Commissie: Energie Zakelijk
Categorie: Fraude
Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
90254
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de aansprakelijkstelling van aangeslotene door het bedrijf ter zake de door het bedrijf geleden schade (als gevolg van een hennepkwekerij op het aansluitadres).
Aangeslotene heeft op 11 april 2014 de klacht aan het bedrijf voorgelegd.
Standpunt van aangeslotene
Het standpunt van aangeslotene luidt in hoofdzaak als volgt.
Het bedrijf stelt mij als eigenaar van het pand (aansluitadres) aansprakelijk voor niet door mij veroorzaakte of door mij toegebrachte schade. Het bedrijf stelt niets in het werk om de daadwerkelijke fraudeur/huurder aansprakelijk te stellen dan wel te vervolgen ondanks het opvragen van gegevens. Het bedrijf verschuilt zich achter het Centraal Aansluitingenregister waarin geen naamswijziging ter zake het leverancierscontract voor het aansluitadres is doorgevoerd. Het bedrijf verschuilt zich achter de politie inzake de vermeende identiteitsfraude door de huurder vanwege het gebruiken van mijn B.V. naam. Het bedrijf persisteert in zijn aansprakelijkstelling hoewel noch ik persoonlijk noch mijn B.V. een contract met de energieleverancier is aangegaan. Ik ben met het bedrijf een betalingsregeling overeengekomen omdat anders geen heraansluiting zou plaatsvinden.
Ter zitting heeft aangeslotene verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Ik bezit het pand vanaf 2000. Ik ben daar zelf woonachtig geweest tot medio 2012. Ik had toen een contract met een energieleverancier en met het bedrijf. Medio 2012 heb ik het pand via een tussenpersoon verhuurd aan een derde. Ik ben er toen vanuit gegaan dat de huurder zelf een contract met een energieleverancier en dus ook met een netbeheerder (zoals het bedrijf) zou zijn aangegaan. Ten behoeve van deze zitting heb ik bij brief van 24 februari 2015 nog een contract toegestuurd dat gesloten is met een energieleverancier op 16 mei 2013. Dat contract is gesloten op naam van mijn B.V., doch dat is onjuist. De handtekening onder dat contract is niet van mij en de huurster moet toentertijd ten onrechte op naam van mijn B.V. een contract met een energieleverancier (en derhalve ook met de netbeheerder) zijn aangegaan. Ik heb daarvan aangifte gedaan van identiteitsfraude bij de politie. Ik betwist een overeenkomst met die energieleverancier en dus ook met het bedrijf als netbeheerder te zijn aangegaan. De bedoeling was vanzelfsprekend dat de huurster op eigen naam en dus zelf verantwoordelijk zou zijn voor het afsluiten van een energiecontract met een energieleverancier en het bedrijf als netbeheerder. Ik vind dat de energieleverancier en ook het bedrijf als netbeheerder tekort is geschoten in zijn zorgplicht ter zake de controle op het afgesloten contract. Zo kan iedereen op naam van mijn B.V. een energiecontract afsluiten. Mijn B.V. was geen contractant van het bedrijf ten tijde van het schade-evenement in maart/april 2014. Het contract dat ik in 2000 ben aangegaan stond overigens op mijn eigen privénaam en dus niet op mijn B.V. Verder betwist ik de hoogte van de door het bedrijf gevorderde schade. De factuur van het bedrijf van 3 april 2014 is niet onderbouwd. Op basis van jurisprudentie in vergelijkbare gevallen meen ik dat een bepaald aantal schadeposten niet bij mijn B.V. geclaimd mogen worden.
Aangeslotene verlangt dat wordt vastgesteld dat hij niet aansprakelijk is voor de door het bedrijf geleden schade.
Standpunt van het bedrijf
Het standpunt van het bedrijf luidt in hoofdzaak als volgt.
De klacht van aangeslotene betreft het feit dat het bedrijf aangeslotene aansprakelijk acht voor de door het bedrijf geleden schade verbandhoudende met een aangetroffen hennepplantage op het verbruiksadres. Ten tijde van de constatering van de fraude stond aangeslotene in het Centraal Aansluitingenregister (C-AR) te boek als contractant van de aansluiting op het verbruiksadres. In het Centraal Aansluitingenregister worden de gegevens van alle aansluitingen voor elektriciteit en gas in Nederland opgeslagen. In het C-AR kan op elk moment slechts één leverancier per aansluiting geldig zijn. Het C-AR bevat de juiste registratie en geldt als gemeenschappelijke waarheid bij eventuele onduidelijkheden. De registraties van berichten die overeenkomstig de informatiecode zijn opgesteld en in die regeling zijn neergelegd leveren, behoudens tegenbewijs, bewijs op van de in die berichten vervatte gegevens. Op grond van het bepaalde in de informatiecode behoefde het bedrijf niet te twijfelen aan de juistheid van de tenaamstelling van het verbruiksadres. Het enkele feit dat aangeslotene – zonder verdere onderbouwing door middel van bijvoorbeeld het overleggen van het energiecontact en de huurovereenkomst – stelt dat niet hij maar zijn huurder als contractant dient te gelden doet daar niets aan af. Bovendien staan er voor het bedrijf geen mogelijkheden open om de stelling van aangeslotene te verifiëren, bij het opvragen van mogelijke relevante gegevens bij de gecontracteerde leverancier geeft deze te kennen geen gegevens te kunnen overleggen vanwege strijdigheid met de bepalingen uit de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Het bedrijf is dan ook van mening dat aangeslotene terecht aansprakelijk wordt gehouden voor de geleden schade. Het bedrijf stelt overigens vast dat aangeslotene de door het bedrijf geleden schade niet betwist.
