Schending privacy en directe ontruiming standplaats.

De Geschillencommissie




Commissie: Recreatie    Categorie: Zorgvuldigheid ondernemer    Jaartal: 2012
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 61369

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft het verstrekken aan derden van onjuiste en privacygevoelige informatie aan derden en ontzegging van de toegang tot de camping met onmiddellijke ingang zonder de daarvoor voorgeschreven procedure te volgen.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

De informatie betrof mijn financiële omstandigheden, die tijdens een vergadering op 17 september 2011 ten overstaan van twaalf andere huurders werd verstrekt. Dit met het doel mij als wanbetaler af te spiegelen om zodoende mij geen seizoenplaats voor 2012 toe te wijzen. De ondernemer heeft toen gezegd, dat ik de nota voor het seizoen 2011 nog niet heb voldaan en dat ik als wanbetaler in 2012 niet langer welkom was.
Naar aanleiding van mijn mededeling een klacht indienen over het niet toewijzen van de mogelijkheid tot winterstalling op de standplaats heeft de ondernemer mij gesommeerd per direct de camping te verlaten middels een ontruimingsbevel. Ik ben niet schriftelijk gesommeerd en evenmin heb ik een waarschuwingsbrief ontvangen. Van persoonlijke of lichamelijke bedreiging door mij is geen enkele sprake geweest. De sommatie om de camping per direct te verlaten is in strijd met de Recron voorwaarden, artikel 9 daarvan.

Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De winterstalling voor onze caravan was al tussen mij en de ondernemer afgesproken op het terrein van RCN, waar ik ook een seizoenplaats had. De prijs voor de winterstalling was € 130,– voor de periode 1 november 2011 tot opening nieuw seizoen 2012, rond begin april. Dat bedrag had ik al betaald en er was mij ook al een plaats toegewezen door afgifte aan mij van een blauw kaartje. Die stalling is toen niet doorgegaan vanwege het mij gegeven ontruimingsbevel. Ik heb toen mijn caravan elders, namelijk in Zevenhuizen bij Scholten, moeten stallen en dat was duurder. Hoeveel duurder dat was weet ik niet meer. Ik zal u deze week daarvan nog stukken toe sturen. Het bedrag van € 130,–voor de winterstalling heeft de ondernemer mij inmiddels terugbetaald inclusief de borgsom van € 30,–.
 
Ik heb niemand lichamelijk of mondeling bedreigd. Er was op die vergadering wel sprake van een ruzie tussen mij en de terreinbeheerder, de heer X.
De claim ‘energiekosten’ komt te vervallen. Ik leg aan u over de afrekeningnota van 8 oktober 2011, waarop die energiekosten zijn verrekend. Ik heb er geen bezwaar tegen als u deze laatste nota gebruikt voor de berekening van bedrag dat ik teveel heb betaald voor het vroegtijdig moeten verlaten van de seizoenplaats.
 
De consument verlangt terugbetaling van de seizoenplaatskosten vanaf 17 september 2011, alsmede de meerkosten voor een winterstalling zijnde € 150,– en een schadeloosstelling van € 250,– wegens  schending privacy.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Wij zijn van mening dat er geen schending van privacy is geweest. Wij hebben vrijwel onmiddellijk aan de consument het geld voor de winterstalling van € 130,– en de borg van € 15,– ( de commissie begrijpt € 30,–) terugbetaald.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Voor alles wil de commissie ingaan op de bezwaren zijdens de ondernemer met betrekking tot behandelingen beoordeling door de commissie van de klacht van schending van de privacy.

