Commissie: Energie Zakelijk
Categorie: Overig
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Schikking ter zitting
Referentiecode:
174347/179273
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De klager klaagt erover dat de ondernemer heeft een stroomonderbreking heeft aangekondigd, welke uiteindelijk nooit heeft plaatsgevonden. Van dit laatste is de klager echter nooit geïnformeerd. Later is er alsnog (op een andere dag) een stroomonderbreking geweest. De klager stelt schade te hebben geleden en wil dit verhalen op de ondernemer. De ondernemer is van mening zorgvuldig te hebben gehandeld en de betrokkenen op de juiste wijze heeft geïnformeerd. Daarbij doet de ondernemer een beroep op de algemene voorwaarden. Tijdens de zitting hebben partijen alsnog een schikking bereikt.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft een door de ondernemer aangekondigde stroomonderbreking en de gevolgen daarvan voor de klager.
De klaagster heeft de klacht aan de ondernemer voorgelegd.
Standpunt van de klager
Het standpunt van de klager luidt in hoofdzaak als volgt.
De klager kreeg op 11 oktober 2021 een brief van de ondernemer met de mededeling dat in verband met uit te voeren werkzaamheden de elektriciteit op 26 oktober 2021 zou worden onderbroken. De klager trof de nodige maatregelen en alle werkzaamheden waarvoor elektriciteit was vereist werden uitgepland. Nadien bleek dat de elektriciteit op 26 oktober 2021 niet was afgesloten. Hierover werd de ondernemer niet van te voren of op 21 oktober 2021 door de ondernemer geïnformeerd.
Wel ontving de klager op 19 november 2021 wederom een bericht van de ondernemer dat de stroom op 30 november 2021 zou worden onderbroken voor uit te voeren werkzaamheden. Opnieuw moest de klager een dag uitplannen.
De klager betreurde deze gang van zaken, waardoor hij schade leed, en nam contact op met de ondernemer. Die gaf echter aan, met een beroep op de Algemene Voorwaarden (AV), dat er geen mogelijkheid tot schadevergoeding bestond.
Naar de mening van de klager was sprake van verwijtbaar onzorgvuldig handelen van de ondernemer. Hij verlangde een schadevergoeding van € 960,– exclusief BTW.
Ter zitting heeft de klager voor zover van belang nog het volgende aangevoerd.
In het kader van een minnelijke regeling van het geschil van partijen kan de klager ermee instemmen dat aan hem door de ondernemer tegen finale kwijting een bedrag van € 500,– wordt betaald en het door hem betaalde klachtengeld ad € 181,50 door de ondernemer wordt vergoed.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
In verband met de uit te voeren werkzaamheden werd ter plaatse een schouw door de ondernemer verricht. Daarbij bleek dat de in het netstation aanwezige transformator olie lekte en om die reden moest worden vervangen. Ook bleek het noodzakelijk om het bestaande laagspanningsrek te vervangen. Een en ander was een gegronde reden om een stroomonderbreking in te plannen en aan te zeggen.
Op de bewuste dag, 26 oktober 2021, werd de ondernemer door de eigenaar van het perceel de toegang tot het netstation ontzegd. De ondernemer zag zich daarmee genoodzaakt om de werkzaamheden af te breken en eerst het geschil met de eigenaar op te lossen. Op 10 november 2021 werd door de eigenaar van het perceel schriftelijk bevestigd dat de ondernemer toegang tot het perceel zou worden verleend om de noodzakelijke werkzaamheden uit te voeren. Deze werden door de ondernemer bij brief van 19 november 2021 aangezegd en uitgevoerd op 30 november 2021.
De ondernemer is van mening zorgvuldig te hebben gehandeld en de betrokkenen op de juiste wijze heeft geïnformeerd. Het was echter niet te voorzien dat de toegang tot het perceel zou worden geweigerd. De ondernemer doet een beroep op artikel 17 van de AV en de in die bepaling opgenomen exoneratie.
Ter zitting heeft de ondernemer voor zover van belang nog het volgende aangevoerd.
In het kader van een minnelijke regeling van het geschil van partijen kan de ondernemer ermee instemmen dat door hem tegen finale kwijting een bedrag van € 500,– aan de klager wordt betaald en het betaalde klachtengeld ad € 181,50 aan de klager wordt vergoed.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen alsnog overeenstemming bereikt over de oplossing van hun geschil. Dit betekent dat de commissie niet toekomt aan een inhoudelijke beoordeling van het geschil. Volstaan wordt met het vastleggen van de tussen partijen tot stand gekomen schikking.
Derhalve wordt het volgende vastgelegd.
Beslissing
De ondernemer betaalt een bedrag van € 500,– aan de klager. Betaling dient binnen vier weken na de verzenddatum van dit bindend advies plaats te vinden.
Voorts vergoedt de ondernemer het door de klager betaalde klachtengeld binnen vier weken na de verzenddatum van dit bindend advies.
Na uitvoering van deze overeenkomst hebben partijen ter zake niets meer van elkaar te vorderen en verlenen zij elkaar over en weer kwijting en decharge.
Iedere partij draagt de eigen kosten.
Aldus beslist en vastgelegd door de Geschillencommissie Energie Zakelijk, bestaande uit mr. F.C. Schirmeister, voorzitter, mr. W.H. van Oorspronk en J.H.L. den Otter, leden, op 6 december 2022.