Scheuren in kunststof gietvloerals gevolg van onvoldoende dikte ondervloer boven vloerverwarming

  • Home >>
  • Afbouw >>
De Geschillencommissie




Commissie: Afbouw    Categorie: Ondeugdelijke levering    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 68441

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 11 mei 2011 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot de aanleg van een kunststofvloer tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 7.549,88. De overeenkomst is uitgevoerd op of omstreeks 11 juli 2011.   De consument heeft op 10 maart 2012 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Na oplevering in juli 2011 zijn er scheuren/barsten ontstaan in de gietvloer. De ondernemer heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om die scheuren te herstellen.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Ik blijf bij wat door mij is aangevoerd. In herstel door de ondernemer heb ik geen vertrouwen meer. Reden voor mij om een schadevergoeding te vorderen waarmee ik een derde kan inschakelen om de vloer te vervolmaken. De ondernemer is er vanaf het begin bij betrokken geweest. Alles is uitgevoerd/gebeurd zoals de ondernemer dat wilde. De ondernemer is m.i. dan ook ten volle verantwoordelijk voor de zichtbare gebreken in het eindresultaat.   De consument verlangt een schadevergoeding waarmee een derde kan worden ingeschakeld om de vloer te vervolmaken.   Standpunt van de ondernemer   Van de ondernemer is in dit geding geen standpunt ontvangen.   Uit de gedingstukken is het volgende standpunt van de ondernemer af te leiden.   De NOA-voorwaarden maken geen deel uit van het door partijen overeengekomene, maar wel de eigen voorwaarden van de ondernemer.   De ondernemer is onterecht door de consument in gebreke gesteld. De scheuren vallen niet onder de garantie. De scheuren zijn namelijk ontstaan door een externe zetting. De gietvloer betreft een taai elastisch en scheur overbruggend product dat niet uit zichzelf scheurt. Tegen korting is de consument herstel aangeboden. Dat is niet geaccepteerd.   Deskundigenrapport   De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.   Alleen de consument was aanwezig bij mijn bezoek ter plaatse.   De aangebrachte kunststof gietvloer op de benedenverdieping bestaat uit een Primer, Schraplaag, PU gietvloer Greenline Comfort en een UV Strong slijtvaste topcoating mat.   Mij is ter plaatse door de consument het volgende meegedeeld: – de vloeroppervlakte bedraagt 50 m²; – de constructieve vloer is een 300 mm dikke betonvloer op palen; – op de betonvloer is een circa 50 mm dikke cementdekvloer aangebracht; – hierop heeft eerst zwevend parket gelegen, deze is verwijderd en in de dekvloer is  vloerverwarming gefreesd; – nadat de slangen in de 20 mm diepe sleuven zijn gelegd zijn deze gevuld met een  2K kunsthars; – de gehele vloer is geprimerd met primer 280, en geëgaliseerd met egalisatie  Self Leveling 170; – vervolgens is de gietvloer aangebracht welke als volgt is opgebouwd:             – Schuren (volgens de consument is dit niet gebeurd);             – EP primer;             – Schraaplaag EP;             – PU gietvloer Greenline Comfort;             – Matte topcoat UV Strong; – de vloer is op 11 juli 2011 opgeleverd; – in januari 2012 zijn er scheuren ontstaan in de toplaag; – de klacht is gemeld in maart 2012; – er ontstaan steeds meer scheuren in verschillende richtingen in de vloer.   Mijn waarnemingen ter plaatse zijn de volgende: – op verschillende plaatsen lopen scheuren in de kunststof gietvloer; – na destructief onderzoek blijkt onder de scheurvorming een leiding te zitten; – n de woonkamer bevindt zich de leiding 14 mm onder de top van de vloer, dit is  inclusief circa 4 mm gietvloer; – in de hal is de dekking inclusief gietvloer 11 mm; – na foto’s te hebben bekeken van de vloerverwarming blijken de schuine scheuren op  plaatsen te zitten waar ook lussen in de vloerverwarming lopen.   De omvang van de geconstateerde gebreken is opvallend te noemen.   Herstel is technisch mogelijk.   Algemeen Bij het construeren en bepalen van het type cementdekvloer moet rekening gehouden worden met een aantal factoren.
