Schending aansluit- en transportverplichtingen; ondernemer aansprakelijk voor geleden schade van consument

  • Home >>
  • Energie >>
De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: Ondeugdelijke levering    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 20492

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil   Het geschil betreft de door de consument geleden schade ten gevolge van een overspanning/stroomstoring terzake elektriciteit op 29 december 2007.   De consument heeft de klacht op 31 december 2007 schriftelijk voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Op 29 december 2007 heeft de meterkast in het appartementencomplex/flat van de consument in brand gestaan. Door overspanning is er schade ontstaan aan de elektrische apparatuur van de consument. De schade is vastgesteld middels een expertiserapport van een door de ondernemer ingeschakeld expertisebureau dat de totale schade heeft becijferd op een bedrag van € 3.787,37. Door de ondernemer is een bedrag van € 1.400,– vergoed. Volgens de ondernemer is de schadevergoeding contractueel beperkt, doch de consument meent dat sprake is van een niet rechtsgeldige bepaling. Overigens bleek naderhand dat de schade nog hoger is geworden omdat de koelkast van de consument niet meer kon worden gerepareerd en de consument derhalve genoodzaakt was een nieuwe koelkast aan te schaffen.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   De koelkast is total loss verklaard zodat de consument een nieuwe moest aanschaffen. De consument heeft erg lang moeten wachten op de vergoeding van € 1.400,– die de ondernemer uiteindelijk heeft betaald. De aangeschafte elektronische apparatuur was ten tijde van het stukgaan door de storing nog geen twee maanden oud. De consument en haar echtgenoot hebben hard gewerkt om alles nieuw te kunnen kopen en willen de volledige schade vergoed zien. De consument en haar echtgenoot hebben veel tijd en moeite gestopt om de ontstane schade op te lossen en zij hebben daar ook vrije dagen voor op moeten nemen.   De consument verlangt een volledige schadevergoeding ten bedrage van € 3.287,–; bij de bepaling van dat bedrag is rekening gehouden met de door de expert vastgestelde schade van € 3.787,37, de door de ondernemer reeds betaalde € 1.400,–, alsmede de kosten van de aangeschafte nieuwe koelkast (omdat die uiteindelijk total loss is verklaard).   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   De ondernemer wordt in deze zaak vertegenwoordigd door [naam bedrijf], handelend in opdracht van en als vertegenwoordiger van [naam bedrijf]. Volgens de ondernemer gaat het in deze zaak om de vraag of de exoneratie zoals die is opgenomen in artikel 17 van de algemene voorwaarden aansluiting en transport elektriciteit voor kleinverbruikers 2006 (A.V) onredelijk bezwarend is en/of de consument recht heeft op de volledige vergoeding van de schade die is vastgesteld op een bedrag van € 3.787,37.   Op 29 december 2007 wordt de consument geconfronteerd met een stroomstoring. Die storing is het gevolg van een zogenaamde verbrande “nul” in de stijgleiding onder in de heraansluitkast. Die kast bevindt zich voor de meter in het deel waarvoor de netbeheerder verantwoordelijk is. De storing is “spontaan” ontstaan en is na melding verholpen. De oorzaak is niet te achterhalen. Er is geen sprake geweest van werkzaamheden of handelen van [naam ondernemer] medewerkers.   De ondernemer heeft de schade laten inventariseren door een door haar ingeschakeld expertisebureau. Uit het schaderapport blijkt dat de totale schade is vastgesteld op een bedrag van € 3.787,37. De ondernemer heeft een bedrag van € 1.400,– aan de consument overgemaakt. De storing is het gevolg van een gebrek in de aansluiting. Daarvoor is de netbeheerder aansprakelijk te houden. De ondernemer stelt zich op het standpunt dat sprake is van schade die voortvloeit uit een transportovereenkomst met de netbeheerder. In dat geval is geen sprake van een consumentenkoop en valt de overeenkomst niet onder de reikwijdte van artikel 7:5 BW. In artikel 17 lid 4 van haar algemene voorwaarden is bepaald dat indien de netbeheerder in het kader van de voorwaarden tot schadevergoeding verplicht