
Commissie: Voertuigen
Categorie: Garantie / Non conformiteit
Jaartal: 2021
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
31411/35229
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Het betreft een bindend advies na een tussenadvies. Naar aanleiding van het tussenadvies is een aanvullend deskundigenonderzoek uitgevoerd. De deskundige heeft vastgesteld dat de ureum (AdBlue) tank vervangen moet worden. Ook dient de turbo compleet met positiesensor te worden vervangen volgens de deskundige. Beide partijen hebben gereageerd op het rapport van de deskundige. De commissie oordeelt dat de ureumtank vervangen moet worden. Ook moet de turbo naar het oordeel van de commissie vervangen worden. Echter, gelet op de leeftijd van de auto en het aantal gereden kilometers komen de materiaalkosten voor rekening van de consument. De reparaties worden uitgevoerd door een door de consument aan te wijzen merkdealer.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Voertuigen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten. De commissie heeft bij tussenadvies d.d. 5 maart 2021 de eindbeslissing aangehouden. De inhoud van dit tussenadvies moet als hier ingevoegd worden beschouwd.
De commissie heeft kennis genomen van de overgelegde stukken. De commissie heeft een nader onderzoek laten doen door de heer [naam], die daarvan schriftelijk rapport heeft uitgebracht.
Vervolgens is het geschil behandeld op 29 oktober 2021 te Utrecht.
Partijen hebben ter zitting hun standpunt via een videoverbinding toegelicht. De ondernemer werd ter zitting bijgestaan door de heer [naam].
Onderwerp van het geschil en standpunten van partijen
De commissie verwijst dienaangaande naar hetgeen zij heeft overwogen in het tussenadvies van 5 maart 2021.
Aanvullend deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.
Op 02 juni 2021 heeft de deskundige zowel de ondernemer als de consument ontmoet. De deskundige besprak nogmaals de bovengenoemde zaken en vernamen van de consument dat er in de tussenliggende periode vanaf 13 januari 2021, diverse meldingen en storingen in het voertuig zijn voorgekomen betreffende het emissie systeem van het voertuig en de ureum (AdBlue).
De deskundige constateerde dat er na het starten van de motor van het voertuig op 02 juni 2021 geen sprake was van brandende storingslampjes op het instrumentenpaneel. Tevens werden er geen meldingen op het display weergegeven. In het diagnosemenu van het voertuig zelf was enkel een melding onderhoud binnen 3.400 kilometer aanwezig. De motor functioneerde voor zover te beoordelen naar behoren. Het voertuig had tijdens het bezoek 158.416 kilometers gepresteerd.
De deskundige heeft het voertuig geïnspecteerd. De voertuigdata werd in het bijzijn van de deskundige uitgelezen met de fabriekstester.
Ureum systeem (AdBlue)
Er was geen sprake van afwijkingen of uitwendige beschadigingen aan de ureum (AdBlue) tank, ook aan de bovenzijde van de tank (in de kofferruimte van het voertuig) en bij de vulopening van het ureum (AdBlue) systeem waren geen afwijkingen of beschadigingen zichtbaar.
Tijdens het uitlezen van het storingsgeheugen met de fabriekstester, stelde de deskundige de volgende twee storingen vast betreffende het ureum (AdBlue) systeem:
• P20E8 ureumdruk te laag, lokaal;
• P20E9 ureumdruk afwijking naar boven.
De deskundige heeft gevraagd het storingslogboek van het voertuig te raadplegen. Dit is enkel met een fabriekstester uit te lezen. Hierbij stelde de deskundige vast dat de storingen van het ureum (AdBlue) systeem volgens de testapparatuur, tien keer waren geregistreerd in de periode vanaf juli 2020. Het was niet mogelijk om verder in het logboek terug te kijken dan juli 2020.