Dekvloerdikte (Deze is minimaal 25 mm met een strooilaag en 38 mm met een toplaag.) Het is van belang de sterkte van de vloer aan te passen aan de dikte van de vloer: hoe lager de drukvastheid van de specie, hoe dikker de vloer moet zijn. Hoe groter de drukvastheid, hoe dunner de dekvloerdikte kan zijn. We gaan uit van de woningbouw en utiliteitsbouw. Een standaard dekvloer voldoet in de meeste gevallen, afhankelijk van de dikte, met een Cw 16 (D20) of Cw 25 (D30).   1)    Bij een dekvloerkwaliteit Cw 16 dient de minimale dikte van de afwerkvloer 50 mm te bedragen. 2)    Bij een dekvloerkwaliteit Cw 25 dient de minimale dikte van de afwerkvloer 40 mm te bedragen.   Houdt er bij een afwerkvloer van 40 mm rekening mee dat kleine temperatuurverschillen kunnen optreden bij het vloeroppervlak. Afwijkingen in de samenstelling van de specie en de dekvloerdikte geven meer scheurkans in de afwerklaag. De dikte en de hoeveelheid cement en water bepalen de hoeveelheid krimp die kan leiden tot scheurvorming.   Wat betreft het scheuren van de vloer het volgende. Cementgebonden dekvloeren staan bloot aan enige mate van krimp tijdens het uitharden en het drogen van het materiaal. Bij een hechtende variant wordt deze krimp belemmerd. Deze hechting komt primair tot stand via haakweerstand als gevolg van de ruwe ondergrond. Hoe ruwer de vloer, hoe meer belemmering er is.   Een dekvloer heeft de neiging op te krullen langs de randen doordat de uitdroging ongelijkmatig plaatsvindt. De bovenzijde droogt sneller uit en wordt korter. Dit betekent een extra kracht op het hechtvlak. Schotelen treedt alleen op bij vloeren op een isolatiepakket of vloeren die onthecht zijn of raken.   Een scheur doet niet per definitie afbreuk aan de gebruikswaarde. Wel geldt daarbij dat gescheurde gedeelten voldoende stabiel moeten zijn bij belasten. Kritisch zijn losliggende, geschotelde vloervelden die duidelijk zijn losgekomen van de ondergrond (niet alleen onthecht, maar ook verplaatst in verticale richting).   Bij een hechtende uitvoering mag de dekvloer niet korter worden, terwijl het materiaal dit wel wil. Door deze belemmering ontstaan dan ook trekspanningen in het opgebrachte materiaal, die aanleiding kunnen geven tot scheuren. Tevens ontstaan daarbij schuifspanningen op het grensvlak om deze trekspanningen op te bouwen en het materiaal op lengte te houden.   Deze schuifspanningen bevinden zich maximaal langs vrije randen of ter plaatse van scheuren in de opgebrachte laag. De trekspanningen in de opgebrachte laag zijn onafhankelijk van de dikte. De schuifspanningen hebben echter wel een dikterelatie. Hoe dikker de vloer, hoe groter de spanningen. Tevens geldt hoe meer krimp, hoe groter de spanningen en hoe eerder onthechting of scheurvorming ontstaat. Hoe meer bindmiddel (hoe sterker de mortel) en hoe meer water, hoe groter de krimp zal zijn en dus de spanningen die ontstaan. Als een vloer dus volledig moet hechten, kan het niet anders dan dat scheuren ontstaan. Het ontstaan van scheuren kan dan weer leiden tot onthechting. Ook langs vrije randen kunnen de schuifspanningen met een toenemende kwaliteit van de dekvloer of door een snelle krimpverkorting zo hoog oplopen dat onthechting optreedt. Dit kan zelfs ontstaan als een ondergrond is aangebrand zoals in NEN 2741 is voorgeschreven. Vandaar ook dat in de norm is geregeld dat delen mogen loszitten.   Bij de aanwezigheid van leidingen in de vloer, zoals vloerverwarming, dient de dekking op de dikste leiding minimaal 20 mm te zijn. Bij cementdekvloeren met een toplaag dient de dekking 28 mm te zijn. Leidingen in een cementdekvloer geven een vergrootte kans op scheurvorming. De leiding dient als scheurinleider (zwakste schakel), daarom is het belangrijk deze dekking op de leiding te hebben.   Door in een cementdekvloer sleuven te frezen wordt de dikte verstoort en gaat een vloer opnieuw zetten want deze kan nu meer doorbuigen. De plaat die er eerst op lag voorkwam doorbuiging; nu met de sleuven kan hij weer buigen (bij het rondzetten van houten platen worden ook sleufjes gefreesd aan de achterzijde zodat de plaat te buigen is).   De herstelkosten bedragen:   Schuren bestaande vloer € 7,00/m² Stofzuigen € 2,00/m² ½ dag verlies of uren wachten i.v.m. vuil vanuit de lucht wat nog zakt Vloer ontvetten en vuil opnemen met alcohol € 2,00/m² Scheuren openmaken en uitvullen post € 450,00 Gietvloer aanbrengen Pu alifatisch € 20,00/m² Toplaag aanbrengen blank alifatisch € 4,00/m² ½ dag verlies   Kosten voor 50 m² bedragen inclusief 1 dag verlies € 2.520,00   Bij de calculatie is niet uitgegaan van uitruimen van de woning, opslag meubels e.d. en de prijzen zijn exclusief BTW.   