
Commissie: Energie Zakelijk
Categorie: Ondeugdelijke levering
Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
92360
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de afwijzing van schadevergoeding na een stroomonderbreking.
Standpunt van de verbruiker/aangeslotene
Het standpunt van de verbruiker/aangeslotene luidt in hoofdzaak als volgt.
De verbruiker/aangeslotene is eigenaar/beheerder van een bedrijfsverzamelgebouw, waarin ook zijn eigen bedrijf is gevestigd. Op 29 december 2014 was er een grote stroomstoring in de regio. De verbruiker/aangeslotene stelt dat als gevolg daarvan de voeding van de ontruimingsinstallatie in het gebouw is geklapt. Omdat er voor deze installatie geen onderdelen meer worden gemaakt is de installatie total-loss en moest deze vervangen worden. De schade bedraagt € 2.600,05 inclusief BTW.
De verbruiker/aangeslotene stelt dat het bedrijf aansprakelijk is voor deze schade en vordert dit bedrag van het bedrijf. De verbruiker/aangeslotene vindt het niet redelijk dat het bedrijf zich (weer) beroept op de Algemene Voorwaarden die vergoeding van deze schade uit zou sluiten. Hij wijst er op dat dit al de derde grote stroomstoring is binnen een half jaar waar hij schade door lijdt. Hij stelt dat het bedrijf het elektriciteitsnet niet op rode heeft.
Standpunt van het bedrijf
Het standpunt van het bedrijf luidt in hoofdzaak als volgt.
Bij de spontane stroomstoring op 29 december 2014 hebben zich noch bij de storing zelf, noch bij de reparatie, noch bij de hervatting van het transport bijzonderheden voorgedaan. Het bedrijf verwijst ter onderbouwing naar het bijgevoegde storingsrapport. De claim van de verbruiker/aangeslotene is terecht afgewezen op grond van artikel 21 van de Algemene Voorwaarden. Daarnaast dient elektrische apparatuur bestand te zijn tegen een onderbreking van het transport van elektrische energie, dit is immers vergelijkbaar met het uit- en inschakelen van dergelijke apparatuur. Bij de storing is kwestie zijn minstens 100 aansluitingen getroffen, echter zijn naast die van de verbruiker/aangeslotene verder geen claims ontvangen als gevolg van deze storing. Tenslotte is het opvallend dat er in het bedrijf van de verbruiker/aangeslotene zich niet meer schade heeft voorgedaan. Als er zich echt bijzonderheden (bijvoorbeeld door piekspanning) zouden hebben voorgedaan, zouden er meer apparaten zijn gesneuveld.
Het bedrijf concludeert dat de door de verbruiker/aangeslotene geleden schade niet het gevolg kan zijn geweest van de spontane stroomstoring. Bovendien is de schade terecht afgewezen op basis van artikel 21 van de Algemene Voorwaarden.
De vertegenwoordiger van het bedrijf heeft aangegeven dat er inderdaad meerdere storingen zijn geweest maar dat die maar twee klachten hebben opgeleverd. Uit navraag is hem gebleken dat het net ter plaatse goed is en dat er gewoon sprake is van pech dat er een paar keer storingen zijn geweest.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De primaire grondslag voor afwijzing van de claim van de verbruiker/aangeslotene is dat het bedrijf stelt dat er geen causaal verband is tussen de stroomstoring en de ontstane schade. De motivering die het bedrijf daarvoor geeft acht de commissie steekhoudend. Er zijn als gevolg van de storing geen andere claims ontvangen en ook in het gebouw van de verbruiker/aangeslotene is geen verdere schade opgetreden. Dat wijst er op dat er geen sprake is geweest van bijzonderheden, zoals bijvoorbeeld het optreden van piekspanning bij het uit- en inschakelen van de stroom. Ook in de offerte van het bedrijf terzake de vervanging van de installatie staat niet vermeld dat het defect aan de voeding is ontstaan als gevolg van de stroomstoring. Reeds op deze grond dient de klacht te worden afgewezen.
De stelling van de verbruiker/aangeslotene dat artikel 21 van de Algemene Voorwaarden in dit geval buiten toepassing moet worden gelaten, omdat er al meerdere stroomstoringen in korte tijd zijn geweest, behoeft dan ook geen verdere bespreking.
Hoewel de commissie goed begrijpt dat de verbruiker/aangeslotene last ervaart van de stroomstoringen, ziet de commissie op bovengenoemde gronden geen grond om het bedrijf gehouden te achten tot vergoeding van schade aan de verbruiker/aangeslotene.
Beslissing
Het door de verbruiker/aangeslotene verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie voor de zakelijke markt, op 17 april 2015.