Ter zitting heeft het bedrijf verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
In het Centraal Aansluitingenregister staat aangeslotene als contractant vermeld, dat geldt ook ter zake het in mei 2013 gesloten contract met een energieleverancier. Wij mogen en moeten daarop vertrouwen. De schadeomvang wordt thans eerst ter zitting voor het eerst door aangeslotene betwist en wij hebben daar niet eerder op kunnen reageren. Uiteraard kunnen wij de schadecomponenten onderbouwen. Wij zijn overigens niet betrokken bij de strafzaak. Vanaf 2012 is aangeslotene in ieder geval contractant van het bedrijf en naar het zich laat aanzien was dat ook daarvoor al langere tijd het geval. Dat het contract voordien (dus voor 2012) op naam zou hebben gestaan van een privépersoon, te weten [naam directeur aangeslotene] zelf, is ons niet bekend.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Het geschil betreft de tenaamstelling/contractant op het leveringsadres (alwaar de schade door de hennepplantage is ontstaan). De vraag is of aangeslotene daarvoor (vooralsnog) aansprakelijk is te achten. De commissie meent dat dat wel het geval is. Immers, zowel uit de overgelegde stukken en zoals ook door aangeslotene ter zitting is bevestigd, heeft aangeslotene zelf nimmer zijn contract met het bedrijf opgezegd/beëindigd. Aldus is de situatie zo geweest dat aangeslotene van meet af aan tot naar het zich laat aanzien op de dag van vandaag als contractant op het aansluitadres te boek staat. Dat aangeslotene vanaf 2000 in privé een contract is aangegaan met het bedrijf en dat zijn huurster in 2012 en/of 2013 ten onrechte een contract op naam van aangeslotene heeft afgesloten is onvoldoende door hem aangetoond. Contracten en/of betalingsbewijzen van voor 2012 zijn niet door aangeslotene in het geding gebracht, evenmin geldt dat voor het proces-verbaal van aangifte (van identiteitsfraude dat volgens aangeslotene reeds dateert van mei 2014) en/of andere stukken/bescheiden waaruit volgt dat zijn huurster zelfstandig verplicht was om een eigen leveringscontract af te sluiten met een energieleverancier en met een netbeheerder. Dat aangeslotene verder “werk” heeft gemaakt van het volgens hem onjuiste in 2013 aangegane contract met een energieleverancier (nota bene op naam van aangeslotene zelf) is evenmin gebleken. In het licht van de omstandigheden van het geval en op basis van de (te) summiere gegevens en informatie en bij gebreke van verdere onderbouwing (met bescheiden) is de commissie van oordeel dat het bedrijf (vooralsnog) op juiste gronden de aangeslotene als contractant aansprakelijk heeft gehouden voor de door het bedrijf geleden schade. Daarbij kan en mag het bedrijf aanknopen bij het Centraal Aansluitingenregister, hetgeen op basis van de Elektriciteitswet en de informatiecode een wettelijke status heeft, en meer in het bijzonder ook gelet op het door aangeslotene zelf in het geding gebrachte energiecontract (van mei 2013) waaruit volgt dat aangeslotene – klaarblijkelijk anders dan hij zelf wenst – als contractant van het bedrijf heeft te gelden. De betwisting van aangeslotene ter zake de omvang van de door het bedrijf geclaimde schade is pas ter zitting en derhalve tardief door aangeslotene naar voren gebracht, temeer nu het bedrijf daar ter zitting niet meer adequaat op kon reageren. Die nieuwe kwestie/klacht gaat het bestek van deze procedure te buiten en daar zal de commissie dan ook niet meer over oordelen. Indien en voor zover aangeslotene meent dat die schadeomvang niet deugt en juridisch niet houdbaar is dan staat het aangeslotene vrij om daarover een nieuwe klacht/geschil aanhangig te maken.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht van aangeslotene jegens het bedrijf ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De klacht jegens het bedrijf is ongegrond.
Het door aangeslotene verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie voor de Zakelijke Markt op 3 maart 2015.