
Commissie: Garantiewoningen
Categorie: Bouwtechnische geschillen
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
68742
De uitspraak:
Bevoegdheid arbiters De bevoegdheid van de Geschillencommissie Garantiewoningen (hierna te noemen: de commissie) tot beslechting van het geschil berust op een overeenkomst tot arbitrage, zoals opgenomen in de tussen partijen gesloten koop-/ aannemingsovereenkomst met toepasselijkheid van de Garantie- en waarborgregeling E 2003 en de bijbehorende bijlage A, versie 1 januari 2003 (hierna te noemen: de garantieregeling). Hierin wordt bepaald dat “geschillen … die betrekking hebben op: a. e Garantie- en waarborgregeling van het GIW; b. bouwkundige gebreken en tekortkomingen geconstateerd bij oplevering en / of binnen drie maanden daarna; c. het met sub b verband houdende 5% opschortingsrecht van de verkrijger als bedoeld in artikel 14A van de algemene voorwaarden. … worden beslecht door arbitrage overeenkomstig het Geschillenreglement van de stichting GIW (hierna te noemen: het reglement). Geldend is het reglement op het moment van aanhangigmaking van het geschil”. Conform artikel 2 lid 1 van het reglement versie 15 maart 2012 zullen alle geschillen middels arbitrage door de commissie worden beslecht. Aldus is voldaan aan de eis van artikel 1021 wetboek van burgerlijke rechtsvordering. De bevoegdheid van de commissie om het geschil tussen partijen te beslechten is gezien het vorenstaande gegeven. De commissie dient gelet op het bepaalde in artikel 6 lid 1 van het reglement te beslissen naar de regelen des rechts. Standpunt consument Voor het standpunt van de consument verwijzen de arbiters naar de overgelegde stukken, in het bijzonder het vragenformulier gedateerd 11 juli 2012. In de kern komt de klacht op het volgende neer. In de marmeren vloer in de woning van de consument is over de gehele breedte (7 meter) van het huis een scheur ontstaan. De consument verlangt herstel op straffe van een dwangsom. Standpunt ondernemer Voor het standpunt van de ondernemer verwijzen de arbiters naar de brief van 9 oktober 2012. De ondernemer stelt dat de scheurvorming buiten de garantie valt, dat de garantietermijn is verlopen, dat werkzaamheden van derden de garantie doen vervallen en dat de vloer voldoet aan de eisen. Deskundigenrapport De commissie heeft op 30 oktober 2012 een onderzoek laten uitvoeren door (naam deskundige) (hierna te noemen: de deskundige), die daarover schriftelijk heeft gerapporteerd aan de commissie. De inhoud van dit rapport geldt – voor zover hierna niet aangehaald – als hier herhaald en ingelast. De consument heeft per brief van 4 januari 2013 gereageerd op het rapport van de deskundige. De ondernemer heeft per brief van 9 januari 2013 daarop gereageerd. Behandeling van het geschil Op 13 februari 2013 heeft te Den Haag de mondelinge behandeling plaatsgevonden ten overstaan van de arbiters, bijgestaan door (naam secretaris) fungerend als secretaris. Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen om ter zitting te verschijnen. Beide partijen zijn ter zitting verschenen en hebben hun standpunten nader toegelicht. De consument werd bijgestaan door zijn gemachtigde en (naam vertegenwoordiger). De ondernemer werd vertegenwoordigd door (naam vertegenwoordiger). Toelichting ter zitting Ter zitting heeft de consument onder handhaving van zijn standpunt – in hoofdzaak – nog het volgende aangevoerd. De vloerverwarming en de marmeren vloer zijn na de oplevering, door een derde, in de woning aangebracht. De consument heeft niet aan de ondernemer gemeld dat hij natuursteen zou gaan (laten) leggen. De consument meent dat het gebruikelijk is dat natuursteen zonder problemen kan worden aangebracht. De ondernemer heeft de consument niet gewezen op eventuele risico’s bij het gebruik van natuursteen. De consument heeft de klacht in 2011 eerst bij de bouwer, (naam bouwer), gemeld. Volgens de consument is er geen verband tussen de scheurvorming en de vloerverwarming. De scheuren zijn namelijk niet op de verwarmingsdelen ontstaan, maar willekeurig. De consument heeft diverse offertes aangevraagd voor het leggen van de vloer. Alle geraadpleegde derden gingen ervan uit dat het infrasen van de vloerverwarming gewoon mogelijk was. De klacht wordt steeds erger en er komt vuil in de scheur. Ter zitting heeft de ondernemer onder handhaving van haar standpunt – in hoofdzaak – nog het volgende aangevoerd. Bij een plaatvloer is