De deskundige heeft een registratie vastgesteld van de storing van het ureum (AdBlue) systeem op 16 januari 2021 bij 155.587 kilometers. Dit bevestigt de bewering van de consument dat de storing weer was opgetreden kort na het eerste onderzoek op 13 januari 2021. Uit de door de consument aangeleverde uitleesgegevens van 31 maart 2020 (door een merkdealer) blijkt eveneens dat de storing P20E8, destijds aanwezig was. Aan de hand van de uitgelezen bovengenoemde storingscodes, bleek er een Technical Service Bulletin (TSB) van kracht waarin de bovengenoemde storingen worden vermeld en de hierbij uit te voeren werkzaamheden om de klacht/storingen te verhelpen.
De TSB is een technisch schrijven van de fabrikant. Dat mag door de merkdealer niet aan derden worden verstrekt en is enkel voor intern gebruik binnen de organisatie. De deskundige heeft daarom ook geen kopie van de TSB bijgevoegd. Wel heeft de deskundige de TSB mogen inzien. De TSB met het nummer [nummer] beschrijft een aantal controles die men dient uit te voeren aan het ureum (AdBlue) systeem, met daarbij verschillende oplossingen. De deskundige stelde aan de hand van de gegevens uit de TSB en de door ons uitgevoerde controles het volgende vast:
• controle ureum reservoir: deze vertoonde geen afwijkingen;
• controle vuldop ureum reservoir: deze bleek aan de hand van de gegevens in orde;
• inhoud van ureum reservoir minimaal 4 liter: dit bleek het geval;
• herprogrammering van de software: de software bleek up to date;
• controle van de druk van de ureumpomp: hierbij stelden wij vast dat de druk ten tijde van het onderzoek 4 bar was, de druk dient zich tussen de 5 tot 6 bar te bevinden.
Er was geen sprake van lekkage van het AdBlue systeem
Aan de hand van de gegevens van de TSB welke door de fabrikant is opgesteld, maakt de deskundige op dat de ureum (AdBlue) tank vervangen dient te worden. De TSB beschrijft precies de door de consument ervaren klacht. Het is niet mogelijk om de losse delen in de ureumtank te vervangen, derhalve dient de volledige ureumtank met pomp en sensoren te worden vervangen en geprogrammeerd.
Turbo
De deskundige heeft de turbo op het voertuig gecontroleerd, deze vertoonde geen afwijkingen, lekkage of beschadigingen. De deskundige heeft de turbo nogmaals beoordeeld tijdens het onderzoek. Hierbij stelde de deskundige vast dat de turbo zich in dezelfde staat bevindt als ten tijde van het eerste onderzoek.
Met behulp van de fabriekstester werd het storingsgeheugen van het voertuig in de aanwezigheid van de deskundige uitgelezen. Hierbij was de volgende storing in het storingsgeheugen opgeslagen:
• P2566 inleren van de aanslagen van de turbocompressor
Deze storing heeft de deskundige tijdens ons onderzoek van 13 januari 2021 eveneens waargenomen, waarbij de testapparatuur destijds niet geschikt was voor nadere diagnose of het inzien van parameters. Uit de door de consument aangeleverde uitleesgegevens van 31 maart 2020 (door de merkdealer) blijkt eveneens dat de storing P2566 op 31 maart 2020 reeds aanwezig was. De storing was op het moment van ons onderzoek niet langer actief en kende de status ‘tijdelijk’.
Uit database gegevens van de merkdealer blijkt dat er bij de storing P2566, verdachte delen
worden weergegeven als mogelijke oorzaak van de storing, te weten:
• turbocompressor;
• positiesensor turbocompressor;
• vacuümsysteem;
• stekker positiesensor;
• bedrading positiesensor.
