![De Geschillencommissie](/wp-content/uploads/2019/02/logo-gsc.png)
Commissie: Voertuigen
Categorie: (On)deugdelijke levering/reparatie/onderhoud
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
VOE99-0031
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 11 juli 1998 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot de reparatie van een Peugeot 405. De betwiste rekening bedroeg f 572,64. De reparatie is geschied op of omstreeks 14 juli 1998.
De consument heeft op 14 juli 1998 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak:
In juli 1998 heb ik mijn Peugeot 405 naar de ondernemer (Toyota-garage) gebracht voor het verrichten van een reparatie. Bij die werkzaamheden is er een stukje van de contactsleutel in het slot afgebroken en blijven zitten. Hierdoor moest het hele contactslot worden vernieuwd. De ondernemer heeft dat aan mij in rekening gebracht, wat ik niet correct vind.
Overigens had de ondernemer toegezegd dat hij de montagekosten van het slot niet in rekening zou brengen, maar toen ik het er niet mee eens was dat ik aldus wel het contactslot zou moeten betalen heeft hij alsnog de montagekosten berekend.
De totale factuur bedroeg f 572,64. Op mijn verzoek heb ik later een specificatie gekregen in de vorm van een werkplaatsfactuur tot een bedrag van f 222,07; dit bedrag maakt deel uit van eerdergenoemd bedrag en hoef ik dus niet daar bovenop te betalen. Ik heb onder protest betaald.
De ondernemer beweerde nog dat dit probleem vaker voor zou komen bij Peugeots van dit type en bouwjaar, maar dat bleek bij navraag onzin te zijn.
Klager verlangt creditering van de rekening van de ondernemer tot een bedrag van f 222,07 en vergoeding van overige door hem gemaakte kosten.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak:
Inderdaad is bij het omdraaien van het sleuteltje hiervan een stukje afgebroken en in het slot blijven zitten. De monteur moet natuurlijk het contact aanzetten. Als wij hiervoor aansprakelijk zouden zijn, kunnen wij nooit meer een sleuteltje omdraaien. Wij hebben aangeboden het slot gratis te monteren maar daarmee ging de consument niet akkoord.
Beoordeling van het geschil
De Commissie heeft het volgende overwogen:
Ook al verdient de mededeling van de ondernemer aan de consument dat bij Peugeots van dit type en bouwjaar dit euvel vaker voor zou komen geen geloof, dat betekent nog niet dat de ondernemer voor de schade aansprakelijk is.
Enerzijds komt schade aan een auto, ontstaan bij gelegenheid van werkzaamheden, meestal voor rekening of risico van de ondernemer.
Anderzijds komt schade aan een auto, die het gevolg is van een latent eigen gebrek, voor rekening van de eigenaar.
Met zekerheid kan niet gezegd worden wat in dit geval de oorzaak van de schade is geweest. De handeling van de monteur – het insteken en omdraaien van een contactsleutel – kan echter nauwelijks “verkeerd” worden gedaan. De commissie houdt het er dan ook voor, dat de kans dat een latent gebrek in of aan de sleutel bestond aanmerkelijk groter is dan de kans dat de monteur iets fout heeft gedaan.
Dat zo zijnde is het alleszins redelijk dat de kosten grotendeels voor rekening van de consument werden gebracht.
Uit de specificatie blijkt, dat het slot f 153,– exclusief BTW kostte, en dat voor montage – met inachtneming van een korting van 80 % – f 36,– exclusief BTW in rekening is gebracht. De commissie acht dat alleszins redelijk. Mitsdien is de klacht ongegrond.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Auto op 11 juni 1999.