Schadevergoeding na onterechte afsluiting

De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: Afsluiting    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 29626

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil   Het geschil betreft schadevergoeding na onterechte afsluiting.   De consument heeft op 21 april 2009 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De ondernemer heeft op het adres van consument een leveringscontract gesloten met een andere persoon. Het contract dat consument had met zijn leverancier is, zonder dat hij het wist, beëindigd. Op 8 april 2008 stond een medewerker van [naam energieleverancier] voor de deur en heeft de gas en elektriciteitstoevoer afgesloten, omdat de andere persoon de rekeningen niet had betaald. Consument geeft aan dat hij daar niets van wist; hij ontving wel post van de ondernemer maar heeft die niet geopend en/of teruggestuurd omdat hij niet de geadresseerde was. Consument stelt dat hij meteen herhaaldelijk heeft gebeld om snel weer aangesloten te worden maar hij is desondanks vier weken afgesloten geweest. Consument vordert dan ook vergoeding van zijn schade. Consument vindt dat de fout geheel voor rekening en risico komt van de ondernemer. Hij vordert € 400,– die hij heeft moeten betalen voor heraansluiting, € 47,– voor telefoon en portokosten. Daarnaast stelt hij diverse andere kosten te hebben gemaakt. Zo is de inhoud van de diepvrieskisten verloren gegaan, heeft hij meerdere dagen vrij moeten nemen en hebben hij en zijn gezin, bestaande uit zijn vrouw en drie kleine kinderen waarvan de jongste 14 maanden was, ernstig geleden onder de onterechte en veel te lang voortdurende afsluiting. Hij vordert in totaal een schadevergoeding wegens materiële en immateriële schade van € 2.500,–.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   De ondernemer geeft aan dat in oktober 2008 een andere persoon zich heeft aangemeld voor energielevering en dat de ondernemer ten behoeve van deze andere persoon op het adres van de consument per 8 oktober 2008 de levering van elektriciteit en gas heeft overgenomen. De ondernemer erkent dat als gevolg een vergissing het leveringscontract met de consument op het adres is beëindigd en de levering door de ondernemer op naam van de andere persoon is overgenomen. De ondernemer geeft ook aan dat er nadien diverse facturen een aanmaningen naar het adres van de consument zijn gestuurd maar dat deze tot 8 april geen aanleiding heeft gezien contact op te nemen. Bovendien moet de consument een eindafrekening van zijn leverancier hebben ontvangen en zal het termijnbedrag in ieder geval fors verlaagd zijn omdat er alleen nog netbeheerderskosten in rekening zijn gebracht. De consument heeft evenmin gereageerd op aanzeggingen die naar het adres moeten zijn gestuurd waarbij de afsluiting is aangekondigd. Na de reactie van de consument op 8 april is meteen een melding gedaan aan de ”oude” leverancier tot heraansluiting. Kennelijk heeft de consument toen een bedrag betaald en is op 15 april een poging gedaan de energietoevoer weer aan te sluiten, doch dat bleek niet mogelijk omdat de meterkast in het pand van de buurman zit en deze net twee weken op vakantie was. Blijkbaar heeft de consument niets geregeld om dit te voorkomen.  De ondernemer geeft aan dat er eerder getracht is om met de consument te spreken over een regeling maar dat de consument niet bereikbaar was. De vordering van € 2.500,– acht de ondernemer bovenmatig en niet afdoende onderbouwd. De gestelde betaling van € 400,– voor heraansluiting is niet afdoende onderbouwd. Volgens de gegevens van de netbeheerder zou slechts een bedrag van € 50,– voor afsluiting en € 57,– voor heraansluiting in rekening worden gebracht, hetgeen inclusief BTW neerkomt op € 214,–. Dit spoort ook met de rekening van de netbeheerder die de consument heeft ingestuurd. De ondernemer is van mening dat met enige oplettendheid de afsluiting door de consument had kunnen worden voorkomen, althans dat hij eerder op 15 april weer had kunnen worden aangesloten. In het verweerschrift biedt de ondernemer aan dat hij alsnog bereid is € 47,– te vergoeden voor telefoon- en portokosten, € 214,– wegens afsluitings- en heraansluitingskosten en een bedrag van € 25,– per dag wegens onterechte afsluiting conform de jurisprudentie van de commissie terzake, uitgaande van een afsluitingsperiode van drie weken.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Vaststaat dat in casu sprake is geweest van een onterechte beëindiging van het contract van consument met zijn energieleverancier en een onterechte afsluiting van gas en elektriciteit op 8 april 2009. Verder moet ervan uit worden gegaan dat, gelet op de factuur van de netbeheerder, heraansluiting pas op 8 mei 2009 weer heeft plaatsgevonden. De ondernemer is derhalve aansprakelijk voor de schade die consument van deze afsluiting heeft ondervonden. De door de ondernemer aangevoerde argumenten op grond waarvan consument zelf ook zou hebben bijgedragen aan de –voortduring van de- afsluiting acht de commissie niet steekhoudend. Van consument hoeft niet verwacht te worden dat hij post van een andere energieleverancier of de netbeheerder gericht aan een andere persoon (inhoudende rekeningen, aanmaningen en aanzeggingen) opent. Bovendien heeft consument aangegeven dat hij ook brieven heeft geretourneerd.  Dat de heraansluiting op 15 april vanwege de vakantie van de buurman niet lukte kan evenmin aan consument worden toegerekend; niet blijkt hoe van de zijde van de ondernemer of de netbeheerder over deze heraansluitingspoging is gecommuniceerd. De commissie is van oordeel dat de ondernemer aan de consument een vergoeding is verschuldigd, welke de commissie afgerond vaststelt op € 1.250,–. De commissie neemt daarbij in aanmerking een vergoeding van € 25,– per dag gedurende 28 dagen (700,–), € 47,– wegens telefoonkosten, € 214,– wegens af- en heraansluitingskosten, € 100,– wegens de verloren gegane inhoud van de koelkast en de diepvries alsmede een coulance uitkering wegens ongenoegen.   Mitsdien wordt beslist als volgt.   Beslissing   De commissie verklaart de klacht gegrond en bepaalt dat de ondernemer aan de consument een vergoeding betaalt van € 1.250,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzendingdatum van dit bindend advies.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 25,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 17 maart 2010.