Met behulp van een vacuümmeter/-pomp heeft de deskundige het vacuümsysteem gecontroleerd. Hierbij heeft de deskundige vastgesteld dat er geen sprake was van een vacuümlek of disfunctioneren van het vacuümsysteem. Het betreft een turbo met variabele geometrie, deze wordt door middel van motorvacuüm aangestuurd. Door de turbo via de vacuümaansluiting aan te sturen met de vacuümmeter/-pomp, stelde de deskundige vast dat de variabele geometrie nog gangbaar was en aan de hand van de parameters welke de testkast weergaf, heeft de deskundige vastgesteld dat de turbodruk te beïnvloeden was door de turbo aan te sturen met de vacuümmeter/-pomp.
De deskundige heeft de inlaatbuis van de turbo gedemonteerd en stelde geen overmatige speling op de as van de turbo vast. Eveneens was er geen sprake van beschadigingen van het compressorwiel. Aangezien er geen sprake is van speling op de as van de turbo en het feit dat de turbo tot op heden nog functioneert, kan er geen sprake zijn van een gebrekkige smering van de turbo. Indien er sprake is van een gebrekkige smering, zal de turbo binnen een zeer korte periode vastlopen en de as van de turbo doen breken.
De deskundige heeft de stekker van de positiesensor van de turbo gedemonteerd en heeft ook hier geen afwijkingen vastgesteld. Ook de bedrading was niet beschadigd en de signalen waren duidelijk meetbaar met de testapparatuur. De positiesensor en turbo zijn niet verder controleerbaar zonder demontage en het gebruik van een turbo testbank.
De deskundige heeft in het onderdelensysteem van de merkdealer naar de onderdelen geïnformeerd. Hierbij constateerde de deskundige dat er geen losse onderdelen voor de turbo worden geleverd en deelreparatie niet mogelijk is. De enige optie is de complete turbo te vervangen, door een nieuw of gereviseerd exemplaar.
De deskundige heeft, om het voertuig juist te kunnen beoordelen, nog een korte proefrit met het voertuig gemaakt. Hierbij heeft de deskundige getracht de storing in de turbo op te wekken. Tijdens de door de deskundige verreden kilometers heeft het voertuig zonder storingen en afwijkingen gefunctioneerd.
Aan de hand van de door de deskundige verkregen gegevens (TSB) en de uitgevoerde metingen heeft de deskundige vastgesteld, dat de ureum (AdBlue) tank van het voertuig vervangen dient te worden. De turbo heeft de deskundige voor zover als mogelijk gecontroleerd, hierbij heeft de deskundige geen externe gebreken aangetroffen welke de storingen zou kunnen verklaren. De storing was ten tijde van het bezoek tijdelijk en niet actief. Dit maakt de diagnose van de storing lastig.
Aangezien er voor de turbo storing volgens de fabrikant enkel verdachte delen weergeeft en de deskundige aan het vacuümsysteem, de stekkers en bedrading geen afwijkingen heeft waargenomen, maakt dat de deskundige het meest aannemelijk acht dat of de positiesensor soms een foutief signaal afgeeft of de turbo inwendig op bepaalde momenten niet juist functioneert. Aangezien er geen losse positiesensor wordt geleverd door de fabrikant, dient de turbo compleet met positiesensor te worden vervangen.
Reacties van partijen
Van de consument werd naar aanleiding van het aanvullend rapport geen schriftelijke reactie ontvangen.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De ondernemer vroeg mij voor het vervangen van de tank een vergoeding van € 300,–. Daar was ik het niet mee eens.
Ten aanzien van de turbo merk ik op dat de foutmelding meerdere keren is voorgekomen, vaker zelfs dan in het storingsgeheugen is opgeslagen. De ondernemer heeft nooit een aanbod gedaan voor een oplossing van het probleem met de turbo. Ik wil ook dat de turbo wordt vervangen of in elk geval een garantie op de turbo. Een aanbod waarbij alleen de tank wordt vervangen is voor mij niet acceptabel. Ik wil de auto laten repareren door een merkdealer, voor rekening van de ondernemer.
De ondernemer heeft in reactie op het aanvullend rapport nog aangevoerd dat de storingen die zich hebben geopenbaard na levering van het voertuig aan een normaal gebruik van het voertuig niet in de weg staan. Zij was in elk geval niet bekend met deze storingen op het moment van verkoop en levering.
