Schade dient te worden gedragen door degene die door de inbraak wordt getroffen; dat geldt ook voor degene die een cottage op een bungalowpark huurt

  • Home >>
  • Recreatie >>
De Geschillencommissie




Commissie: Recreatie    Categorie: Schade    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 63065

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de inbraak in een cottage die de consument van de ondernemer heeft gehuurd.   Standpunt van de consument   De consument verwijt de ondernemer in twee opzichten nalatigheid met betrekking tot de inbraak. Allereerst is de consument van mening dat de ondernemer onvoldoende heeft gezorgd voor inbraakvrije huisjes. De politie heeft volgens de consument aangegeven dat de terrasdeuren van de huisjes onvoldoende veilig zijn. Verder is de consument niet gewaarschuwd om geen spullen van waarde in het huisje te laten. Een dergelijke waarschuwing was wel op zijn plaats geweest nu de politie volgens de consument ook heeft aangegeven wekelijks op het park van de ondernemer te komen vanwege diefstal. Gelet op deze nalatigheid acht de consument de ondernemer aansprakelijk. Blijkens het vragenformulier aan de commissie denkt de consument aan een tegemoetkoming van € 5.000,– “voor alle ergernis en energiekostende ellende, vrije dagen opnemen, vele benzinekosten om bij alle instanties alles geregeld te krijgen. Alsmede verlies van zaken die niet door de verzekering gedekt worden. Denk aan o.a. gouden sieraden, trouwring etc.”   Standpunt van de ondernemer   De ondernemer heeft in zijn verweerschrift van 21 december 2011 iedere vorm van aansprakelijkheid afgewezen, omdat cottages op een bungalowpark redelijkerwijs niet zo (be)veilig(d) kunnen zijn als thuis. Daarom bevatten de cottages meestal een kluisje. Ook deze cottage van de consument was voorzien van een kluisje. Daarin kunnen telefoons, tablets, portemonnees, autopapieren, waardepapieren en dergelijke worden opgeborgen. Ter compensatie van het door de consument ondervonden ongemak heeft de ondernemer [de eigenaar van de boeking], een bedrag van € 80,– gerestitueerd. Deze € 80,– komt overeen met dat gedeelte van het verblijf waar de gasten niet meer van hebben kunnen genieten.   Beoordeling van het geschil   De commissie onderschrijft het standpunt van de ondernemer dat cottages op een bungalowpark redelijkerwijs niet zo (be)veilig(d) kunnen zijn als thuis. De omstandigheid dat in dergelijke vakantiehuizen wordt ingebroken is betreurenswaardig, maar helaas niet uitzonderlijk. Vergoedingen door verzekeringen daargelaten, geldt daarbij als regel dat de schade dient te worden gedragen door degene die door de inbraak wordt getroffen. In het algemeen behoeft de verhuurder van vakantiehuizen voor de gevaren van inbraak niet nadrukkelijk aandacht te vragen en mag hij ervan uitgaan dat de huurder daaraan zelf de nodige aandacht besteedt. Dat zou misschien anders zijn indien het inbraakgevaar ter plaatse buitenissig is te achten. De consument heeft dat wel gesteld, maar verder niet met bewijsstukken onderbouwd, zodat de commissie aan die stelling voorbij gaat. Voor bewijslevering door middel van getuigenverhoren is in deze procedure geen plaats, zodat de commissie niet toekomt aan de ter zitting door de consument uitgesproken wens om de politie te horen. Los daarvan moet de vordering van de consument ook om de volgende reden worden afgewezen. De ondernemer heeft tijdens de zitting onweersproken aangevoerd dat in de boekingspapieren wordt gewezen op de aanwezigheid van kluisjes in de cottages. Het behoort tot de eigen verantwoordelijkheid van de consument om die kluisjes te gebruiken, ook tijdens kortdurende afwezigheid, zoals het door de consument beschreven uurtje zwemmen waarbinnen de inbraak volgens de consument heeft plaatsgevonden. Maakt de consument geen gebruik van de kluisjes en wordt er vervolgens ingebroken, dan komen de gevolgen daarvan voor diens eigen rekening en risico. De consument heeft nog naar voren gebracht dat niet alle zaken in het kluisje passen. Voor zover het de gestolen laptop betreft wil de commissie wel aannemen dat die stelling juist is. Echter, het had op de weg van de consument gelegen om, wanneer hij een dergelijk bij het inbrakersgilde gewild voorwerp meeneemt op vakantie, daarvoor in of buiten de cottage (bijvoorbeeld niet zichtbaar in de afgesloten kofferbak van de auto) een veilige plaats te zoeken. Voor alle andere gestolen zaken geldt dat zonder nadere onderbouwing, die ontbreekt, niet valt in te zien dat deze niet in het kluisje zouden passen. Daarbij merkt de commissie nog op dat wanneer de consument zijn rijbewijs, auto- en identiteitspapieren in het kluisje had opgeborgen, hij alle door hem gestelde moeite en tijd om via de Duitse instanties (politie, Verkehrsamt en ambassade) nieuwe papieren te verkrijgen, had voorkomen.   Het bovenstaande leidt de commissie tot de volgende beslissing.   Beslissing   De commissie wijst het door de consument verzochte af.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie op 8 februari 2012.