Rijschool moet aantal lessen bijhouden op de leskaart. Aantal genoteerde lessen is leidend voor Berekening.

  • Home >>
  • Rijopleidingen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Rijopleidingen    Categorie: Praktijkopleiding    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: RYO08-0019

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 11 april 2007 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een pakket rijlessen; een theorie-examen en twee voorafgaande rijlessen. Bij brief van 2 oktober 2008 heeft de ondernemer een factuur aan de consument gezonden voor een bedrag van € 300,–, onder vermelding van “het betreft een openstaand bedrag voor de categorie B (auto).”   De consument heeft op 8 augustus 2008 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Er is verschil van inzicht in de gegeven en genoten lessen. De ondernemer stelt 47 lessen te hebben gegeven (volgens het overzicht bij de brief van 4 oktober 2008 zijn zelfs twee lessen gegeven op zondag 14 januari 2007) terwijl maar 36 lessen zijn gevolgd. Ik heb dus nog recht op 2 rijlessen en de aanvraag voor het rijexamen van 2 x € 37,– en € 215,–. Van het [branche]-bemiddelingsbureau heb ik de Algemene Voorwaarden ontvangen. In artikel 2-1 wordt verwezen naar de lesafspraken kaart. Ik ga er vanuit dat de lessen daarop zijn geparafeerd. De ondernemer gebruikt twee aansluitende lestijden om aan te geven dat sprake is van dubbele lessen. Na twee maal te zijn gezakt voor het theorie-examen is, met het oog op de kosten, teruggeschakeld naar gemiddeld een praktijkles per week. Ongeveer zeven maanden na het laatste contact stelt de ondernemer dat een betalingsachterstand is ontstaan. Dat is erg laat en niet conform de geest van artikel 3.   De consument verlangt dat de ondernemer de factuur intrekt en de reeds betaalde twee lessen en het rijexamen aan de consument vergoedt.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   Uit het overzicht van de ondernemer aan de consument, gedateerd 11 augustus 2008 blijkt dat de ondernemer zich op het onderstaande standpunt stelt: Verreden € 1.739,–; betaald € 1.439,–. Restant € 300,– ; Cd-rom € 19,50, nog te betalen € 319,50.   Nadat de consument op 7 en op 27 juli 2008 zonder zich af te melden zich niet heeft gemeld voor de les, hebben wij hem er op 30 juli 2008 op gewezen dat de les op 3 augustus 2008 gepland stond, alsmede dat er dan op die dag zes lessen moesten worden betaald. Daaruit blijkt wel, dat geen sprake was van betaling vooraf. Het aantal lessen waarop de leerling niet is verschenen wordt niet op de leskaart vermeld.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Een schriftelijke lesovereenkomst is niet door partijen overgelegd. Hoewel dan uit de algemene voorwaarden voortvloeit dat per les contant moet worden voldaan, heeft de consument een bedrag van € 795,– ineens voldaan, voor 18 lessen en het praktijkexamen. Daarna werd op 3 augustus 2007 een bedrag van € 570,– aan de ondernemer voldaan voor 16 lessen. De prijs van losse lessen bedraagt € 37,–.   Partijen strijden over de vraag of – al dan niet door het berekenen van dubbele lessen, respectievelijk het bestrijden daarvan –de consument de door hem genoten rijlessen alle heeft voldaan. Vaststaat dat het rijexamen niet werd afgelegd, zodat – nu geen sprake is van een schriftelijke overeenkomst, waarin het een en ander duidelijk is vastgelegd – dit bedrag reeds aanstonds aan de consument toekomt. Het tarief van de ondernemer voor het examen is, niet weersproken, bepaald op € 215,–.   Gedateerd 27 oktober 2008 heeft de ondernemer kopieën van de leskaarten aan de consument gezonden. De ondernemer heeft aan de brief aan de consument, gedateerd 4 oktober 2008, een lijst gehecht waarop 47 lesuren worden verantwoord, doch waaruit niet kan worden afgeleid of de consument de lessen al dan niet (volledig) heeft genoten.   Naar het oordeel van de commissie dient het aantal lessen, maar ook de duur van de les nauwkeurig te worden bijgehouden op de leskaart. Het gaat niet aan om op een later tijdstip van bepaalde lessen te stellen dat sprake was van dubbele lessen. De commissie zal daarom de leskaart als ijkpunt bezigen voor het vaststellen van de gegeven lessen.   Na nauwkeurige bestudering en berekening van het op de leskaart vermelde, komt de commissie tot het oordeel dat aangetoond is dat de consument twee lessen (à € 37,-) en het praktijkexamen meer heeft betaald dan door de consument is ontvangen.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 289,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.   Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 75,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 330,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen op 6 mei 2009.