
Commissie: Reizen
Categorie: Totstandkoming
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
REI-D01-2924
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 17 januari 2001 via een boekingskantoor met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor twee personen naar Malaga in Spanje met verblijf in een appartement op basis van halfpension, voor de periode van 15 t/m 29 september 2001 voor de som van € 1.884,10. Standpunt van klager Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt. Met het oog op de onzekere situatie direct na 11 september 2001, hebben wij besloten onze vakantie, ingaande 15 september 2001, te annuleren. De voorwaarden van de annuleringsverzekering waren op deze beslissing niet van toepassing en dus bestond er geen mogelijkheid tot vergoeding van de reissom. Bij deze vakantie was echter ook halfpension geboekt, waarvan door ons nu geen gebruik is gemaakt. Ik heb de reisorganisator verzocht deze kosten terug te betalen. De reisorganisator heeft mijn verzoek afgewezen. Ik ben het daarmee oneens. Mijn zienswijze is dat reissom en halfpension gesplitst staan aangegeven in de overeenkomst die door het boekingskantoor werd afgegeven. In de kostenspecificatie staat letterlijk dat de reissom ƒ 3.338,- bedraagt, daaronder staan de kosten voor halfpension ten bedrage van ƒ 784,- vermeld. Deze behoren dus niet tot de reissom. Aangezien de reisorganisator noch het hotel hiervoor kosten heeft gemaakt (uit voorlopige reserveringen vloeien bij annulering geen kosten voort bij de horeca) is het niet meer dan billijk dat dit bedrag aan mij wordt gerestitueerd. Een en ander is mede gebaseerd op het gestelde in de reisvoorwaarden onder artikel 9 lid 3. Ingeval de reisorganisator zich zou beroepen op een onjuiste formulering van de reisovereenkomst door het boekingskantoor dan is deze hiervoor toch verantwoordelijk ingevolge het gestelde in artikel 4 van de reisvoorwaarden. Klager verlangt een vergoeding van € 412,48 en heeft dit bedrag als volgt gespecificeerd: de halfpensionkosten € 355,76 en het klachtengeld € 56,72. Standpunt van de reisorganisator Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt. Naar aanleiding van de gebeurtenissen in New York op 11 september 2001 heeft klager besloten om niet aan de reis deel te nemen en hij nam daarmee de financiële consequentie die met dit besluit gepaard ging voor lief. Immers, noch door de Vereniging van ANVR Reisorganisatoren, noch door het Ministerie van Buitenlandse Zaken werd een negatief reisadvies afgegeven en zodoende kon alleen conform de richtlijnen van de ANVR Reisvoorwaarden van de reis worden afgezien. Onder artikel 9 lid 1 van de Reisvoorwaarden staan de annuleringsbepalingen vermeld die van toepassing zijn indien om welke reden dan ook de reiziger de reisovereenkomst annuleert. Klager annuleerde zijn reis op de dag van vertrek en dat betekent dat de volledige reissom als annuleringskosten in rekening zal worden gebracht. Er is immers voor klagers reis geen afwijkende annuleringsbepaling in onze publicatie opgenomen waarop een beroep gedaan zou kunnen worden. Op grond van het voorgaande zien wij geen aanleiding om aan klagers verzoek tot vermindering van de kosten te moeten voldoen. Immers ook toeslagen, van welke aard dan ook, maken deel uit van de reissom en kunnen niet los worden gezien van het totaalbedrag. Ter zitting heeft de reisorganisator verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Wij hebben van de accommodatieverschaffer geen compensatie ontvangen voor de door klager niet gebruikte accommodatie en halfpensionverzorging. De accommodatieverschaffer is daartoe ook geenszins verplicht. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie stelt vast dat op 17 januari 2001 een reisovereenkomst tot stand kwam tussen klager en de reisorganisator. Op de reisovereenkomst worden de reissom voor de standaardpakketreis, de aanvulling voor een verzorging op basis van halfpension en de toeslag voor een zaterdagvlucht apart gespecificeerd. Omdat de bijkomende kosten voor halfpensionverzorging en een zaterdagvlucht door de reisorganisator aangeboden uitbreidingen betreffen op de door de reisorganisator aangeboden ‘standaardpakketreis’, deze uitbreidingen als zodanig in de boekingsbevestiging worden vermeld en tevens vooraf aan klager in rekening werden gebracht is de commissie van oordeel dat de betreffende reisovereenkomst voor de gehele reis, inclusief de halfpensionverzorging en de toeslag voor een zaterdagvlucht, als een samenhangend geheel moet worden beschouwd, waarop de ANVR Reisvoorwaarden van toepassing zijn. De totale reissom voor deze overeenkomst bedraagt dan ook € 1.884,10. In artikel 9 lid 1 van de ANVR Reisvoorwaarden wordt aangegeven welke kosten aan de reiziger in rekening worden gebracht indien deze een reisovereenkomst annuleert. Bij annulering op de dag van vertrek of later wordt de volledige reissom in rekening gebracht. In artikel 9 lid 3 van de ANVR Reisvoorwaarden wordt aangegeven dat, indien de reiziger aantoont dat de door de reisorganisator geleden schade minder is dan de in het eerste lid bedoelde bedragen, hem de lagere kosten in rekening worden gebracht. Klager doet een beroep op artikel 9 lid 3 van de ANVR Reisvoorwaarden met als argument dat uit voorlopige reserveringen bij de horeca geen kosten voortvloeien. De commissie is van oordeel dat, zo dat al het geval zou zijn bij een losse reservering bij een restaurant, dit argument niet opgaat bij een definitieve reservering van een halfpensionverzorging als onderdeel van een via een reisorganisator geboekte pakketreis. In dat geval is er namelijk, naast de overeenkomst tussen de reiziger en de reisorganisator, sprake van een overeenkomst tussen de accommodatieverschaffer en de reisorganisator. Overeenkomsten binden partijen. Bovendien acht de commissie het aannemelijk dat de accommodatieverschaffer, vooruitlopend op de uitvoering van de overeenkomst, reeds kosten heeft moeten maken (personeel, faciliteiten, enzovoort). In het onderhavige geval heeft de commissie geen redenen om aan te nemen dat de accommodatieverschaffer de halfpensionverzorging niet aan de reisorganisator heeft doorberekend. Omdat klager anderszins evenmin heeft aangetoond dat de kosten van de reisorganisator door de annulering van klager lager werden kan de commissie klagers beroep op artikel 9 lid 3 van de ANVR Reisvoorwaarden niet honoreren. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de reisorganisator op correcte wijze de annuleringskosten heeft berekend en dat derhalve de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door klager verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen, op 5 juli 2002.