Situatie Kenia. Opzegging reis aan klager toe te rekenen

De Geschillencommissie




Commissie: Reizen    Categorie: Beëindiging    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 48585

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 12 april 2010 via het boekingskantoor met de reisorganisator tot stand gekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een safari voor 4 personen in Kenia met een strandverlenging te Mombasa, Kenia, met verblijf in diverse hotels op basis van half en vol pension, voor de periode van 22 juli 2010 t/m 3 augustus 2010 voor de som van € 13.072,–.   Klager heeft op 19 juli 2010 de klacht voorgelegd aan de reisorganisator.   Standpunt van klager   Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.   We waren van plan een reis naar Zuid-Afrika te boeken. Op advies van het boekingskantoor hebben we een reis naar Kenia geboekt, omdat die bestemming meer aan onze wensen zou voldoen. Ik heb nog navraag gedaan naar de veiligheid in Kenia. Ons is toen niet verteld dat er op 4 augustus 2010 een referendum zou zijn over een nieuwe grondwet.   In de aanloop naar dat referendum is op 13 juni 2010 een aanslag gepleegd in Nairobi, waarbij zes mensen zijn gedood en honderd mensen gewond zijn geraakt. Het reisadvies van het Ministerie van Buitenlandse Zaken is vervolgens aangescherpt van 3 naar 4, waarbij werd gezegd dat hoge waakzaamheid betracht moest worden en dat er veel spanningen waren.   Ik ben op 21 juni 2010 naar het boekingskantoor gegaan met de vraag of we de reis konden omboeken naar een ander land maar dat kon niet. Later ben ik terug geweest met de vraag of we de reis na 4 augustus 2010 konden maken, maar ook dat was niet mogelijk.   We zijn op 21 juni 2010 door het boekingskantoor niet gewezen op de kosten van het annuleren van de reis. Als we direct op 21 juni 2010 de reis hadden geannuleerd, hadden we op dat moment nog 65% van de reissom teruggekregen. Ten tijde van de annulering van de reis op 21 juli 2010 was dat nog maar 10%.   Het boekingskantoor is tekortgeschoten in zijn informatieverplichting, zowel waar het betreft het referendum dat op 4 augustus 2010 zou plaatsvinden als waar het betreft de regeling die geldt bij het annuleren van een reis.   Ter zitting heeft klager verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   We stellen ons primair op het standpunt dat de reisorganisator, gezien de onveilige situatie in Kenia, ons de mogelijkheid had moeten bieden de reis kosteloos te annuleren c.q. kosteloos om te boeken naar een andere datum of een andere bestemming. Subsidiair zijn we van mening dat het boekingskantoor tekortgeschoten is in zijn informatieverplichting. Op 28 juni 2010 ben ik bij het boekingskantoor geweest met de informatie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Omdat er geen sprake was van een negatief reisadvies gingen we er van uit dat we niets terugkregen. Op 21 juli 2010, toen we de reis annuleerden, hebben we gelezen dat we wel geld terug konden krijgen bij annulering van de reis. Als we daarop eerder door het boekingskantoor waren gewezen, hadden we conform de annuleringsregeling in de ANVR-Reisvoorwaarden meer geld teruggekregen.   Klager verzoekt de commissie in redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen.   Standpunt van de reisorganisator   Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt.   Ondanks de aanscherping van het reisadvies van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor Kenia is er (door het Calamiteitenfonds) geen dekkingsbeperking afgegeven voor Kenia. Kosteloos annuleren van de reis conform artikel 9 lid 5 van de ANVR Reisvoorwaarden was derhalve niet mogelijk. In de door klager geboekte periode hebben wij naar tevredenheid en zonder problemen diverse rondreizen in Kenia uitgevoerd.   Op 19 juli 2010 heeft klager het boekingskantoor voorgesteld de reissom terug te betalen, een andere reis te boeken of de reis in een andere periode te maken. Hierop heeft het boekingskantoor klager diezelfde dag meegedeeld dat terugbetaling van de reissom mogelijk is na aftrek van de geldende annuleringskosten. Een andere reis boeken betekende annulering van de reis naar Kenia tegen de gebruikelijke annuleringskosten. Het kosteloos omboeken van de reis naar een andere datum was niet mogelijk; ook in dat geval zouden de gebruikelijke annuleringskosten verschuldigd zijn. Klager heeft er op 21 juli 2010 zelf voor gekozen de reis te annuleren. Daarbij was zij ervan op de hoogte dat de annuleringskosten 90% van de reissom bedroegen. Bij de boeking zijn aan klager de ANVR Reis- en boekingsvoorwaarden overhandigd, waarin de regels, termijnen en percentages staan die gelden bij het annuleren van een reis.   Ter zitting heeft de reisorganisator verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Tijdens de reis zou klager slechts 1 nacht in Nairobi verblijven.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Het primaire standpunt van klager ziet op de vraag of klager, in verband met de situatie in Kenia ten tijde van de annulering, de geboekte reis kosteloos kon annuleren.   