
Commissie: Energie
Categorie: Schade
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
41679
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil betreft de vergoeding van de door de consument geleden schade als gevolg van een te lage netspanning. De consument heeft op 2 januari 2010 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De consument heeft in het najaar van 2009 problemen ondervonden met zijn stroomvoorziening. Als gevolg van een defecte zekering in een verdeelkast werd elektriciteit geleverd met een te lage spanning. Bij brief van 2 januari 2010 heeft de consument de leverancier aansprakelijk gesteld voor de door hem geleden schade. De schade van de consument bedraagt € 420,18 en bestaat uit de kosten van de installateur en de kosten van de servicedienst van (naam leverancier), de leverancier van de verwarmingsinstallatie. De ondernemer heeft gereageerd op de klacht van de consument. De ondernemer stelt zich op het standpunt dat er slechts één methode is om vast te stellen of de kwaliteit van de stroomlevering in een bepaalde periode voldoende is geweest . De ondernemer heeft deze methode gepland na de eerste klachtmelding van 19 november 2009, maar heeft dit onderzoek later geannuleerd. Naar de mening van de consument kan uit de omstandigheden ook achteraf worden vastgesteld dat de netspanning in een bepaalde periode onvoldoende was. De consument verwijst daartoe naar de in de bijlage 1. bij zijn brief aan de commissie van 1 april 2010 gestelde feiten en omstandigheden. De consument wijst met name op de storing van zijn CV-ketel die vanaf 13 september 2009 bij herhaling is uitgevallen. Op 19 november 2009 werd duidelijk dat meerdere personen in de straat van de consument dezelfde problemen hadden. De problemen hebben zich voorgedaan tot de defecte zekering op 25 november 2009 is vervangen. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De algemene voorwaarden bevatten normen voor de kwaliteit van de geleverde stroom en voorzien in een aansprakelijkheid van de netbeheerder. Volgens de ondernemer is er geen probleem geweest en valt er dus niets aan haar toe te rekenen. Bij een defecte zekering kan er wel degelijk spanningsverlies zijn opgetreden. Het is vreemd dat de ondernemer van een piep-systeem uitgaat. Het probleem heeft zich gedurende enkele maanden voorgedaan; het is vreemd dat men niets heeft bemerkt. Het gaat om een tekortkoming in de risicosfeer van de ondernemer. De installateur van de consument heeft de spanning gemeten. Soms viel de spanning binnen de norm dan weer erbuiten. Bij meer stroomafname zakte de spanning onder 190 volt. De consument neemt kennis van de opmerking van de voorzitter van de commissie dat de klacht van de consument beperkt blijft tot de klacht van de consument zelf en geen betrekking kan hebben op klachten van buren.
Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De ondernemer heeft op 18 juli 2009 een storingsmelding van de adressen (adres gegevens adres 1) en (adres gegevens adres 2) ontvangen. Het betrof een spontane storing van de LS-kabel. De melding had geen betrekking op de woning van de consument, die aan het adres (adresgegevens adres 3) woonachtig is. Hierna heeft de ondernemer tot 19 november 2009 geen storingsmelding met betrekking tot dit netgedeelte ontvangen. Op 19 november 2009 ontvangt de ondernemer een storingsmelding van het adres (adres gegevens adres 4). Dit betrof een spanningsklacht. Op 21 november 2009 ontvangt de ondernemer een storingsmelding van het (adresgegevens adres 5). Deze melding betreft een totale uitval. Deze storing wordt verholpen door het vervangen van de trajectzekering in het verdeelstation aan het (straatnaam 2). Op 23 november 2009 ontvangt de ondernemer opnieuw een spanningsklacht van het adres (adres gegevens adres 4) en op 25 november 2009 ontvangt de ondernemer een spanningsklacht van de consument. Na aanleiding van deze klachten heeft de ondernemer een defect gebleken trajectzekering vervangen, ditmaal in de LS-verdeelkast aan het (straatnaam 1). Hiermee waren de spanningsklachten opgelost. Bijna alle afnemers van de ondernemer in (plaatsnaam) zijn aangesloten op een zogenaamd LS-net. Dit zorgt ervoor dat aan twee zijden voeding kan worden aangenomen. Dit brengt mee dat bij overbelasting van een trajectzekering er geen uitval optreedt. De stelling van de consument dat vanaf september 2009 sprake was van spanningsklachten wordt door de ondernemer betwist. Tot 19 november 2009 is de ondernemer niet bekend met enige spanningsklacht. Op grond van de Algemene Voorwaarden van de ondernemer dienen storingen zo spoedig mogelijk te worden gemeld. De consument heeft mogelijk nagelaten eerdere spanningsklachten te melden. Om die reden komen gemaakte kosten voorafgaand aan de melding van 19 november 2009 niet voor vergoeding in aanmerking. De consument had zich de kosten van de storingsanalyse aan de cv-ketel kunnen besparen door de ondernemer meteen op de hoogte te brengen van de klachten. Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Er is geen meting uitgevoerd omdat na het vervangen van de trajectzekering op 25 november 2009 de problemen waren verholpen. Een kapotte zekering kan spanningsverlies opleveren. De installateur van de consument had de consument meteen naar de ondernemer kunnen verwijzen. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Het onderhavige geschil spitst zich toe tot de vraag of de door de consument gemaakte kosten voor het onderzoek naar het functioneren van zijn cv-ketel, voorafgaand aan de storingsmelding van de consument, voor vergoeding in aanmerking komen. De commissie is van mening dat deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen. De commissie overweegt daartoe dat naar haar oordeel de ondernemer adequaat heeft gereageerd op de in november 2009 aan haar gedane storingsmeldingen en na onderzoek de storing op korte termijn heeft verholpen. Gelet op het ontbreken van eerdere storingsmeldingen kan in redelijkheid aan de ondernemer geen verwijt worden gemaakt niet tijdig en adequaat te hebben opgetreden. Gelet op de door de consument betrokken stelling dat sprake was van eerdere storingen zou het eens te meer op de weg van de consument hebben gelegen zich tot de ondernemer te wenden in plaats van zich te wenden tot de installateur van diens cv-ketel. Het kan de ondernemer niet worden aangerekend dat deze installateur de nodige kosten heeft gemaakt alvorens de consument te verwijzen naar de ondernemer. Overigens is naar het oordeel van de commissie niet gebleken dat het gebrekkig functioneren van de cv-ketel louter te wijten is geweest aan een te lage netspanning en niet aan een eigen gebrek van de cv-ketel. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 16 november 2010.