Commissie: Reizen
Categorie: Begeleiding/hulppersonen
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
48091
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 26 februari 2010 via een boekingskantoor met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor vier volwassenen naar Turgutreis in Turkije met verblijf in een hotel op basis van all inclusive voor de periode van 1 juni 2010 t/m 15 juni 2010 voor de som van € 3.476,–. Standpunt van klager Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt. Op de heenvlucht naar Turkije heb ik hartproblemen gehad. De medische apparatuur in het vliegtuig was niet in orde. Tevens konden de leuningen niet omhoog of omlaag, waardoor ik mijn elleboog op meerder plaatsen heb gebroken toen mij hulp werd verleend. Het hotel was overboekt, maar dat hebben we uiteindelijk zelf opgelost. Waar het echter vooral om gaat, is dat de hostess volledig tekort is geschoten waar het betreft begeleiding, hulp en bemiddeling, bijvoorbeeld voor het vervoer van het hotel naar het ziekenhuis (taxikosten). Op dag twee is de hostess bij mij in het ziekenhuis geweest, waarbij ze heeft aangegeven dat ze nogmaals zou komen. Dat heeft ze niet gedaan. Op zondag 6 juni trof mijn echtgenote op de kamer een bericht van de hostess om contact op te nemen met het ziekenhuis. Dit schoot bij haar en onze vrienden helemaal in het verkeerde keelgat. Ze had nota bene het telefoonnummer van mijn vrouw tot haar beschikking en ze was blijkbaar wel in het hotel geweest. Ze heeft niet eens de moeite genomen om mijn vrouw en onze vrienden even op te zoeken om te vragen hoe het met mij ging. Kortom, we hebben het gevoel ter plaatse ontzettend in de steek gelaten te zijn door de hostess/de reisorganisator. Klager verlangt een vergoeding van € 600,–. Standpunt van de reisorganisator Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt. Hoewel wij het gebeurde klager en zijn reisgenoten liever hadden willen besparen, zijn wij na het lezen van de rapporten van de reisleiding van mening dat correct is gehandeld door de reisleiding en dat klager derhalve geen vergoeding toekomt. Beoordeling van het geschil De commissie heeft als volgt overwogen. Ter zitting heeft klager aangegeven dat de klacht in het bijzonder ziet op het gebrek aan hulp en begeleiding van de kant van de reisleiding. De commissie zal zich hier dan ook toe beperken. De commissie stelt voorop dat het voor klager en zijn reisgenoten een bijzonder vervelende ervaring moet zijn geweest dat klager op de heenreis naar Turkije hartklachten heeft gekregen en ten gevolge daarvan in een buitenlands ziekenhuis is beland. Als hem dit in Nederland zou zijn overkomen, was het ook bijzonder vervelend geweest, maar het feit dat hem dit in het buitenland overkwam, maakte het alleen nog maar zwaarder, temeer daar klager en zijn reisgenoten de Turkse taal niet machtig zijn. Partijen worden verdeeld gehouden door het antwoord op de vraag wat mag worden verwacht van de reisleiding onder de omstandigheden zoals hiervoor omschreven. Klager is van mening dat van de reisleiding meer mag worden verwacht dan een enkel bezoekje aan het ziekenhuis. Hulp, begeleiding en bemiddeling, onder andere bij de onderhandelingen met taxichauffeurs over de ritprijs, had hij toch zeker verwacht. De reisorganisator daarentegen heeft zich op het standpunt gesteld dat de reisleiding datgene heeft gedaan wat in haar vermogen lag. Uitgangspunt daarbij is, zo vermeldt de reisorganisator, dat de reisleiding zo mogelijk een bezoek brengt aan klanten die in het ziekenhuis terechtkomen. In dit geval heeft zij dat ook gedaan. De commissie is van oordeel dat van een reisleiding niet mag en kan worden verwacht dat deze het gehele proces rondom een ziekenhuisopname actief begeleidt. Dat zou op gespannen voet komen te staan met de eigenlijke functievervulling. In die zin verwachtte klager teveel van de reisleiding onder de gegeven omstandigheden. Wel zou de reisleiding desgevraagd adviezen kunnen geven. Vaststaat dat de reisleiding een bezoek heeft gebracht aan klager in het ziekenhuis. Er kan dan ook niet gezegd worden dat zij zich het lot van klager niet heeft aangetrokken. Op grond van het voorgaande zal de klacht ongegrond worden verklaard. Ingevolge het reglement van de commissie dient de ondernemer aan de commissie de hierna te noemen bijdrage in de kosten van de behandeling van het geschil te voldoen. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De commissie verklaart de klacht ongegrond, zodat het door klager verlangde wordt afgewezen. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de reisorganisator aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 250,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen, op 10 februari 2011.