is, deze vergoeding ongeacht de omvang van de totale schade, is beperkt tot ten hoogste € 1.400,– per contractant. Die exoneratiebepaling is niet onredelijk bezwarend. Bij de vaststelling van die algemene voorwaarden 2006 is het bedrag kennelijk als redelijk beoordeeld door zowel de netbeheerders, [naam branche] en de [vereniging die opkomt voor de belangen van consumenten]. De netbeheerder is niet vrij in de keuze van haar afnemers en dient in beginsel alle afnemers aan te sluiten en voor transport zorg te dragen. De transport- en aansluittarieven voor kleinverbruikers zijn volledig gereguleerd en alleen met behoud van beperkte aansprakelijkheid kan de relatief lage prijs voor de aansluit- en transportdienst worden gehandhaafd. De ondernemer verwijst tenslotte naar een tweetal uitspraken waarin is geoordeeld dat de exoneratie in algemene voorwaarden niet onredelijk bezwarend is geacht.   Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   De ondernemer heet thans [naam ondernemer]. De ondernemer heeft een aansluitverplichting. Het gaat in deze zaak om transport en aansluiting waarvoor de ondernemer als netbeheerder verantwoordelijk is. De storing heeft zich voorgedaan in de meterkast in de flat van de consument. De exoneratiebepaling is niet onredelijk bezwarend geacht. Verder is geen sprake van een consumentenkoop omdat het in deze zaak om een transportovereenkomst gaat.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De consument betwist de rechtsgeldigheid en daarmee de toepasselijkheid van de exoneratiebepaling waarop de ondernemer zich wenst te beroepen en die is neergelegd in artikel 17 lid 4 van zijn algemene voorwaarden 2006 voor aansluiting en transport elektriciteit voor kleinverbruikers. De commissie stelt voorop dat een ondernemer jegens de consument slechts een beroep kan doen op zijn algemene voorwaarden, indien er sprake is van een overeenkomst tussen de ondernemer en de consument waarvan die voorwaarden deel uitmaken. Dat sprake is van een aansluit- en transportovereenkomst en meer in het bijzonder dat de algemene voorwaarden 2006 daarvan deel uitmaken en van toepassing zijn is niet door de ondernemer aangetoond. De ondernemer laat na te bewijzen dat op een door hem met de consument afgesloten aansluit- en transportovereenkomst de algemene voorwaarden 2006 van toepassing zijn verklaard. De ondernemer beperkt zich in zijn verweer uitsluitend tot een inhoudelijke toetsing van de exoneratiebepaling, maar verzuimt aan te geven op welke wijze de algemene voorwaarden 2006 door de consument zijn aanvaard en van toepassing zijn verklaard. Aldus kan niet worden vastgesteld dat de door de ondernemer ingeroepen exoneratiebepaling rechtsgeldig overeengekomen is en van toepassing is.   De ondernemer geeft wel aan dat de storing en daarmee dus ook de schade van de consument het gevolg is van een gebrek in de aansluiting waarvoor de ondernemer aansprakelijk is te houden. Aldus is sprake van een tekortkoming in de nakoming van de op de ondernemer rustende aansluit- en transportverplichtingen. Derhalve is de ondernemer aansprakelijk voor de door de consument geleden schade en gehouden tot betaling van de door de consument geleden schade. Aan een inhoudelijke toetsing van de desbetreffende exoneratiebepaling komt de commissie in deze zaak dan ook niet toe omdat de ondernemer heeft nagelaten aan te tonen dat die exoneratiebepaling van toepassing is op de contractuele verhouding tussen partijen.   Het door de consument gevorderde schadebedrag van € 3.287,–, inclusief de kosten voor een nieuwe koelkast en met aftrek van de reeds door de ondernemer betaalde € 1.400,–, is niet verder meer door de ondernemer betwist zodat dat bedrag voor vergoeding in aanmerking komt.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De klacht is gegrond.   De ondernemer betaalt aan de consument een schadevergoeding van € 3.287,–. Betaling dient plaats te vinden binnen één maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van dit bindend advies.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden terzake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 25,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 24 november 2008.