geen constructieve druklaag nodig, want een plaatvloer is uit zichzelf dragend. Op het moment van leggen is de vloer meteen geschikt om er een afwerkvloer overheen te leggen. Zodra de consument gaat frasen in de vloer, verliest de vloer zijn hechting en kan scheurvorming ontstaan. De plaatvloer is conform de voorschriften aangebracht. Bij een marmeren vloer is geen cementen dekvloer nodig. De vloerverwarming werkt gewoon. De ondernemer stelt dat de consument ermee bekend moet zijn dat er bij het leggen van een marmeren vloer een risico bestaat dat er scheurvorming optreedt. De ondernemer weet niet of de consument voor dit risico heeft gewaarschuwd. Het was het beste geweest om de cement dekvloer te laten vervallen en eventueel als meerwerk een druklaag met wapeningsnet aan te laten brengen. Dit is echter niet gebeurd. Voorts beroept de ondernemer zich erop dat een woning onderhevig is aan krimp en kruip en dat scheurvorming ten gevolge daarvan van garantie is uitgesloten. Uitgangspunten In de op 21 december 2004 tussen partijen gesloten koop-/aannemingsovereenkomst heeft de ondernemer zich onder meer verbonden om de woning (af) te bouwen conform de betreffende technische omschrijving en tekening(en) en – voor zover aanwezig – staten van wijzigingen, zoals aangegeven op de bij de overeenkomst behorende situatietekening, zulks naar de eisen van goed en deugdelijk werk en met inachtneming van de voorschriften van overheid en nutsbedrijven. De woning is op 19 januari 2006 opgeleverd. Tevens is op genoemde koop-/aannemingsovereenkomst eerdergenoemde garantieregeling van toepassing verklaard. Op grond van de van toepassing zijnde artikelen van de garantieregeling heeft de ondernemer aan de consument gegarandeerd dat de toegepaste constructies, materialen, onderdelen en installaties onder redelijkerwijs te voorziene externe omstandigheden deugdelijk zijn en bruikbaar voor het doel waarvoor zij zijn bestemd, een en ander voor zover ter zake geen beperkingen zijn opgenomen. Tevens is gegarandeerd dat wordt voldaan aan de toepasselijke eisen van het Bouwbesluit, dat van toepassing is op de verkregen bouwvergunning. Deze normen worden hierna gezamenlijk aangeduid als de garantienormen. De consument is in het bezit gesteld van een waarborgcertificaat onder nummer (nummer waarborgcertificaat). Overeenkomstig artikel 6 lid 2 van het reglement wordt de consument geacht de arbiters te hebben verzocht om: a. zijn aanspraak te toetsen aan zowel de koop-/aannemingsovereenkomst als de garantieregeling; b. bij toewijzingen ter zake steeds tevens vast te stellen wat de consument toekomt op basis van de garantieregeling. Beoordeling Naar aanleiding van het over en weer door partijen gestelde overwegen de arbiters het volgende. Bevoegdheid De arbiters stellen vast dat door partijen op het moment van het wijzen van deze uitspraak geen schriftelijke verklaring is ondertekend, waarin partijen er gezamenlijk voor kiezen om ook geschillen naar aanleiding van de totstandkoming en/of uitvoering van de koop-/ aannemingsovereenkomst voor te leggen aan de arbiters. Dit brengt met zich dat de arbiters alleen bevoegd zijn ten aanzien van de klachten zoals hierboven onder het kopje “bevoegdheid arbiters” aangegeven. Kort samengevat komt dat erop neer dat geschillen die betrekking hebben op de garantieregeling en geschillen naar aanleiding van de oplevering en de zogenaamde 5%-regeling wel behandeld kunnen worden doch alle overige geschillen op grond van de koop-/aannemingsovereenkomst niet. Toetsing garantieregeling De arbiters overwegen dat de deskundige in zijn rapport het volgende heeft gerapporteerd: “ Het betreft een tussenwoning met een aanbouw aan de achterzijde van de woning als meerwerk uitgevoerd. Voor de begane grondvloer met een overspanning van ca. 7,20 meter is een geïsoleerde systeemvloer toegepast met een cementgebonden afwerklaag van ca. 50 mm dikte. Volgens informatie is het type ribcassettevloer toegepast. De verbinding tussen de vloerelementen bestaat uit een met mortel gevulde kelkvoeg. In opdracht van verzoeker zijn door derden in de cementgebonden afwerklaag een vloerverwarming ingefreesd en rechtstreeks op de afwerklaag is een marmeren vloer gelijmd. Zowel de met mortel gevulde kelkvoeg als de cementgeboden afwerklaag kunnen nauwelijks trekspanningen opnemen. Bij het krimpen of doorbuigen van de prefab vloerelementen kan in de kelknaad een scheur ontstaan, die