De ondernemer handhaaft het standpunt dat het voertuig zonder garantie is verkocht en de consument willens en wetens heeft afgezien van garantie. Hiervoor heeft de consument een korting bedongen ad
€ 445,–. Indien de ondernemer nu alsnog garantie zou moeten verlenen dan stelt zij dat de consument de overeengekomen korting vanwege afzien garantie alsnog aan haar zou moeten betalen.
De gebreken die na levering zijn ontstaan zouden normaal gesproken onder garantie door de ondernemer worden hersteld, maar deze gebreken komen nu voor rekening en risico van de consument, omdat de koper niet mocht verwachten dat een voertuig van bijna vijf jaar oud met een kilometerstand van 139.944 en derhalve reeds aan behoorlijke slijtage onderhevig is geweest probleemloos zal functioneren. De ondernemer verwijst naar artikel 7:17 lid 5 van het Burgerlijk Wetboek en doet hier een beroep op. Het was immers aannemelijk dat voor dit voertuig op kortere termijn onderdelen vervangen zouden moeten worden. De consument mocht, gelet op de inhoud van de overeenkomst, niet verwachten dat hij de eerste zes maanden na levering niet met onderhouds- of reparatiekosten geconfronteerd zou worden.
Als de commissie al van mening zou zijn dat de gebreken wel aanwezig zouden zijn geweest bij levering en de consument deze niet hoefde te verwachten dan stelt de ondernemer dat zij korte tijd na levering al aan de consument heeft aangeboden om de ureumtank uit voorzorg kosteloos te vervangen. Op dit voorstel is de consument niet ingegaan. Het doorrijden met de storing kan uiteraard gevolgen hebben voor de overige onderdelen van de motor van het voertuig. De ondernemer stelt dat zij in elk geval de gelegenheid moet krijgen om de ureumtank op haar kosten te vervangen wanneer de commissie van mening is dat dit gebrek door de ondernemer hersteld zou moeten worden.
Ten aanzien van de turbo stelt de ondernemer dat het onredelijk is om dit onderdeel te vervangen aangezien de storing, welke zich incidenteel voordoet, het normale gebruik van het voertuig niet in de weg staat. De gedachte van de deskundige dat het aannemelijk is dat of de positiesensor niet goed functioneert of de turbo inwendig op bepaalde momenten niet correct functioneert is niet gebaseerd op een daadwerkelijke diagnosestelling maar blijft een aanname. Als de sensor niet goed zou functioneren dan kan het voertuig nog steeds normaal gebruikt worden en van een gebrek aan de turbo is niets gebleken. De consument heeft inmiddels ongeveer 20.000 km met het voertuig gereden hetgeen bevestigt dat het voertuig normaal bereden kan worden.
Als de commissie al van mening zou zijn dat dit gebrek wel aanwezig zou zijn geweest bij levering en de consument dit niet hoefde te verwachten dan stelt de ondernemer dat zij de gelegenheid moet krijgen om ook dit gebrek alsdan zelf te herstellen aangezien zij hier niet eerder toe in de gelegenheid is gesteld.
Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De klacht over de turbo doet zich slechts incidenteel voor en kan goed het gevolg zijn van een slecht contact bij een sensor. De deskundige heeft geen probleem aan de turbo vastgesteld. Het vervangen van de ureum-tank heb ik wel degelijk aangeboden. Ik heb die tank in mijn bedrijf staan.
De auto is zonder garantie gekocht. Als er dan een probleem is, wil ik daar best een dialoog over aangaan, maar dan moet er van twee kanten meegedacht worden. Met de auto is verder niets mis. Hij is APK-gekeurd en nog nooit stilgevallen. De turbo functioneert normaal en je kunt er ook gewoon mee rijden.
