 16 augustus 2010. De consument verlangt kwijtschelding van de in rekening gebrachte kosten van mobiel internet voor zover deze een bedrag van € 50,– overstijgen. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Omdat [dit land] geen EU-land is en de consument in [dit land] gebruik heeft gemaakt van mobiel internet is de EU-Verordening waarop de consument zich beroept in het onderhavige geval niet van toepassing. Op de website van de ondernemer worden de tarieven voor gebruik van mobiel internet in het buitenland per land weergegeven. Deze tarieven zijn ook op te vragen via de klantenservice. Het aanbod dat de ondernemer uit coulance heeft gedaan om de klacht op te lossen, is een redelijk aanbod. De klacht van de consument is ongegrond. De ondernemer heeft per brief d.d. 1 juli 2010 aangeboden de helft van de betreffende data kosten ad € 1.166,29 inclusief BTW te crediteren. Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Bij controle van de facturen blijkt dat een te hoog tarief in rekening is gebracht. Bij hantering van het juiste tarief bedraagt de vordering op de consument € 1.445,– inclusief BTW. De ondernemer is bereid de helft van dit bedrag te laten vervallen. De voorschriften met betrekking tot de begrenzing van het verbruik gelden pas vanaf 1 juli 2010. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Op grond van de roaming-Verordening (nr. 544/2009) zijn aanbieders van mobiele telefoondiensten verplicht hun klanten met ingang van 1 maart 2010 een maandelijkse kostenbeperking aan te bieden van € 50,–. Ook andere bedragen kunnen worden afgesproken. De klant ontvangt dan een waarschuwing wanneer 80% van het gekozen maximumbedrag is bereikt. Tot 1 juli 2010 moet de klant doelbewust kiezen om gebruik te maken van een dergelijke optie. Op klanten die voor 1 juli 2010 niet voor deze faciliteit hebben geopteerd, wordt met ingang van die datum standaard een plafond van € 50,– toegepast. De ondernemer heeft terecht aangevoerd dat deze verplichting alleen geldt voor Europese aanbieders van mobiele telefoondiensten. Met het instellen van deze verplichting kan de Europese Commissie ook alleen consumenten te beschermen wanneer zij in andere EU-landen reizen en op het internet surfen met hun mobiele telefoons of laptops. Deze bescherming kan niet geboden worden aan consumenten die in andere dan de EU-landen reizen, omdat de Europese Commissie geen verplichtingen kan opleggen aan de aanbieders van mobiele telefoondiensten die in andere dan de EU-landen zijn gevestigd. Omdat de consument vanuit [het buitenland] (een niet EU-land) gebruik heeft gemaakt van het mobiel internet kan hij geen aanspraak maken op deze bescherming. De ondernemer heeft ook terecht aangevoerd dat de verplichting om standaard een plafond van € 50,– in te stellen, bovendien pas geldt bovendien pas vanaf 1 juli 2010, terwijl de kosten voor deze datum zijn gegenereerd. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. De ondernemer heeft zijn vordering ter zitting verlaagd en tevens verklaard in te kunnen stemmen met voldoening van de helft van het openstaande bedrag. De commissie acht dit aanbod dat de ondernemer heeft gedaan, nadat het geschil bij de commissie aanhangig is gemaakt, redelijk. De ondernemer is gehouden te handelen overeenkomstig zijn aanbod. De commissie acht de klacht derhalve gegrond. De commissie zal bepalen dat het door de consument aan de ondernemer verschuldigde bedrag ad € 722,50 wordt voldaan uit het door de consument in depot gestorte bedrag ad € 980,06, waarna het restant ad € 257,56 aan de consument wordt terugbetaald. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. De consument betaalt uit het bij de commissie in depot gestorte bedrag aan de ondernemer een vergoeding van € 722,50 inclusief BTW. Betaling vindt plaats binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Na voldoening van dit bedrag hebben partijen met betrekking tot de in geschil zijnde factuur niets meer van elkaar te vorderen. De ondernemer betaalt overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 50,– aan de consument ter zake van het klachtengeld. Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Van het depotbedrag ad € 980,06 wordt een bedrag ad € 722,50 doorbetaald aan de ondernemer en strekt in mindering op de door de consument nog verschuldigde hoofdsom en een bedrag ad € 256,57 terugbetaald aan de consument. Aldus beslist door de Geschillencommissie Telecommunicatie op 9 november 2010.