Commissie: Reizen
Categorie: Informatie schriftelijk
Jaartal: 2019
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
119322
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 26 februari 2018 met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor een persoon naar Tokio in Japan en terugreis vanaf Osaka naar Amsterdam van 16 maart 2018 tot 20 april 2018 voor de prijs van € 1.872,57.
Standpunt van klager
Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.
Door nalatigheid van de luchtvaartmaatschappij bij het inchecken in Amsterdam heb ik de vlucht gemist en moest ik een nieuw ticket kopen ten bedrage van € 1.087,29. Ik heb onvoldoende adequaat de hulp gekregen bij het zoeken naar een vervangende vlucht. De reisorganisator was niet bereikbaar. De reisorganisator heeft mij er niet op gewezen dat door de ‘no show’ tegelijkertijd de terugreis was geannuleerd, waardoor ik in Osaka een nieuw ticket moest kopen ten bedrage van € 785,28. Ik verlang een vergoeding van € 1.893,87.
Standpunt van de reisorganisator
Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt.
Wij zijn niet verantwoordelijk voor de situatie die zich heeft voorgedaan op de luchthaven. Klager dient zich te wenden tot de luchtvaartmaatschappij. Klager heeft op 16 maart 2018 driemaal contact met ons opgenomen. Nadat wij contact hadden gehad met de luchtvaartmaatschappij lukte het niet telefonisch contact te krijgen met klager. Klager is per mail op de hoogte gebracht van de situatie. Per mail hebben wij klager aangegeven dat hij contact met ons moest op nemen om een eventuele wijziging te doen. Omdat wij van hem niets vernomen hebben, is er niks met het ticket gedaan. Wij zijn van mening dat er voldoende contactmomenten zijn geweest.
Met betrekking tot de terugvlucht is helaas niet gecontroleerd of de reservering van klager nog bevestigd stond. Daar heeft hij ook niet om gevraagd. Wij zijn van mening dat de passagier verantwoordelijk is om zijn reisschema te controleren, dit geldt ook tussentijds tijdens de reis. Omdat wij niet op de hoogte waren dat de consument geen gebruik heeft gemaakt van het ticket tijdens de heenreis, waren wij niet in de gelegenheid om hem te informeren over zijn geannuleerde terugreis.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting is de commissie van oordeel dat de omstandigheid dat klager de heenvlucht heeft gemist, niet aan de reisorganisator kan worden toegerekend. Met betrekking tot het vinden van een oplossing voor de heenvlucht is tussen partijen contact geweest, maar uiteindelijk heeft de consument dit zelf geregeld. Daarom kan hij de kosten van het vervangende ticket voor de heenreis niet op de reisorganisator verhalen.
Met betrekking tot de terugreis is de commissie van oordeel dat het de reisorganisator volstrekt duidelijk moet zijn geweest dat klager de heenvlucht had gemist en dus geen gebruik had gemaakt van het ticket voor de heenreis. Het had op de weg van de reisorganisator gelegen om in ieder geval klager in het e-mailverkeer erop te wijzen dat het ticket voor de terugreis door de ‘no show’ was geannuleerd. Daarom heeft klager recht op restitutie van de kosten van het vervangende ticket voor de terugreis.
De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De reisorganisator betaalt aan klager een vergoeding van € 785,28. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
De commissie wijst het meer of anders verlangde af.
Bovendien dient de reisorganisator overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 127,50 aan klager te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Ingevolge het reglement van de commissie is de reisorganisator behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 10 oktober 2018.