Vaststaat dat noch op 21 juli 2010, noch in de periode daarvoor, sprake is geweest van een door de Calamiteitencommissie ingestelde dekkingsbeperking voor Kenia. In zoverre kon klager dan ook geen aanspraak maken op kosteloze annulering op basis van artikel 9 lid 5 van de ANVR Reisvoorwaarden.   Dit laat echter, gelet op het bepaalde in artikel 7:503, lid 3, Burgerlijk Wetboek (BW), onverlet dat beoordeeld dient te worden of sprake is geweest van een opzegging door klager wegens een niet aan haar toe te rekenen omstandigheid. In dat geval heeft klager op grond van genoemd artikellid recht op teruggave van de reissom.   Ten tijde van de annulering van de reis bevatte het reisadvies van het Ministerie van Buitenlandse Zaken onder meer de navolgende informatie:   Reizigers die rond of op 4 augustus 2010 in Kenia willen verblijven, dienen zich ervan bewust te zijn dat er op 4 augustus 2010 een referendum wordt gehouden over een nieuwe grondwet. Reizigers worden geadviseerd waakzaamheid te betrachten en zich steeds goed op de hoogte te stellen van de actuele ontwikkelingen en de veiligheidssituatie in het land. In Kenia kan de situatie ook in de aanloop naar het referendum van 4 augustus 2010 over een nieuwe grondwet gespannen zijn waarbij mogelijk ongeregeldheden en geweld te verwachten zijn. Dit geldt vooral voor de westelijke Riftvalei en de grote steden zoals Nairobi, Mombassa, Kisumu, Eldoret en Nakuru. Op 13 juni 2010 kwamen 6 mensen om en raakten ongeveer 100 mensen gewond bij een aanslag tijdens een politieke rally in Nairobi in het kader van het referendum. Er is in Kenia sprake van een verhoogde terroristische dreiging. Niet-essentiële reizen naar grensgebieden met Somalië worden ontraden in verband met lokale spanningen en de kans op ontvoeringen. Het eiland Lamu is hiervan uitgezonderd. Verhoogde waakzaamheid wordt aanbevolen in de provincies Isiolo en Samburu (inclusief de National Reserves) vanwege aanhoudende gewelddadigheden in die gebieden. Gezien de gevaarlijke en gewelddadige situatie in buurland Somalië kan het overslaan van geweld naar Kenia, inclusief terroristische aanslagen, niet worden uitgesloten.   Kern van dit reisadvies is dat gezien de situatie in Kenia waakzaamheid betracht moet worden en dat de reiziger zich steeds goed op de hoogte te stellen van de actuele ontwikkelingen en de veiligheidssituatie in het land. Dit biedt naar het oordeel van de commissie onvoldoende grond voor het oordeel dat het klager niet is toe te rekenen dat zij de reisovereenkomst heeft opgezegd. Met name acht de commissie daarbij van belang dat de safari die klager zou maken in georganiseerd verband zou plaatsvinden en dat het verblijf in Nairobi, zoals de reisorganisator ter zitting heeft gesteld, slechts 1 nacht zou zijn.   Het primaire standpunt van klager faalt derhalve.   Klager verwijt het boekingskantoor niet, althans niet volledig te zijn geïnformeerd, nu ten tijde van de boeking geen melding is gemaakt van het referendum dat in Kenia op 4 augustus 2010 zou worden gehouden. In de aanloopperiode naar dit referendum is het, zo blijkt uit het reisadvies van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, onrustig geweest in Kenia. Het is echter niet komen vast te staan dat ten tijde van de boeking reeds bekend was dat op genoemde datum een referendum zou worden gehouden. Bovendien leidt het feit dat op 4 augustus 2010 een referendum zou worden gehouden er naar het oordeel van de commissie op zichzelf nog niet toe dat een reis naar Kenia reeds om die reden had moeten worden ontraden.   Bij de boeking zijn aan klager de ANVR Reisvoorwaarden ter beschikking gesteld. Het behoort tot de eigen verantwoordelijkheid van klager om daarvan kennis te nemen. Ter zitting heeft klager gesteld pas op 21 juli 2010 de annuleringsregeling, zoals opgenomen in die voorwaarden, te hebben gelezen. Niet valt in te zien waarom klager die regeling niet direct op 21 juni 2010 heeft geraadpleegd. Zij had daarin toen kunnen lezen welke regels gelden bij het annuleren van een reis en op basis van die informatie reeds toen kunnen besluiten de reis te annuleren. Kennelijk heeft klager daarmee gewacht tot haar duidelijk werd dat het kosteloos annuleren of omboeken van de reis niet tot de mogelijkheden behoorde. Van die gang van zaken valt het boekingskantoor naar het oordeel van de commissie geen verwijt te maken. Het is de commissie ook overigens niet gebleken dat het boekingskantoor tekortgeschoten is in zijn informatieverplichting.   Ook het subsidiaire standpunt van klager faalt.   De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht ongegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   Het door klager verlangde wordt afgewezen.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de reisorganisator aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 250,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 31 maart 2011.