De commissie begrijpt dat de door de consument gestelde schending zou hebben plaatsgevonden tijdens een vergadering op 17 september 2011 van de beheerder van de camping en een twaalftal andere huurders van plaatsen op die camping over wijzigingen van regels. Een dergelijke vergadering inclusief al hetgeen zich daar afspeelt is naar het oordeel van de commissie aan te merken als uitvoering van de overeenkomst als bedoeld in artikel 14 leden 1 en 2 van de Recronvoorwaarden voor seizoenplaatsen. Het is om deze reden dat de commissie ook de gestelde schending van de privacy beoordeelt. De Recronvoorwaarden, waaraan beide partijen gebonden zijn, laten dit naar het oordeel van de commissie toe.

Mede op basis van de schriftelijke verklaring van de familie X is komen vast te staan, dat de heer Blanken, beheerder van de camping, tijdens de vergadering van 17 september 2011 over de consument heeft gezegd dat deze zijn nota nog niet heeft betaald en een wanbetaler is. De commissie merkt hierbij nog op dat de ondernemer niet heeft betwist hetgeen de heer X tijdens de vergadering heeft gezegd aan het adres van de consument. De ondernemer schrijft namelijk aan de consument in zijn brief :’Op zich doet het m.i. niet terzake wat zich vooraf heeft afgespeeld’. De commissie begrijpt de woorden ‘wat zich vooraf heeft afgespeeld’ aldus wat tijdens de vergadering door de heer X is gezegd.

Dit verdient zeker niet de schoonheidsprijs. Over iemand tijdens een vergadering zeggen dat hij zijn nota nog niet heeft betaald en een wanbetaler is, levert naar het oordeel van de commissie echter geen schending van de privacy op, maar is veeleer strijdig met de fatsoensnormen, zeker nu een en ander plaatsvond in een ruzieachtig sfeer, waarin ook de consument zich niet onbetuigd heeft gelaten.

De mondelinge sommatie de camping per direct – 17 september 2011 – te verlaten is strijdig met artikel 9 van de Recronvoorwaarden voor seizoenplaatsen. Er ontbreekt in ieder geval een brief van de ondernemer aan de consument met de reden van deze sommatie en met verwijzing naar de mogelijkheid zich tot de geschillencommissie te wenden. Hierbij zij nog opgemerkt dat de consument heeft ontkend de heer Blanken verbaal als met lichaamstaal te hebben bedreigd, welke ontkenning wordt ondersteund door de verklaring van de familie X.

Het ten onrechte voortijdig moeten verlaten van de camping brengt mee dat de consument recht heeft op teruggave van de staanplaatskosten over de periode 17 september 2011 tot 31 oktober 2011. Deze kosten bedragen € 218,95. Immers, het gehele seizoen telt vijfendertig weken en het zijn zes weken die de consument niet meer van de camping gebruik mocht maken, terwijl de kosten van de gehuurde plaats gedurende het gehele seizoen van vijfendertig weken na aftrek van variabele kosten bedragen € 1.277,20. De commissie heeft hiervoor gehanteerd de afrekening van 8 oktober 2011. De rekensom van het bedrag van € 218,95 ziet er aldus uit: € 1.277,20 : 35 X 6.

Tegen de achtergrond van de ten onrechte voortijdig moeten verlaten van de camping past niet de ontzegging voor de consument voor nu en in de toekomst welkom te zijn op alle centra van de ondernemer. De schriftelijke intrekking van die ontzegging zou de ondernemer sieren. 

De aanspraak op de meerkosten voor winterstalling elders heeft de ondernemer niet weersproken, maar komt de consument slechts zeer ten dele toe. Immers, uit de stukken welke de consument de commissie na de  zitting heeft toegezonden blijkt dat bedrag van € 321,30 een jaarstalling te zijn terwijl de winterstalling bij de ondernemer slechts het oog had op vijf maanden. Uitgaande van deze gegevens bedroeg de prijs voor de winstalling elders € 133,88, namelijk € 321,30 : 12 X 5. De meerkosten bedragen derhalve € 3,88.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 222,83 (€ 218,95 + € 3,88). Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.

Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 50,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 90,–.

De commissie wijst het meer of anders verlangde af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie, op 9 mei 2012.