Commissie: Waterrecreatie
Categorie: HISWA-voorwaarden Huur en Verhuur Pleziervaartuigen
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
WAT05-0050
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil heeft betrekking op de huur van een boot voor de periode 30 juli 2005 t/m 5 augustus 2005 voor een huurprijs van € 2.310,–. De overeenkomst is gesloten op 11 januari 2005.
De consument heeft op 10 augustus 2005 de klacht schriftelijk aan de ondernemer voorgelegd.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De huurboot vertoonde vanaf het begin gebreken welke voortduurden tijdens de boottocht. Een aantal voor een veilige vaart benodigde instrumenten functioneerden niet of niet naar behoren. Tijdens de vaart waren er regelmatig problemen met de accu’s en de stroomvoorziening. Er was
regelmatig een stroomtekort, terwijl er volgens de beschrijving van de gehuurde boot continue
220 Volt aan boord aanwezig zou zijn. De accu’s zijn oververhit geraakt en gaan koken. De consument en de medeopvarenden zijn door de verhuurder aan hun lot overgelaten en moesten maar zien hoe dit alles op te lossen, als ze maar op tijd terug zouden zijn.
Door de ontstane vertragingen kon gedurende twee hele dagen de reis niet worden voortgezet zoals gepland en heeft de boot meerdere malen urenlang stilgelegen. De laatste dag waren er zoveel problemen met de accu’s dat grote delen van de controlepanelen het helemaal niet meer deden. Ook de boordverlichting, de toeter, ruitenwissers en de boeg- en hekschroef werkten niet meer. De laatste dag voer de consument over het Veluwemeer met veel regen en windkracht 5 tot 6. Toen de motor uitviel was het niet langer verantwoord om verder te varen en is de consument bij Nijkerk gestopt. Het was toen ongeveer half drie ‘s middags. De verhuurder heeft toen gemeld dat hij een monteur en een schipper zou sturen en dat hij de consument de keuze liet tussen zich op te laten halen of mee terug te varen met de schipper. De consument en de opvarenden hebben toen besloten zich op te laten halen.
De consument is van mening dat de boot door de ontstane vertragingen niet tijdig kon worden teruggebracht bij de verhuurder, ondanks dat de consument er alles aan gedaan heeft om nog wel de afgesproken tijd te halen.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De consument heeft mondeling toestemming gekregen om op het IJssselmeer te varen. De consument is in het bezit van een Groot Vaarbewijs en is beroepsmatig stuurman op zeeschepen.
De planning was om donderdag vanuit Lemmer naar Amsterdam te varen, daar de nacht door te brengen en vrijdagochtend vanaf 10.00 uur naar Nieuwegein te varen. Gezien de gunstige weersverwachting had het zonder technische storingen geen probleem moeten zijn om op tijd in Nieuwegein aan te komen.
De problemen begonnen op dinsdagavond, maar toen was het kantoor van de ondernemer niet te bereiken. Woensdag heeft de consument voor het eerst contact gehad met een medewerker van de ondernemer.
De consument verlangt vergoeding van: twee dagen huur à € 350,– per dag; de voorgeschoten monteurkosten ad € 47,60; de dieselkosten ad € 96,42; geleden vakantiederving van 11 personen over 2 dagen begroot op € 1.100,–; benzinekosten van 5 auto’s (650 km x € 0,18) groot € 117,–; telefoonkosten geschat op € 15,–; het in geval van schoon achterlaten van de boot terug te ontvangen bedrag van € 15,– = in totaal € 2.091,02.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De consument heeft zich van het begin tot het einde van zijn contract niet gehouden aan de contractvoorwaarden. Bij de heenreis naar de Friese Meren werd al over het IJsselmeer gevaren hetgeen volgens de contractvoorwaarden verboden is. De consument kan de ondernemer daarom niet overtuigen dat hij alleen door het slechte weer niet op tijd in onze haven terug kon zijn. Dat de boot te laat terug is gekomen, komt door zijn planning.
Bij het telefonisch contact op donderdagmorgen over de accu heeft de ondernemer gevraagd of het mogelijk was om in de haven waar zij lagen naar een monteur te vragen om even naar het probleem te kijken. Een monteur vanuit Nieuwegein sturen zou te veel tijd kosten.
Om de late aankomst in Nieuwegein van de kant van de consument wordt naar allerlei mogelijke gebreken gezocht om dit te rechtvaardigen. Feit is dat de boot twee groepen stroom heeft. De accu’s in de bank bij de stuurstand beneden is de 12 Volt stroomgroep. De motorbesturing zowel als de boeg- en hekschroef hebben een eigen 24 Volt stroomgroep.
Door het niet op tijd terugbrengen van de boot heeft de ondernemer flinke extra kosten moeten maken. De ondernemer heeft twee monteurs moeten inzetten om de boot op te halen en vervolgens heeft de ondernemer de volgende huurder een compensatie moeten geven voor diens verloren gegane vakantiedagen.
Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Contract is contract. Varen op het IJsselmeer is alleen toegestaan met schriftelijke toestemming van de ondernemer. Die is er niet. Omdat de consument zich niet aan het contract heeft gehouden zijn de klachten verder niet meer relevant.
Gezien de planning van de consument was het onmogelijk om op tijd terug te zijn. Als je weet wat er mis kan gaan, zoals de consument dat kan weten, was de planning onverstandig.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De ondernemer heeft erkend, althans niet weersproken dat de problemen met de accu’s en dientengevolge de stroomvoorziening zich hebben voorgedaan. Door deze problemen is het huurgenot voor de consument en de medeopvarenden niet geweest wat zij ervan hebben mogen verwachten. De commissie ziet daarin aanleiding om de consument een vergoeding toe te kennen wegens gederfd huurgenot. Daaraan kan niet afdoen dat de consument mogelijk geen toestemming van de ondernemer had om over het IJsselmeer te varen. Van een oorzakelijk verband tussen de ontstane problemen en het varen over het IJsselmeer is niet gebleken. Bovendien was de boot op zichzelf geschikt om over het IJsselmeer te varen en was de consument daarvoor ook ruimschoots gekwalificeerd. De commissie is er daarnaast niet van overtuigd geraakt dat de consument de boot sowieso niet op tijd bij de ondernemer terug had kunnen brengen indien de problemen met de accu’s en stroomvoorziening zich niet hadden voorgedaan. Van een route- en/of tijdsplanning die het tijdig terugbrengen van de boot onmogelijke maakte, is naar het oordeel van de commissie niet gebleken.
Voor het gederfde huurgenot acht de commissie een vergoeding van één dag huur (€ 330,–) redelijk en billijk. Daarnaast acht de commissie grond aanwezig om de kosten voor de monteur ad € 47,60, de kosten voor de schoonmaak ad € 15,–, alsmede een bedrag van € 81,– naar redelijkheid en billijkheid voor de benzinekosten. De overige kosten dienen naar het oordeel van de commissie voor rekening van de consument te blijven. Voor vakantiederving acht de commissie – naast de vergoeding voor het gederfde huurgenot – geen vergoeding toewijsbaar.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 473,60. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
De commissie wijst het meer of anders verlangde af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Waterrecreatie op 16 februari 2006.