Commissie: Verhuizen
Categorie: Offerte
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
57106-1
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 12 januari 2011 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het uitvoeren van een verhuizing tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 1.880,–. Het uitvoeren van de verhuizing vond plaats op 13 januari 2011. De consument heeft een bedrag van € 2.690,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De gerekende prijs is te hoog. € 810,– voor anderhalf uur overwerk is te veel, want er wordt € 1.883,03 gerekend voor vijf medewerkers inclusief gebruik van twee verhuiswagens en verhuisdozen en -boxen en demontage dressoir en garantiecertificaat, met aanvangstijd van 08.00 uur en 17.00 uur als eindtijd. Men meldde zich bij mijn woning van vertrek om 08.30 uur. Men is doorgegaan tot 18.30 uur. Daarbij is het dressoir weer gemonteerd. Er is dus niet anderhalf uur extra gewerkt, maar één uur extra. Voor demontage dressoir is € 103,03 berekend. Billijk is € 103,03 voor montage dressoir te rekenen. Dan is € 710,– berekend voor één uur loon voor personen. Dat is teveel als € 1.780,– voor negen uur werk wordt gerekend, inclusief verhuismateriaal en twee vrachtwagens. Er is geen sprake van extra dozen of boxen of gebruik van de vrachtwagens. € 150,– voor één uur extra werk voor vijf personen lijkt mij reëel. Dan is totaal voor één uur extra werk en montage dressoir een bedrag van € 253,03 reëel. Met de prijs voor de verhuizing volgens de offerte samen is het totaalbedrag dan € 2.136,33 billijk. Een driedelige ladder, gekocht bij de [bouwmarkt] voor f 300,– ongeveer in 1992, is meegenomen van het vertrekadres, maar niet aangekomen bij het aankomstadres. Tegenwoordig kost zo’n driedelige ladder € 200,– nieuw. Mijn ladder is in prima staat en weinig gebruikt. Tweedehands is deze minstens € 125,– waard, als het niet meer is. Als ik zo’n ladder tweedehands zou kopen, heb ik geen garantie dat deze nog de kwaliteit heeft van mijn ladder. Gezien de prima staat van deze ladder is deze minstens € 150,– waard ondanks de leeftijd van de ladder. Ik vraag dan ook € 150,– schadevergoeding, beter gezegd vervangingsvergoeding voor mijn ladder. Een antieke kristallen karaf met oor en stop is gebroken tijdens de verhuizing. Het is een erfstuk afkomstig van mijn grootouders, welke zij weer van hun voorouders hebben geërfd. Taxatie door een antiquair moet nog gebeuren, maar is geschat op zeker € 200,– bij telefonisch informeren aan de hand van de beschrijving van de karaf. Schadevergoeding € 200,–. [Een kan] voor het zuiveren van water – aanschafprijs in 2000 f 35,– – heeft geen deksel meer bij aankomst op het aankomstadres. Het water in de kan wordt nu stoffig, verontreinigd. Filteren van water is dan zinloos. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Op 12 januari 2011 hebben we aan de consument een offerte uitgebracht van € 1.880,–, met welke offerte de consument akkoord is gegaan. De factuur is uiteindelijk hoger uitgevallen. Daarvoor is de volgende verklaring: Op zaterdag 8 januari 2011 is door de verhuizer een deel afgevoerd wat makkelijk was en voor de hand lag, rest onder andere veel vuil, stort ongeveer 12 m3 en afval heeft men laten liggen en dus de klus niet afgemaakt. Met de consument op woensdag 12 januari 2011 de afspraak gemaakt na telefonisch overleg op dinsdag 11 januari 2011 om donderdag 13 januari 2011 de rest te verhuizen op de volgende voorwaarden: stickers wat er naar de stort zou gaan, duidelijkheid wat er wel en wat er niet mee zou gaan, zo goed mogelijk alles schoon maken en vuil afvoeren, goed bepalen wat er ingepakt zou worden, gaan kijken op het losadres of het nog te lossen volume wel in de woning paste. Onze medewerkers met twee auto’s op donderdag zijn tegen veel vragen en verstoringen aangelopen, maar met respect voor de consument daar zij het vermoedelijk niet geheel meer kon overzien. Verhuizing wel afgemaakt met extra inzet van medewerkers en veel extra tijd, oorzaken: 1. Niets schoongemaakt en vuil opgeruimd. 2. Ronde maken met de ploeg voor er uiteindelijk kon worden begonnen met verhuizen kosten veel tijd. 3. Veel vragen of wat gaat er naar stort, koste veel extra tijd. 4. Veel vragen wat moet er worden ingepakt. 5. Veel vragen over de spullen in de dierenpraktijk. 5. Discussie over afvoeren spuiten met naalden en uitwerpselen dieren. 7. Losadres stond tot aan de deur vol, veel moeten herplaatsen om het erin te krijgen. 8. Is naar onze mening van de verhuizers nu weer te vol, gaat vermoedelijk dezelfde kant op als de oude situatie. Wij gaan het volgende doorbelasten. Afspraak was: Verhuistarief: € 1.295,– Inpakken dozen en diverse: € 450,– De-montage dressoir: € 100,– Garantiecertificaat: € 35,– Extra uren zie bovenstaande punten: € 810,– Totaal: € 2.690,– Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting is de commissie van oordeel dat de ondernemer voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de rekening hoger moest uitvallen, omdat een aantal elementen niet in de offerte zijn meegenomen. Dit geldt in het bijzonder voor de punten 1, 7 en 8, waarbij punt 8 de aannemelijkheid van punt 7 onderbouwd. De punten 2 tot en met 6 kunnen echter niet met succes aan de consument in rekening worden gebracht, omdat deze punten geacht worden te zijn begrepen in de offerte. De commissie kan niet vaststellen welk bedrag daarmee precies is gemoeid, zodat zij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid op het uiteindelijke factuurbedrag een bedrag van € 300,– in mindering zal brengen. Met betrekking tot de geclaimde schade is de commissie van oordeel dat de klacht geen doel treft, omdat, nog daar gelaten dat de schade veel te laat is gemeld, niet aannemelijk is gemaakt dat de schade aan de ondernemer kan worden toegerekend, nu de consument zelf heeft uitgepakt. Hetgeen partijen overigens naar voren hebben gebracht, kan niet tot een andere beslissing leiden en behoeft derhalve geen afzonderlijke bespreking. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Aan de consument wordt een bedrag van € 300,– gerestitueerd en aan de ondernemer wordt overgemaakt een bedrag € 2.390,–. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 100,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 200,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Verhuizen op 6 maart 2012.