Commissie: Energie
Categorie: Ondeugdelijke levering
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
49982
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil betreft schade als gevolg van een stroomonderbreking.
De consument heeft de klacht op 24 augustus 2010 aan de ondernemer voorgelegd. Standpunt van de consument
De consument stelt dat er schade aan zijn cv-installatie is ontstaan door een stroomstoring. De ontstane schade is volgens de reparateur toe te rekenen aan spanningsverlies. De consument verlangt dat de ondernemer de reparatie ad € 193,11 vergoedt. Standpunt van de ondernemer De ondernemer heeft gemotiveerd het volgende gesteld. Een elektrisch apparaat dient bestand te zijn tegen het wegvallen en weer inschakelen van de spanning, ook al gebeurt dat vaker. Verder is de schade niet aan de ondernemer toe te rekenen, nu een derde de stroomonderbreking heeft veroorzaakt. De ondernemer acht de klacht ongegrond. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. In het algemeen geldt dat een elektrisch apparaat bestand moet zijn tegen in- en uitschakelen van de elektrische spanning. De ondernemer dient overigens naar het vaste oordeel van de commissie wel toe te zien op het opnieuw inschakelen van de stroomvoorziening na een storing. Het ontstaan van piekspanning op dat moment is immers een mogelijke (en toerekenbare) schadeoorzaak. In dit geval is geen enkele rapportage overgelegd door de ondernemer over de storing en er is ook geen zogenaamde [naam melding]-melding aangaande de storing bekend. Bovendien heeft de ondernemer toegegeven dat het elektriciteitsnet ter plaatse al langer problemen oplevert en nu wordt verbeterd. De ondernemer heeft geen standpunt ingenomen over mogelijke schade door het herhaaldelijk in- en uitschakelen van apparatuur die daar gevoelig voor is. Tenslotte heeft de ondernemer verzuimd om de schadeveroorzaker aan de consument bekend te maken, om hem daarmee de gelegenheid te geven zijn schade te verhalen. Het geheel overziende is de commissie van oordeel dat de ondernemer in deze zaak zich in redelijkheid niet kan beroepen op de volledige uitsluiting van zijn aansprakelijkheid. De klacht is daarmee gegrond. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing
Het door de consument verlangde wordt in die zin toegewezen, dat de commissie een tegemoetkoming door de ondernemer in de reparatiekosten van € 100,– vaststelt. Verder zal de ondernemer het klachtengeld van € 25,– aan de consument vergoeden. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 25,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 12 april 2011.