Commissie: Verbouwingen en nieuwbouw
Categorie: Herstel / Ondeugdelijk werk (non conformiteit)
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: ten dele gegrond
Referentiecode:
170478/175337
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Het geschil betreft de kwaliteit van het door de ondernemer uitgevoerde pleisterwerk in de woning van de consument. De consument heeft aangevoerd dat er meerdere scheuren in de muur van de uitbouw zitten en dat deze steeds dieper en breder worden. De consument vordert herstel van de scheurvorming. Bovendien vordert de consument dat – nadat de muur is hersteld – de muur opnieuw geschilderd wordt. De ondernemer heeft aangevoerd dat de consument in de offerte is gewezen op de kans op haarscheuren in de uitbouw. De commissie is met de deskundige van oordeel dat voor wat betreft de losgelaten c.q. onthechte pleisterlaag nabij de inwendige hoek aan de bovenzijde van de wand sprake is van ondeugdelijk werk en de ondernemer dus is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst. De klacht van de consument
zal in zoverre gegrond worden verklaard en de ondernemer zal worden veroordeeld tot herstel van de pleisterlaag.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de kwaliteit van het door de ondernemer uitgevoerde pleisterwerk in de woning van de
consument.
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij wege van bindend advies te laten beslechten door de
Geschillencommissie Verbouwingen en Nieuwbouw (hierna te noemen: de commissie).
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
Op 9 maart 2023 heeft te Utrecht de mondelinge behandeling van het geschil door de commissie
plaatsgevonden. Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen om ter zitting te verschijnen, maar zijn niet
verschenen.
Omvang van het geschil
De commissie heeft eerder over klachten geoordeeld van de consument in verband met de tussen de
partijen gesloten overeenkomst van 2 december 2021 waarbij de consument opdracht heeft gegeven aan
de ondernemer tot uitvoering van werkzaamheden aan haar woning. De klachten waarover de commissie
bij bindend advies van 30 september 2022 een beslissing heeft genomen zijn:
– de bouwtijdoverschrijding;
– extra kosten voor het demonteren en monteren van een deurkozijn;
– een gebroken terrastegel;
– een zonnescherm en een camera;
– beschadiging van een houten kolom;
– stucwerk onder de vensterbanken;
– stucwerk onder de afdekplaten van de wandcontactdozen.
De consument heeft de klacht ten aanzien van de scheurvorming in het stucwerk tijdens die procedure
ingetrokken. De commissie stelt vast dat deze klacht als enige klacht thans aan de orde is.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt
het standpunt op het volgende neer.
De consument heeft aangevoerd dat er meerdere scheuren in de muur van de uitbouw zitten en dat deze
steeds dieper en breder worden. De scheuren zitten op verschillende plekken en de consument is van
oordeel dat de grootte van de scheuren zodanig zijn dat zij zich niet kan voorstellen dat deze erbij horen.
De consument voert verder aan dat de ondernemer tijdens het onderzoek van de deskundige op 11 januari
2023 heeft erkend dat er fouten zijn gemaakt en de scheurvorming dieper was geworden. Bovendien heeft
de ondernemer toegezegd de scheurvorming aan de ergste kant te willen verhelpen, maar niet aan de
minder erge kant. Ook het schilderwerk dat daarna nodig zou zijn wil de ondernemer niet op zich nemen.
De consument vindt dat de ondernemer zowel het herstel van de scheurvorming als het nadien schilderen
van de muur op zich moet nemen.
De consument vordert herstel van de scheurvorming. Bovendien vordert de consument dat – nadat de
muur is hersteld – de muur opnieuw geschilderd wordt.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern
komt het standpunt op het volgende neer.
De ondernemer heeft aangevoerd dat de consument in de offerte is gewezen op de kans op haarscheuren
in de uitbouw. Dit heeft echter geen nadelige gevolgen. In de offerte is opgenomen dat het stucwerk
behang klaar wordt opgeleverd, niet dat de muren ook nog geschilderd zouden worden. De ondernemer is
van oordeel dat de consument niet compensatie kan vragen voor zowel het stucwerk als het schilderwerk.
