Rechtsverhouding tussen ondernemer en leverancier staat buiten overeenkomst tussen ondernemer en consument; commissie bevoegd

  • Home >>
  • Wonen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Wonen    Categorie: Bevoegdheid    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 48477

De uitspraak:

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.   Kort samengevat vloeit het geschil voort uit een in februari 2008 gesloten overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren en plaatsen van een parketvloer (hierna te noemen: de vloer) tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 5.390,–. Door die overeenkomst te sluiten op basis van, althans na, een offerte waarin de ondernemer naar de [branche]-voorwaarden verwees, heeft de consument de toepasselijkheid van die algemene voorwaarden aanvaard. Artikel 19 lid 1 [branche]-voorwaarden bepaalt dat geschillen tussen consument en ondernemer over de totstandkoming of de uitvoering van overeenkomsten met betrekking tot door deze ondernemer te leveren of geleverde diensten en zaken, zowel door de consument als door de ondernemer bij de commissie aanhangig kunnen worden gemaakt. Volgens lid 5 van dat artikel is de commissie bevoegd van geschillen kennis te nemen. Er is voldaan aan artikel 4 Reglement, waarin is bepaald dat de commissie bevoegd is een geschil te behandelen, indien en voor zover partijen zijn overeengekomen zich aan het bindend advies van de commissie te onderwerpen.   De ondernemer voert aan dat zijn zaak tegen zijn leverancier bij de (civiele of kanton)rechter loopt of heeft gelopen en dat die zaak niet gaat over de klacht van de consument maar over de (de)montagekosten van de op de vloer geplaatste separatiewand, althans over de vervolgschade en wie die moet betalen. De consument geeft aan dat het geschil niet is opgelost met de door de ondernemer toegezegde vervanging van de vloer, omdat de consument ook schadevergoeding verlangt en de ondernemer zich inmiddels tot de rechter heeft gewend vanwege zijn aansprakelijk geachte leverancier. Gelet op deze partijstellingen acht de commissie verder in het bijzonder artikel 5 Reglement nog van belang. Dit artikel bepaalt: “De commissie verklaart de consument in zijn klacht ambtshalve niet ontvankelijk: (…) c. indien het een geschil betreft waarover de consument of (…) de ondernemer reeds bij de rechter een procedure aanhangig heeft gemaakt of waarin de rechter reeds een uitspraak over de inhoud heeft gedaan.” Dit artikel 5 heeft betrekking op geschillen tussen de consument en de ondernemer waarover tussen hen ook al een procedure bij de rechter aanhangig is of door de rechter is beslist. In dit geval is hiervan geen sprake, nu uit de stellingen van partijen volgt dat wel een procedure bij de rechter aanhangig is (geweest) maar deze alleen betrekking heeft (gehad) op een geschil tussen de ondernemer en zijn leverancier. Anders dan de ondernemer meent, is de consument niet gebonden aan een beslissing van die rechter, zelfs niet voor zover het gaat om (de onderlinge aansprakelijkheid of draagplicht van de ondernemer en zijn leverancier betreffende) de schade van de consument. De consument is (was) in de gerechtelijke procedure tussen de ondernemer en zijn leverancier immers geen partij, althans dat is niet gesteld of gebleken. De rechtsverhouding die de ondernemer met zijn leverancier heeft en de aanspraken die de ondernemer daaraan jegens zijn leverancier zal kunnen ontlenen, staan bovendien buiten de tussen partijen gesloten overeenkomst. Op dit moment ziet de commissie dan ook geen aanleiding de consument in zijn klacht ambtshalve niet-ontvankelijk te verklaren.   Gelet op het voorgaande zal de commissie zich bevoegd verklaren het geschil te behandelen.   Daarom wordt als volgt beslist.   Beslissing   De commissie verklaart zich bevoegd het geschil te behandelen.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen op 6 april 2011.