zich doorzet in de afwerklaag en de door derden aangebrachte harde vloerbedekking. De marmeren vloer bestaat uit: tegels van ca. 300 mm breedte met een wisselende lengte, die in banenverband in de lengte richting van de woning zijn aangebracht. Ongeveer 2,40 meter uit de achtergevel van de aanbouw is in de overspanningrichting van de vloer een scheur ontstaan van bouwmuur tot bouwmuur. … De scheur loopt dwars door de vloertegels of voegen. De scheur loopt niet door in de bouwmuren. In het gescheurde vloeroppervlak is geen wisseling waarneembaar. Dit betekent dat de scheurvorming niet ten gevolge van een ongelijke doorbuiging van de vloerelementen is ontstaan. De gemeten scheurwijdte bedraagt maximaal 0,01 mm. In de kruipruimte is vastgesteld, dat de scheur ongeveer correspondeert met een naad tussen de 3e (600 mm breedte) en 4e vloerelement (120 mm breedte), geteld vanaf de achtergevel. … De scheur is te wijten aan krimp en kruip van het materiaal beton. Krimp en kruip is een verschijnsel met een eindigend karakter, voor onderhavige woning mag worden aangenomen, dat praktisch gesproken de eindwaarde in het jaar 2013 wordt bereikt, waarvan krimp voornamelijk de eerste drie jaren na de bouw optreedt. Om scheurvorming zoveel mogelijk te voorkomen wordt in de vakliteratuur een constructieve gewapende druklaag met een wapeningsnet van tenminste Ø 6 en een maaswijdte van 100 mm dan wel een zwevende dekvloer voorgeschreven. Constatering: Aan de door ondernemer aangebrachte vloerconstructie zijn geen technische tekortkomingen geconstateerd.” De arbiters overwegen dat door de deskundige is vastgesteld dat de scheurvorming het gevolg is van krimp en kruip van het beton van de (onder-) vloer en dat dergelijke scheurvorming zoveel mogelijk had kunnen worden voorkomen door een constructieve gewapende druklaag met een wapeningsnet toe te passen. De consument heeft zich op het standpunt gesteld dat de ondernemer een dergelijke druklaag had moeten aanbrengen, de ondernemer heeft dit betwist. De arbiters zijn, mede op grond van de bevindingen van de deskundige, van oordeel dat de ondernemer, anders dan de consument stelt, niet gehouden was in de vloer een gewapende druklaag aan te brengen. De vloer voldoet zonder die druklaag aan de daaraan te stellen eisen. Dat een dergelijke druklaag in bepaalde situaties wordt aanbevolen, doet daaraan niet af. Hierbij wordt overwogen dat, zoals ter zitting door de consument is erkend, de ondernemer niet wist dat de consument voornemens was om een vloerverwarming in combinatie met een harde natuurstenen vloer aan te brengen, zodat er ook geen sprake is van schending van een eventuele waarschuwingsplicht. Een constructieve gewapende druklaag met een wapeningsnet kan eventueel wel worden aangeboden, al dan niet als meerwerk, maar de arbiters zijn van oordeel dat op de ondernemer niet de verplichting rustte zo’n druklaag standaard aan te bieden. De arbiters overwegen voorts dat in het kader van de garantie- en waarborgregeling dient te worden beoordeeld of de situatie voldoet aan de uit hoofde van de garantienormen te stellen eisen. De arbiters zijn van oordeel dat dit inzake deze klacht het geval is en volgen daarin het oordeel van de deskundige. Scheurvorming wordt op grond van artikel 2.4 uitgesloten van de garantieregeling. De klacht wordt afgewezen. Klachtengeld De consument wordt voor 100% in het ongelijk gesteld. Derhalve zal de consument op grond van het Geschillenreglement het klachtengeld niet terug ontvangen. Gelet hierop wordt als volgt beslist. Beslissing De arbiters, rechtdoende naar de regelen des rechts: I. verklaren zich niet bevoegd om kennis te nemen van de onderdelen van het geschil tussen partijen die uitsluitend betrekking hebben op de wijze van totstandkoming, inhoud en/of uitvoering van de koop-/aannemingsovereenkomst met uitzondering van opleveringsklachten; II. verklaren zich bevoegd kennis te nemen van de onderdelen van het geschil die uitsluitend betrekking hebben op de garantie- en waarborgregeling en de verplichtingen die die regeling op de ondernemer heeft gelegd alsmede opleveringsklachten, en alleen in zoverre oordelend: wijzen de klacht en hetgeen meer of anders is gevorderd af; III. stellen vast dat het klachtengeld conform het toepasselijke Reglement niet aan de consument zal worden terugbetaald. Dit arbitraal vonnis is gewezen te Den Haag op 2 april 2013 door de Geschillencommissie Garantiewoningen.