De ondernemer betwist te hebben erkend dat er fouten zijn gemaakt. De ondernemer heeft echter wel
aangeboden de muur aan één zijde te willen herstellen aangezien daar enig stucwerk los is gekomen. Op
andere plekken is geen stucwerk losgekomen waardoor de ondernemer ook niets kan herstellen. De
ondernemer wil zich aan de toezegging houden zoals omschreven in het deskundigenrapport.
Deskundigenrapport
De commissie heeft een onderzoek laten uitvoeren door E.G. Spruitenberg (hierna te noemen: de
deskundige), die daarover op 11 januari 2023 schriftelijk aan de commissie heeft gerapporteerd. De inhoud
van dit rapport geldt – voor zover hierna niet aangehaald – als hier herhaald en ingelast.
Partijen zijn in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het rapport van de deskundige. De
consument en de ondernemer hebben niet op het rapport gereageerd.
Beoordeling van het geschil
Naar aanleiding van hetgeen partijen schriftelijk en mondeling naar voren hebben gebracht en met
inachtneming van de inhoud van de in het geding gebrachte stukken, overweegt de commissie als volgt.
Vaststaat dat tussen partijen op 2 december 2021 een overeenkomst tot stand is gekomen waarbij de
consument opdracht heeft gegeven tot uitvoering van werkzaamheden aan zijn woning (hierna te noemen:
de overeenkomst). Op de overeenkomst zijn de Consumentenvoorwaarden 2010 (Covo 2010) van
toepassing.
De commissie is met de deskundige van oordeel dat voor wat betreft de losgelaten c.q. onthechte
pleisterlaag nabij de inwendige hoek aan de bovenzijde van de wand sprake is van ondeugdelijk werk en
de ondernemer dus is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst. De klacht van de consument
zal in zoverre gegrond worden verklaard en de ondernemer zal worden veroordeeld tot herstel van de
pleisterlaag. Als gevolg van het ondeugdelijke werk dient de ondernemer tevens het schilderwerk voor zijn
rekening te herstellen. Naar het oordeel van de commissie is immers niet komen vast te staan dat partijen
tijdens het bezoek van de commissie zouden zijn overeengekomen dat de consument zelf voor herstel van
het schilderwerk zou zorgen.
De commissie is van oordeel dat de klacht van de consument voor het overige ongegrond moet worden
verklaard, conform het oordeel van de deskundige zoals reeds eerder verwoord in het advies van 29
augustus 2022. De uitbouw is degelijk uitgevoerd en de overige scheurvorming is het gevolg van krimp en
kruip van het toegepaste materiaal en/of invloeden van buitenaf. De ondernemer is in zoverre niet
tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst.
Behandelingskosten
De klacht van de consument wordt gedeeltelijk gegrond bevonden. Daarom is de ondernemer,
overeenkomstig het bepaalde in artikel 10 lid 1 van het reglement, aan de commissie een bijdrage in de
behandelingskosten verschuldigd.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie, beslissend naar redelijkheid en billijkheid, met inachtneming van de tussen partijen gesloten
overeenkomst en de daarvan deel uitmakende voorwaarden, beslist als volgt:
– verklaart de klacht van de consument gegrond voor zover het de losgelaten c.q. onthechte pleisterlaag nabij de inwendige hoek aan de bovenzijde van de wand betreft;
– veroordeelt de ondernemer ter zake van de klacht tot goed en deugdelijk herstel met inachtneming
van hetgeen door de deskundige is gerapporteerd, binnen vier weken na de datum waarop dit bindend advies is verzonden;
– wijst af hetgeen door de consument meer of anders is gevorderd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Verbouwingen en Nieuwbouw, bestaande uit mr. P.L. Alers,
voorzitter, en de commissieleden C. de Vries en mr. J. Hovener, in aanwezigheid van mr. N. van Gelder,
(plaatsvervangend) secretaris, op 9 maart 2022.