Commissie: Recreatie
Categorie: Schade
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
167481/174758
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Tijdens een nachtelijke storm is de auto van de consument beschadigd geraakt op het terrein van de ondernemer. De consument stelt dat er bij de servicebalie van de ondernemer gezegd is dat de schade aan de auto door de verzekeraar van de ondernemer vergoed zou worden. De verzekeraar weigert echter de schade uit te keren. De ondernemer stelt dat de commissie niet bevoegd is om kennis te nemen van het geschil, omdat het op de aansprakelijkheid ziet en niet op de uitvoering van de overeenkomst. Ook geeft de ondernemer aan niet aansprakelijk te zijn voor de schade, zodat de consument zijn eigen schade moet dragen. De commissie is van oordeel dat zij bevoegd is kennis te nemen van het geschil, omdat het verblijf in de breedste zin van het woord onder de reikwijdte van de overeenkomst valt. Echter, naar het oordeel van de commissie is de ondernemer op basis van de RECRON-voorwaarden niet aansprakelijk voor de schade die is ontstaan door zware weersomstandigheden. De klacht wordt daarom ongegrond verklaard.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de vergoeding van de schade aan de auto van de consument, ontstaan tijdens een nachtelijke storm als gevolg van rondvliegend meubilair.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Tijdens een nachtelijke storm is er schade aan onze geparkeerde auto ontstaan door rondvliegend meubilair van het park afkomstig van het buurhuisje. Dit is gebeurd tijdens ons verblijf bij de ondernemer in Zeeland tussen 18 en 22 oktober 2021. Hiervan hebben wij de volgende ochtend direct melding gemaakt bij de servicebalie. Daar werd ons toegezegd dat dit door het park/haar verzekeraar zou worden vergoed, dit omdat dergelijke schades (zo liet de baliemedewerker weten) vaker voorkomen in dit park. Na uitvoerige communicatie met de ondernemer en verzekeraar blijken we geen enkele medewerking te krijgen en blijven wij zitten met schade aan onze auto en is ons vertrouwen geschaad. Wij krijgen sterk het gevoel dat de ondernemer zijn verantwoordelijkheid niet neemt en probeert te schuilen achter zijn verzekeraar die weigert mee te werken.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken, waarvan in het bijzonder het verweerschrift van 14 juli 2022. De inhoud daarvan dient als hier herhaald in ingelast te worden beschouwd. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De consument heeft zich gericht tot het verkeerde forum. De commissie heeft tot taak het beslechten van geschillen die voortvloeien uit de totstandkoming of uitvoering van overeenkomsten tussen consumenten en ondernemers, die betrekking hebben op verblijfsrecreatie (artikel 4 van het reglement van de commissie). De klacht van de consument ziet echter op vermeende civiele aansprakelijkheid van de ondernemer. Hoewel de schade zich heeft voorgedaan gedurende een verblijf van de consument op het park van de ondernemer, betreft dit geen geschil over de uitvoering van de overeenkomst betreffende verblijfsrecreatie. De commissie is dan ook niet bevoegd om van het geschil kennis te nemen.
De consument is niet-ontvankelijk in zijn klacht, aangezien hij zich niet heeft gehouden aan het gestelde in artikel 19 van onze algemene voorwaarden. De consument heeft, nadat hij zijn klacht bij de servicebalie had gemeld, nimmer een schriftelijke klacht ingediend bij de gastenservice.
De kern van de klacht van de consument is duidelijk: hij wenst vergoeding van de door hem geleden schade. Wij wensen nogmaals te benadrukken dat we het ten zeerste betreuren dat de consument schade heeft opgelopen door de storm gedurende zijn verblijf op het park.
De consument heeft zich tot het verkeerde forum gericht. Daarnaast heeft de consument nagelaten om ons voldoende in de gelegenheid te stellen de klacht naar tevredenheid op te lossen en handelt hij daarmee in strijd met de algemene voorwaarden en het reglement van de commissie. Zijn klacht kan daarom naar onze mening op verschillende gronden niet door de commissie in behandeling worden genomen.
Ook overigens zijn wij niet gehouden tot enige vergoeding van de schade van de consument. Dat hij schade heeft geleden, kan hij ons niet en wij kunnen daar ook niet aansprakelijk voor worden gehouden. De consument dient zijn eigen schade te dragen. Wij concluderen daarom tot afwijzing van de klacht van de consument.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Anders dan de ondernemer is de commissie van oordeel dat de commissie wel bevoegd is om haar oordeel uit te spreken over het onderhavige geschil. Het enkele feit dat de consument op basis van een overeenkomst met de ondernemer heeft verbleven op het park van de ondernemer, maakt dat dit verblijf in de breedste zin valt onder de reikwijdte van die overeenkomst.
Tevens is de commissie anders dan de ondernemer van oordeel dat de consument ontvankelijk is in zijn klacht. In dit kader verwijst de commissie naar de reactie van de ondernemer op de door de consument ingediende klacht.
‘U heeft bij ons tijdens uw verblijf op het park stormschade opgelopen aan uw auto. Deze schade heeft u direct bij onze receptie aangegeven. Wij hebben hiervan melding gemaakt bij onze afdeling gastenservice en uiteraard ook bij onze verzekeringsmaatschappij. Ik ga ervan uit dat uw verzekeraar contact zal opnemen met die van ons om deze vervelende zaak af te handelen.’
Gelet op deze mededeling mocht de consument er naar het oordeel van de commissie vanuit gaan dat zijn klacht (schriftelijk) was doorgeleid naar de gastenservice en dat daarmee was voldaan aan het gestelde in artikel 19 van de algemene voorwaarden van de ondernemer, temeer daar in voornoemde reactie was aangegeven dat de zaak ter afdoening in handen was gesteld van de verzekeraar van de ondernemer.
De commissie ziet zich vervolgens gesteld voor de vraag of de ondernemer aansprakelijk kan worden gesteld voor de schade aan zijn auto, veroorzaakt door rondvliegend tuinmeubilair als gevolg van een nachtelijke storm. Voor de beantwoording van deze vraag is artikel 13, lid 3, van de RECRON-voorwaarden (vakantieverblijven) van belang.
‘De ondernemer is niet aansprakelijk voor gevolgen van extreme weersinvloeden of andere vormen van overmacht.’
De ondernemer heeft deze bepaling overigens opgenomen in artikel 18.1 van zijn algemene voorwaarden, zij het op een andere wijze geredigeerd.
‘De ondernemer aanvaardt geen aansprakelijkheid voor diefstal, verlies, of schade aan zaken dan wel personen, van welke aard ook, tijdens of ten gevolge van een verblijf op een van onze parken…’
Gelet op het voorgaande beantwoordt de commissie de hiervoor opgeworpen vraag ontkennend en zal zij de klacht ongegrond verklaren.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht ongegrond, zodat het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie, bestaande uit de heer mr. H.A. van Gameren, voorzitter, mevrouw J. Hagedoorn, mevrouw mr. J.M. Huysman- Hartkamp, leden, op 22 september 2022.