Commissie: Reizen
Categorie: Zorgvuldigheid
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
67946
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil vloeit voort uit een op 3 oktober 2011 met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vlieg/rondreis voor één persoon naar diverse locaties in Turkije met verblijf in hotels op basis van vol pension, voor de periode van 25 oktober 2011 tot en met 1 november 2011 voor de som van € 259,–. Klager heeft op 2 november 2011 de klacht voorgelegd aan de reisorganisator. Standpunt van klager Het standpunt van klager luidt samengevat en in hoofdzaak als volgt. Ik verwijt de wederpartij mij onvoldoende hulp en bijstand te hebben verleend toen ik ten onrechte op verdenking van diefstal van archeologisch materiaal door de Turkse politie ben overgebracht naar een politiebureau in Antalya. Ik ben ten onrechte door de reisorganisator beschuldigd van diefstal. Door de tekortkoming van de wederpartij heb ik immateriële schade geleden en verlang ik een redelijke vergoeding. Meer speciaal had de aanwezige reisleider geen tijd voor mij omdat hij met de groep bezig was. Ook heb ik geen hulp ondervonden toen ik op het politiebureau zat. Ik kreeg daar geen eten en drinken behalve thee. Een aldaar door de wederpartij naar toe gestuurde medewerker heeft alleen maar ons verhaal vertaald. Het is een grof schandaal dat van de officiële instanties in Turkije niemand een woord Engels of Duits spreekt. Ter zitting heeft klager verder nog en in hoofdzaak naar voren gebracht. Ik blijf bij mijn eerder standpunt. Er is niemand van de wederpartij bij de politie geweest. Een Duitssprekende Turkse gids heeft aangifte gedaan van een diefstal, die ik niet heb gepleegd. Deze man bezorgde mij blauwe plekken door mij bij mijn bovenarm vast te grijpen. Hij stond ook tegen mij op te rijden. De verklaringen van de twee bij hem aanwezige dames klopte niet. Er is één keer een gids op het politiebureau geweest, die onze verklaringen vertaald heeft. Er was nog een oude man aangehouden. Standpunt van de reisorganisator Het standpunt van de reisorganisator luidt samengevat en in hoofdzaak als volgt. Wij achten de klacht ongegrond. Wij hebben geen toerekenbare tekortkoming jegens klager gepleegd omdat wij wel degelijk alles ondernomen hebben wat redelijk was om klager, die van diefstal verdacht, werd opgepakt door de Turkse politie, te helpen. Onze gids heeft namelijk gepoogd te spreken met de politie in Perge. Toen dit niet lukte is er een reisleider naar het politiebureau gezonden om klager bij te staan. Hij is zowel in voor- als in de namiddag gegaan om een en ander aan te horen en te vertalen. Door het hoofd van de reisleiding is voorts ook contact opgenomen met het Nederlands consulaat. Aldaar zei men dat op dat moment nog niets voor klager gedaan kon worden omdat er nog geen sprake was van een aanklacht. Verder heeft de hoteleigenaar op verzoek van de politie het paspoort van klager naar de vreemdelingendienst gebracht. De reisleider is in de avond nog naar de vreemdelingendienst gegaan maar mocht klager aldaar niet spreken. Alleen een advocaat mocht naar binnen. De volgende dag is een medewerker van het hotel met klager meegegaan naar de luchthaven. Hij had op verzoek van de politie de koffers van klager meegebracht en haar verder begeleid bij het vertrek. Zodoende is er ook veel achter de schermen voor klager gedaan. Er is door ons redelijkerwijs alles aan gedaan om klager hulp te bieden. Als klager ten onrechte door de Turkse politie is gearresteerd valt ons dat niet te verwijten. Voor een vergoeding is derhalve geen reden. Ter zitting heeft de reisorganisator verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Wij volharden bij ons eerder standpunt. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Naar het oordeel van de commissie is, na kennisneming van het dossier en na het horen van partijen ter zitting, onvoldoende gebleken van aan de reisorganisator te verwijten fouten bij het uitvoeren van de geboekte reis. Naar het oordeel van de commissie heeft de reisorganisator voldoende gepoogd om klager in de ter plaatse ontstane situatie hulp en bijstand te verlenen. Dat zulks niet heeft geleid tot het door klager gewenste resultaat doet aan dit oordeel niet af. Een eventueel door de Turkse overheid gepleegd onrechtmatig handelen valt niet aan de reisorganisator te verwijten. De door de reisorganisator gestelde handelingen door of namens de reisorganisator ten behoeve van klager verricht nadat deze was aangehouden door de Turkse politie heeft klager niet of niet voldoende ontkend. Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen acht de commissie de klacht onvoldoende gegrond. Derhalve zal als volgt worden beslist. Beslissing Het door klager verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 15 augustus 2012.