Commissie: Voertuigen
Categorie: Product voldoet niet aan verwachtingen(non-conformiteit)
Jaartal: 2020
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
3872/20798
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
Bij het starten van de auto is er een ratelend geluid te horen. De consument stelt dat er sprake is van een gebrek, dat op grond van de koopovereenkomst kosteloos door de ondernemer hersteld moet worden. De ondernemer heeft eerder al herstelwerkzaamheden uitgevoerd, maar de klacht is hierdoor niet verholpen. De ondernemer stelt zich op het standpunt dat het een eigenschap van de auto is en dat al dit type auto’s deze eigenschap vertonen. De commissie oordeelt dat niet vast is komen te staan dat het geluid een eigenschap is die de consument op grond van de koopovereenkomst niet hoefde te verwachten. Ook valt het geluid niet aan te merken als een gebrek dat hersteld moet worden. De klacht wordt ongegrond verklaard.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft kortgezegd de vraag of het ratelend geluid dat bij de koude start van de auto die de consument bij de ondernemer heeft gekocht hoorbaar is een gebrek is dat door de ondernemer kosteloos hersteld dient te worden op grond van de op of omstreeks 24 november 2018 tot stand gekomen koopovereenkomst.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De consument heeft op 24 november 2018 een Audi A4, Automatic S Edition, bij de ondernemer gekocht. De koopprijs bedroeg € 26.095,–. De auto is op 7 december 2018 aan de consument geleverd. De consument heeft op 11 december 2018 bij de ondernemer gereclameerd over het ratelende geluid. De ondernemer heeft herstelwerkzaamheden uitgevoerd, helaas is de klacht niet verholpen. Nu stelt de ondernemer zich op het standpunt dat het een eigenschap is van de auto en dat al dit type auto’s dit vertonen. De consument heeft hierover navraag gedaan bij derden, dit blijkt niet het geval. De consument wenst dat de ondernemer tot herstel overgaat. Het ratelende geluid wordt volgens de ondernemer veroorzaakt door de tandwielpomp die druk opbouwt. De consument wil dat deze wordt vervangen dan wel dat het gebrek wordt hersteld. De ondernemer heeft hier geen gehoor aan gegeven, vandaar dat klacht wordt voorgelegd aan de commissie.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Wij hebben het bijgeluid van de tandwielpomp ook waargenomen bij een Audi met dezelfde versnellingsbakcode en dezelfde motorcode. Fabrieksdocumentatie geeft aan dat de tandwielpomp niet drukvasthoudend is. Vandaar het gegeven dat het geluid geen technische tekortkoming is maar inherent aan de constructie.
Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.
Na een inleidend gesprek heeft de klant het voertuig gestart. Direct nadat de motor aansloeg is er een paar seconden een geluid hoorbaar. Dit geluid lijkt op een systeem wat op druk wordt gepompt, maar geeft ook de indruk dat er vacuüm wordt gepompt. Na het stilzetten en opnieuw starten komt het geluid niet meer voor. De klant ergert zich aan dit geluid. De deskundige heeft het geluid gehoord. Er is sprake van een geluid wat circa 2 seconden te horen is. De deskundige heeft dit niet als hinderlijk ervaren.
Na het onderzoek heeft de deskundige een Audi–specialist bezocht. Tijdens dit bezoek heeft de deskundige meerderde gelijksoortige voertuigen gestart, die langere tijd stil hebben gestaan. Alle voertuigen maakten tijdens de eerste start (koude start) exact hetzelfde geluid gedurende enkele seconden als de auto van de consument.
Conclusie
De deskundige is na gedaan onderzoek van mening dat het geluid inherent is aan het type voertuig en is tevens van mening dat er eerder sprake is van vacuüm pompen dan het op druk brengen van de olie in de automatische transmissie.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Tussen partijen staat niet ter discussie dat de auto aan de consument is verkocht met zes maanden (Bovag) garantie. Deze garantie betreft zowel het herstel van gebreken die ten tijde van de koop niet waarneembaar waren, als het herstel van gebreken die tijdens de garantieperiode ten gevolge van normaal gebruik zijn
ontstaan.
Daarnaast mag een koper op grond van het tweede lid van artikel 7:17 BW in beginsel verwachten dat een zaak (in dit geval de auto) de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen, alsmede de eigenschappen die nodig zijn voor een bijzonder gebruik dat bij de overeenkomst is voorzien. Beantwoordt het afgeleverde niet aan de overeenkomst, dan kan een koper herstel van de afgeleverde zaak eisen, mits de verkoper hieraan redelijkerwijs kan voldoen (art. 7:21 lid 1 BW). De verkoper is in dat geval verplicht om, mede gelet op de aard van de zaak en op het bijzondere gebruik van de zaak dat bij de overeenkomst is voorzien, binnen een redelijke termijn en zonder ernstige overlast voor de koper, zijn in artikel 7:21 lid 1 bedoelde verplichtingen na te komen (7:21 lid 3 BW). Gezien artikel 7:22 lid 2 BW ontstaat de bevoegdheid tot ontbinding van de koopovereenkomst pas wanneer herstel en vervanging onmogelijk zijn of van de verkoper niet gevergd kunnen worden, danwel de verkoper tekort is geschoten in een verplichting als bedoeld in artikel 21 lid 3.
Naar de commissie begrijpt is de consument van mening dat het ratelend geluid dat bij de koude start van zijn auto hoorbaar is, een gebrek is, althans een eigenschap is die hij op grond van de koopovereenkomst niet behoefde te verwachten.
Naar het oordeel van de commissie is echter niet komen vast te staan dat de auto vanwege dat ratelend geluid bij de koude start behept is met eigenschappen die de consument op grond van de koopovereenkomst niet behoefde te verwachten. Ook is naar het oordeel van de commissie, mede in het licht van de bevindingen van de door haar ingeschakelde deskundige, niet komen vast te staan dat het geluid gekwalificeerd kan worden als een gebrek dat herstel behoeft.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen, bestaande uit de heer mr. D.P.C.M. Hellegers, voorzitter, de heer A. Vis, mevrouw drs. W. Nienhuis, leden, op 14 oktober 2020.