Ik wil graag een beslissing over de vraag of de noodzaak bestaat om de turbo te vervangen, in relatie tot de staat en de ouderdom van de auto. De ureumtank ligt al bij ons. En als de auto gerepareerd moet worden, dan vindt de ondernemer dat hij daartoe de kans moet krijgen. De ondernemer maakt bezwaar tegen een financiële afwikkeling, omdat het volgens hem niet zo kan zijn dat de consument een vergoeding krijgt en vervolgens de auto niet laat repareren.
De verdere beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Voor zover de ondernemer heeft volhard in zijn verweer dat geen garantie was overeengekomen, merkt de commissie op dat zij daarover in het tussenadvies al een beslissing heeft gegeven. De omstandigheid dat geen specifieke garantie is overeengekomen staat niet in de weg aan een beroep op de wettelijke bescherming die een consument in het geval van een koopovereenkomst geniet bij het optreden van gebreken.
Uit het aanvullend rapport van de deskundige volgt dat de fabrikant van de auto met betrekking tot de ureumtank een technische service bulletin voor de dealers heeft opgesteld. De deskundige heeft de in dat document voorgeschreven controles uitgevoerd en op grond daarvan en de inhoud van dit bulletin geconcludeerd dat de ureumtank vervangen moet worden. In dat geval is de commissie van oordeel dat de klacht van de consument op dit onderdeel gegrond is.
Ten aanzie van de turbo stelt de commissie vast dat de deskundige geen oorzaak voor de foutmeldingen heeft kunnen vaststellen. Echter: dat geregeld een storingsmelding met betrekking tot de turbo in het storingsgeheugen is opgeslagen staat vast. De commissie is van oordeel dat van de consument niet verlangd kan worden dat hij daarmee rond blijft rijden. Het kan zo zijn dat de foutmelding op zich niet aan een deugdelijk functioneren van de turbo in de weg staat, maar dat sluit niet uit dat op een gegeven moment wel degelijk een storing aan de turbo optreedt. In een dergelijk geval kan een aanzienlijke motorschade ontstaan.
Bovendien leidt het ongerepareerd doorrijden met de auto tot een onbetrouwbaar meldingssysteem van het motormanagement. Wanneer het lampje van het motormanagement gaat branden, kan de consument alleen aan dat feit niet afleiden of het weer een (loze) storingsmelding van de turbo betreft of een andere, serieuze foutmelding. Zou de consument een storing van een ander onderdeel van de motor negeren, omdat hij ervan uitgaat dat het een loze melding met betrekking tot de turbo is, kan ook dat leiden tot een grote gevolgschade.
Op voorgaande grond is de commissie van oordeel dat de consument ook aanspraak kan maken op het vervangen van de turbo. Omdat de deskundige op zich geen gebrek aan de turbo heeft kunnen constateren, is de commissie – mede gelet op de leeftijd van de auto en het daarmee gereden aantal kilometers – van oordeel dat redelijkheid en billijkheid met zich brengen dat daarbij de materiaalkosten voor rekening komen van de consument en de ondernemer de arbeid voor zijn rekening neemt.
Gelet op de standpunten van de consument en de ondernemer ten aanzien van de reparatie zal de commissie bepalen dat de reparatie in opdracht van de ondernemer dient plaats te vinden door een door de consument aan te wijzen merkdealer.
Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen beslist de commissie als volgt.
Beslissing
De ondernemer laat door een door de consument aan te wijzen merkdealer de navolgende werkzaamheden uitvoeren:
• vervanging van de ureumtank;
• vervanging van de turbo.
De consument is hiervoor als vergoeding de materiaalkosten voor de nieuwe turbo verschuldigd.
Het door de consument meer of anders verlangde wordt afgewezen.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 127,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie een bijdrage in de behandelingskosten van het geschil verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen, bestaande uit mr. R.J.M. Cremers, voorzitter, mr. P.P. van der Neut en de heer A.M. Velberg, leden, op 29 oktober 2021.