
Commissie: Afbouw
Categorie: Ondeugdelijke levering
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
37895
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een omstreeks eind november / begin december 2009 tussen partijen gesloten overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het stukadoren van de plafonds in de woning van de consument tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 1.351,56. Het werk is op 29 maart 2010 opgeleverd. De consument heeft een bedrag van € 1.351,56 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De topstuklaag (filmlaag) komt los van de daaronder aangebrachte afneembare verflaag. Het door de consument ingeschakelde expertisebureau heeft geconstateerd dat de ondernemer zijn werk niet goed heeft uitgevoerd. Met name niet met betrekking tot de hechting. De ondernemer is het hier niet mee eens en weigert tot een oplossing te komen. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De ondernemer is tot drie keer toe in de gelegenheid geweest de gebreken te herstellen, maar heeft dit steeds niet gedaan. De ondernemer is in verzuim. Daarom kan de ondernemer geen aanspraak meer maken op het zelf uitvoeren van de herstelwerkzaamheden. De consument heeft geen vertrouwen meer in de ondernemer. De consument verlangt dat de schade door een andere stukadoor wordt opgelost en dat de financiële schade wordt verrekend met het door de ondernemer in rekening gebrachte bedrag ad € 1.351,56. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De ondernemer is zich er van bewust dat de top van de stuclaag los zit. Bij de consument is aangegeven dat de ondergrond met een diepgrondeer voorgestreken moet worden voordat begonnen wordt met sausen. De consument heeft hiervoor een andere firma ingeschakeld. Deskundigenrapport De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld. Op basis van onderzoek stelt de deskundige dat de pleisterlaag ([naam fabrikant]) in technische zin tekort schiet en als zodanig vervangen dient te worden. Uit onderzoek kan niet worden bepaald of hier sprake is van een materiaalfout. Hiervoor is een laboratoriumonderzoek noodzakelijk. Herstel is mogelijk door de pleisterlaag ([naam fabrikant]) bijvoorbeeld met water bevochtigen, laten opweken en afsteken. Met het verwijderen van de pleisterlaag op de plafonds dient eveneens de [naam fabrikant] op de bovenste 20 à 30 centimeter van de wanden worden verwijderd. Restanten van de pleisterlaag dienen daarna door middel van afwassen grondig te worden verwijderd. Hierbij mogen geen restanten achterblijven die de hechting van een nieuwe pleisterlaag belemmert. Na droging het muurverfoppervlak licht (machinaal) schuren en stofvrij maken. Vervolgens het oppervlak voorstrijken (bijvoorbeeld Knauf Betokontakt of gelijkwaardig) en volledig pleisteren met een geëigende gipspleister (bijvoorbeeld Knauf Pro-finish of gelijkwaardig). Nadat de gipspleister uitgehard en droog is, dient het oppervlak (door de schilder) te worden voorbehandeld, te weten: – licht opschuren; – waar nodig corrigeren/repareren; – voorzien van een fixeermiddel. Vervolgens kan de muurverf worden aangebracht. De kosten van herstel bedragen € 1.315,– exclusief BTW. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De consument heeft per brief van 16 september 2010 gereageerd op het rapport van de deskundige en, samengevat weergegeven, aangevoerd dat op pagina 3 onder 1. een zinsnede toegevoegd moet worden, dat hij de schade niet kan laten herstellen voor het bedrag zoals door de door de commissie benoemde deskundige is vastgesteld en dat in het rapport van de deskundige de gevolgschade ad € 168,39 ten onrechte niet is opgenomen. De ondernemer heeft per brief van 20 september 2010 gereageerd op het rapport van de deskundige en, samengevat weergegeven, dat de fabrikant van de muurverven wel degelijk bekend is en dat het aantal van 14 uren voor het bevochtigen en het afsteken van de pleisterlaag te veel is. De deskundige heeft geconcludeerd dat dat de pleisterlaag ([naam fabrikant]) in technische zin tekort schiet en als zodanig vervangen dient te worden. Deze conclusie is door partijen ook niet weersproken. Daarmee staat vast dat de ondernemer tekortgeschoten is in de uitvoering van de overeengekomen werkzaamheden. De commissie is met de consument van mening dat de ondernemer voldoende in de gelegenheid is gesteld de herstelwerkzaamheden uit te voeren en dat het de ondernemer is aan te rekenen dat deze herstelwerkzaamheden nog steeds niet door hem zijn uitgevoerd. De commissie voegt hier aan toe dat de ondernemer ook niet naar aanleiding van het deskundigenrapport heeft aangeboden de herstelwerkzaamheden alsnog uit te voeren. Van de consument kan in redelijkheid niet worden verlangd dat de ondernemer nogmaals de gelegenheid krijgt de herstelwerkzaamheden uit te voeren. De ondernemer dient derhalve de schade die de consument lijdt aan de consument te vergoeden. De schade die de consument lijdt is gelijk aan de herstelkosten verminderd met het bedrag dat de consument aan de ondernemer zou hebben moeten betalen, indien de ondernemer de werkzaamheden deugdelijk zou hebben uitgevoerd. Voor wat betreft het bedrag van de kosten van de herstelwerkzaamheden neemt de commissie de schadebegroting van de deskundige ad € 1.393,90 inclusief 6% BTW over. De commissie voegt hieraan toe het een bedrag van € 168,39 in verband met schilderwerkzaamheden. De commissie begrijpt dat dit laatste bedrag inclusief BTW is. De commissie begroot derhalve de herstelkosten op € 1.562,29 inclusief BTW. De commissie zal bepalen dat het bedrag ad € 1.351,56 dat de consument bij de commissie heeft gedeponeerd aan de consument wordt terugbetaald. De ondernemer is derhalve per saldo nog een bedrag ad € 210,73 aan de consument verschuldigd. De consument is met betrekking tot deze opdracht geen bedragen meer aan de ondernemer verschuldigd. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 210,73. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 230,–. Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Het depotbedrag ad € 1.351,56 wordt terugbetaald aan de consument. Aldus beslist door de Geschillencommissie Afbouw, op 16 november 2010.