De reparaties van de sleuven zijn uitgevoerd met een cementgebonden reparatie en niet zoals geoffreerd met een 2 componenten massa.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Ook hier moet eerst worden verwezen naar de tussen partijen gegeven bevoegdverklaring van 2 november 2012, in welke beslissing (ook) is begrepen het oordeel dat van de overeenkomst van partijen alleen deel zijn gaan uitmaken de hier relevante NOA-voorwaarden, en wel op de wijze zoals dat in die beslissing is verwoord. De commissie volhardt in dat oordeel.   In vervolg daarop moet thans als volgt worden geoordeeld.   De bevindingen en conclusie van de deskundige worden door de commissie onderschreven en zij maakt die tot de hare.   Daarmee is genoegzaam komen vast te staan dat de ondernemer toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de met de consument gemaakte afspraken. Dit ook nu de ondernemer geen gebruik meer heeft gemaakt van de mogelijkheid om het – kort gezegd – niet eens te zijn met die rapportage.   De aangetroffen en evident zichtbare scheuren in deze kunststof gietvloer blijken steeds aanwezig te zijn boven de leidingen/lussen van de vloerverwarming. Door de deskundige is gerapporteerd dat de dekking op de leidingen van de vloerverwarming een dikte moet hebben van minimaal 20 mm en bij cementdekvloeren van minimaal 28 mm. Van die dikte is hier geen sprake, zo is door de deskundige gerapporteerd. Dit is er de hoofdoorzaak van dat de cementdekvloer in kwestie na het infrezen van de sleuven voor de vloerverwarming, zich na het aanbrengen van deze vloer opnieuw is gaan zetten en meer is gaan doorbuigen. Een en ander had in belangrijke mate voorkomen kunnen worden op de wijze zoals die door de deskundige uiteen is gezet in diens rapport.   Vast staat ook dat de ondernemer van meet af aan betrokken is geweest bij de opzet van deze vloer. Een en ander is uitgevoerd op de wijze zoals de ondernemer dat wilde.   De consument vordert geen nakoming/herstel maar de toekenning van een vervangende schadevergoeding, met welk geldbedrag een derde kan worden ingeschakeld om de vloer te vervolmaken. Dat recht kan de consument niet worden ontzegd, te meer nu van de zijde van de ondernemer niet is aangedrongen om alsnog te worden toegelaten tot (voor de consument kosteloos) herstel van deze vloer.   De commissie verenigt zich ook met de conclusie van de deskundige dat de herstelkosten moeten worden berekend op € 2.520,– exclusief BTW = € 2.671,20 inclusief 6 % BTW. Dit bedrag moet naar het oordeel van de commissie worden vermeerderd met een vergoeding van € 1.500,– voor uitruimen, opslag en weer inruimen van de zich op de gehele benedenverdieping bevindende inboedel. Voor het opnieuw moeten aanbrengen van de bestaande en bruikbaar gebleven plinten wordt een bedrag toegekend van € 300,–. Aldus oordelend komt de commissie tot een totaalbedrag van € 4.471,20 dat de consument toekomt als vervangende schadevergoeding. De ernst en de omvang van de tekortkomingen nopen tot de hoogte van dit bedrag.   Voor zich spreekt dat hiermee samenhangt dat de ondernemer wordt ontheven van de verplichting om nog herstelwerkzaamheden uit te voeren aan deze vloer. In zoverre wordt de overeenkomst dus partieel ontbonden.   Op basis van het reglement van de commissie is de ondernemer tevens gehouden om het klachtengeld te voldoen aan de consument alsmede om de behandelingskosten te betalen aan het secretariaat van de commissie.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   Ontbindt het door partijen overeengekomene partieel, en wel aldus dat de ondernemer wordt ontheven van de verplichting om nog herstel-/nakomingswerkzaamheden uit te voeren aan deze kunststofvloer.   De ondernemer betaalt aan de consument een vervangende schadevergoeding van € 4.471,20. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.   Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 75,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan het secretariaat van de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 230,–   Wijst af wat meer of anders is verzocht.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Afbouw, op 1 maart 2013.