Reiziger had op de boekingsbevestiging kunnen zien dat er geen familiekamer was geboekt

  • Home >>
  • Reizen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Reizen    Categorie: Zorgvuldigheid    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 54495

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 8 juli 2010 met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor vier personen naar Sharm el Sheik in Egypte met verblijf in een hotel op basis van all inclusive voor de periode van 21 september 2010 t/m 5 oktober 2010 voor de som van € 6.470,50.   Standpunt van klager   Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.   Ik heb telefonisch twee familiekamers met tussendeur gereserveerd. Bij aankomst kregen we standaard tweepersoonskamers, met een extra matras in een nis en een zeer gammele, oude stretcher vóór het nachtkastje geplaatst. De reisleidster wilde ons van dienst zijn door ons over te plaatsen naar een fatsoenlijke familiekamer in een ander hotel, maar zij kreeg geen medewerking van het hoofdkantoor van de reisorganisator. De eerste 9 dagen hebben we niets anders gedaan dan sms -en met de reisleidster en het voeren van overleg met haar bij de receptie, maar dit alles zonder tot een acceptabele oplossing te komen. Na veel inspanningen hebben we zelf kamer in een ander hotel kunnen regelen. Desondanks moesten we nog € 59,– bijbetalen, anders zou de transfer niet doorgaan.   Klager stelt niet tevreden te zijn met het door de reisorganisator gedane aanbod d.d. 8 december 2010 en verzoekt de commissie in redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen.   Standpunt van de reisorganisator   Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt.   Wij hebben op geen enkele wijze aan klager bevestigd dat hij familiekamers zou hebben geboekt. Indien klager tijdens het reserveren van de reis de indruk zou hebben gekregen dat dit wel het geval was, dan had de factuur/boekingsbevestiging uitsluitsel kunnen geven over wat er precies geboekt was. Indien de informatie op de boekingsbevestiging niet overeenkwam met wat klager dacht te hebben geboekt, dan had het op de weg van klager gelegen hierover contact op te nemen met ons. Kortom, klager heeft precies gekregen waarvoor hij heeft geboekt en betaald.   In onze publicatie geven wij aan dat men rekening dient te houden met beperkte ruimte in een kamer indien deze met meerdere personen gedeeld wordt. Tevens vermelden wij dat een extra bed een opklapbed, een stretcher of bedbank zal zijn. Op grond van deze informatie had klager zich een beeld kunnen vormen van hetgeen hij mocht verwachten en vooraf kunnen besluiten of hij zijn vakantie op deze manier wilde doorbrengen.   Aan klager werd geen voorstel tot vergoeding gedaan. Uit coulance hebben wij op 7 december 2010 een reischeque van € 250,– aangeboden.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft als volgt overwogen.   Op de factuur/boekingsbevestiging staat vermeld dat klager een tweepersoonskamer (2 extra bedden), een eenpersoonskamer (1 extra bed) en een tweepersoonskamer heeft geboekt. Niet vermeld staat dat er familiekamers zijn geboekt. Verder merkt de commissie op dat in de beschrijving van de accommodatie in de brochure van de reisorganisator noch in de bijbehorende prijslijst wordt gesproken van familiekamers.   Klager beroept zich erop dat hij telefonisch familiekamers heeft gereserveerd. Ter zitting heeft hij in aanvulling daarop verklaard dat hij een en ander niet meer heeft gecontroleerd op de factuur/boekingsbevestiging, omdat hij geen reden had om zijn boeking te controleren. Hij had er vertrouwen in dat het allemaal goed geregeld was, omdat hem telefonisch was meegedeeld dat er familiekamers waren.   Met de reisorganisator is de commissie van oordeel dat het op de weg van klager had gelegen om op de factuur/boekingsbevestiging te controleren of daarop stond vermeld wat hij meende te hebben gereserveerd. Als op dat moment was gebleken dat dat niet het geval was, had hij daarover in contact kunnen treden met de reisorganisator. Klager heeft er echter om hem moverende redenen vanaf gezien om een en ander te controleren. Dat dient naar het oordeel van de commissie voor rekening en risico van klager te blijven. Tenslotte merkt de commissie op dat klager heeft gekregen waarvoor hij heeft geboekt en betaald.   Gelet op het voorgaande zal de klacht ongegrond worden verklaard.   Ingevolge het reglement van de commissie dient de reisorganisator aan de commissie de hierna te noemen bijdrage in de kosten van de behandeling van het geschil te voldoen.   Derhalve wordt beslist als volgt.   Beslissing   De commissie verklaart de klacht ongegrond, zodat het door klager verlangde wordt afgewezen.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de reisorganisator aan de commissie een bedrag verschuldigd van € 150,– als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 27 mei 2011.