
Commissie: Sport en Beweging
Categorie: Overeenkomst / Schadevergoeding product/dienst
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
134152/137918
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument heeft gesteld dat de ondernemer niet heeft nagelaten om volgens afspraak de weken, waarin de sportschool gesloten was als gevolg van de coronamaatregelen en de consument geen gebruik kon maken van haar abonnement, aan haar abonnement toe te voegen. De ondernemer heeft die stellingen niet weersproken nu hij geen verweer bij de commissie heeft gevoerd. Evenmin is in de door de consument overgelegde stukken een voldoende beargumenteerde reactie van de ondernemer hierop aangetroffen. Gelet hierop gaat de commissie uit van de juistheid van voormelde stellingen van de consument. Dit betekent dat de ondernemer in zoverre tekort is geschoten in de uitvoering van de verplichtingen die voor hem voortvloeiden uit de overeenkomst. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft terugbetaling contributiegeld.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt
het standpunt op het volgende neer.
De consument heeft sinds 14 september 2017 bij de ondernemer een sportschoolabonnement. Door de
corona maatregelen was de sportschool gesloten van 13 december 2020 tot 16 mei 2021. Hierdoor kon de
consument geen gebruik maken van haar abonnement. Door de ondernemer is wel het maandelijkse
contributiebedrag van de rekening van de consument ingehouden.
Op 13 januari 2021 ontving de consument een e-mail van de ondernemer met daarin een mogelijkheid om
een compensatie aan te vragen waarin het volgende staat:
“Je betaalt voor de periode tijdens de lockdown waarin je niet in de club kunt trainen. Je kunt compensatie
aanvragen voor deze periode. Wij zorgen er dan voor dat deze weken ‘toegang tot de club’ worden
toegevoegd aan het einde van je abonnement.”
Ook stond daarin dat als compensatie is aangevraagd via de link en het formulier is ingevuld op de website
van de ondernemer, de consument niets hoeft te doen en dat de ondernemer dan de extra weken
automatisch toevoegt aan het einde van het abonnement. Dit voorstel heeft de consument via de link in de
e-mail geaccepteerd. De ondernemer is niet overgegaan tot bedoelde toevoeging van de extra weken.
De consument wilde haar abonnement ongewijzigd laten en deze weken hieraan toegevoegd zien. Op
diverse mails en een aangetekende brief van 24 juli 2021 om de overeengekomen extra weken aan haar
abonnement toe te voegen is geen reactie gevolgd van de ondernemer.
De consument wil dat de ondernemer de overeengekomen extra weken alsnog toevoegt aan haar huidige
contract, of haar het over de betreffende periode betaalde contributiegeld – het factuurbedrag bedraagt
€ 129,95 vergoedt, alsmede het klachtengeld.
Standpunt van de ondernemer
De ondernemer heeft bij de commissie geen verweer gevoerd, zodat zijn standpunt niet bekend is.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Het geschil betreft terugbetaling contributiegeld.
De consument heeft gesteld dat de ondernemer niet de afspraak is nagekomen om de weken, waarin de
sportschool gesloten was als gevolg van de coronamaatregelen en de consument geen gebruik kon maken
van haar abonnement, aan haar abonnement toe te voegen. De ondernemer heeft die stellingen niet
weersproken nu hij, ondanks hiertoe behoorlijk in de gelegenheid te zijn gesteld, geen verweer bij de
commissie heeft gevoerd. Evenmin is in de door de consument overgelegde stukken een voldoende
beargumenteerde reactie van de ondernemer hierop aangetroffen.
Gelet hierop gaat de commissie uit van de juistheid van voormelde stellingen van de consument. Dit
betekent dat de ondernemer in zoverre tekort is geschoten in de uitvoering van de verplichtingen die voor
hem voortvloeiden uit de overeenkomst.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.
Blijkens de door de consument overgelegde stukken, waaronder haar berichten aan de
geschillencommissie van 16 en 20 november 2021, 23 december 2021 en 1 februari 2022, heeft de
consument kenbaar gemaakt dat zij de ondernemer op 10 november 2021 heeft bericht dat zij haar zaak al
is gestart bij de geschillencommissie en de kosten voor de aangetekende brief, voor de onderhavige zaak
bij de geschillencommissie en het niet kunnen sporten van in totaal € 182,40 vergoed wil hebben en zij de
zaak daarna intrekt, dat zij op 20 november 2021 een bedrag van € 102,55 heeft ontvangen, de
ondernemer het restantbedrag op 19 december 2021 heeft overgemaakt en dat de betalingen waarvoor zij
deze zaak heeft geopend zijn voldaan.
Het voorgaande betekent dat alle kosten die de consument in de onderhavige procedure vergoed wilde
zien, door de ondernemer zijn vergoed. De consument is echter niet overgegaan tot intrekking van het
onderhavige geschil. Nu al hetgeen de consument aan vergoeding heeft verlangd – tijdens de onderhavige
procedure -, is voldaan, volstaat de commissie met de hiervoor vermelde gegrondverklaring.
In voornoemde berichten van 23 december 2021 en 1 februari 2022 stelt de consument de vraag hoe te
handelen met het contributiegeld gelet op de nieuwe lockdown en de sluiting van de sportschool en zij het
geld mag terugboeken, deelt zij mee dat zij het geld dat de ondernemer wilde aftrekken heeft teruggeboekt
en wil zij bevestiging van de ondernemer dat de maand december 2021 wordt kwijtgescholden. Dit valt
buiten de klacht zoals omschreven in het vragenformulier, zodat dit hier niet wordt besproken.
De commissie begrijpt uit de woorden van de consument dat in het door de ondernemer aan de consument
betaalde bedrag het bedrag aan klachtengeld is inbegrepen. Gelet hierop wordt in dit geschil niet bepaald
dat de ondernemer een bedrag ter zake van het klachtengeld aan de consument dient te vergoeden.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten
verschuldigd.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Verklaart de klacht gegrond;
Wijst af het overige verzochte.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten
verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Sport en Beweging, bestaande uit mevrouw mr. I.K. Rapmund,
voorzitter, de heer J.G. Boelens MSm, de heer mr. P.B. Vos, leden, op 2 mei 2022.
mevrouw mr. I.K. Rapmund